In dit artikel willen we enkele inzichten delen over het belang van gedragsvaardigheden in sportsituaties, met speciale aandacht voor de talentkrachtige benadering. Deze tips zijn nuttig voor leerkrachten in het bewegingsonderwijs en sport. Het is cruciaal om te erkennen dat een succesvolle sportdeelname niet alleen draait om motorische vaardigheden, maar ook om gedragsvaardigheden zoals samenwerken, doorzettingsvermogen en respect voor anderen. Het bewegingsonderwijs is bij uitstek de plek om deze vaardigheden onder de knie te krijgen. We gaan hierbij uit van een talentkrachtige benadering die ervoor zorgt dat elk kind op zijn eigen wijze zich maximaal kan ontwikkelen. Om gedragsvaardigheden effectief aan te leren, is het belangrijk om kinderen regie te geven over hun eigen ontwikkeling. Moedig zelfreflectie aan, geef ruimte voor experimenteren en bied ondersteuning waar nodig. Als docent is het jouw rol om zelf het goede voorbeeld te geven en een ondersteunende groepssfeer te creëren. Effectief leerkrachtgedrag omvat het afstemmen van het lesaanbod op individuele behoeften, het creëren van een ondersteunende omgeving (scaffolding) en het stimuleren van gewenst gedrag. Het lesverloop omvat een gestructureerde aanpak, waarbij de nadruk ligt op het geleidelijk verbeteren van vaardigheden en het aanleren van gewenst gedrag. Op deze manier kan de leerkracht gedragsvaardigheden aanleren die ervoor zorgen dat elk kind succesvol kan deelnemen.
DOCUMENT
In het werkveld van Life Sciences & Chemistry heeft Innovative testing te maken met het testen van stoffen op hun werking en veiligheid. Met stoffen wordt hier bedoeld alle mogelijke chemicaliën waar aan we blootgesteld worden, zoals chemicaliën in onze leef- en werkomgeving, medicijnen (inclusief biologicals), maar ook stoffen in de voeding (inclusief voedselbestanddelen en natuurlijke stoffen). Mijn les zal echter voornamelijk gaan over de laatste twee categorieën, medicijnen en stoffen in de voeding. Ik wil in mijn openbare les eerst uiteenzetten waarom het zo belangrijk is om vast te stellen wat de werking en veiligheid van stoffen is. Vervolgens wil ik beschrijven welke innovaties op dit moment al plaatsvinden, in de toxicologie en de farmacologie. Dit wil ik doen om aan te geven waar de parallellen en mogelijkheden voor synergie liggen. Daarna zal ik aan de hand van een aantal voorbeelden aangeven tegen welke grenzen men zoal aanloopt bij het testen van werking en veiligheid van stoffen, om daarbij ook aan te geven dat er duidelijk aanwijzingen zijn voor het vervagen van grenzen tussen farmacologie en toxicologie. Tot slot zal ik aangeven welke rol het Kenniscentrum Life Sciences & Chemistry van Hogeschool Utrecht op het gebied van onderzoek én onderwijs in het werkveld van Innovative testing in Life Sciences & Chemistry wil gaan spelen.
DOCUMENT
In de openbare les van mijn collega lector Raymond Pieters, is het domein van het lectoraat ‘Innovative Testing in Life Sciences & Chemistry’ toegelicht. Kort samengevat richt dit lectoraat zich op de ontwikkeling en toepassing van innovatieve teststrategieën om geneesmiddelen, voedingsmiddelen of chemicaliën (stoffen) te beoordelen op hun werkzaamheid (effectiviteit) en veiligheid. De nadruk ligt op de ontwikkeling van snelle, kosteneffectieve testmethoden die een relevante voorspelling van effecten op de gezondheid van de mens en het milieu opleveren én waarbij geen of minder proefdieren worden gebruikt. In mijn les zal ik u laten zien waar proefdieren voor gebruikt worden. Hierbij zal ik mij voornamelijk richten op de Nederlandse situatie. Ik zal ingaan op de wetenschappelijke en maatschappelijke wens om minder proefdieren te gebruiken en op de vraag wat we verstaan onder ‘alternatieven voor dierproeven’. Daarna zal ik bespreken waarom er in Nederland en Europa recentelijk meer aandacht is voor dit onderwerp. Het overzicht zal niet uitputtend zijn, maar zal u een goede indruk geven van het landschap. Ook zal ik stil staan bij de vraag: Waarom zijn we tot nog toe zo weinig succesvol geweest op het gebied van alternatieven voor dierproeven? Wat zijn de obstakels en wat kunnen we hier van leren? Hoe zouden we in de praktijk de toepassing van alternatieven kunnen stimuleren? Wat moet er beter, en hoe gaan we dat doen? Als we slimmer willen testen moeten we de huidige grenzen verleggen, of beter over de grenzen van ons vakgebied heen kijken. Ik zal aangeven waar prioriteiten liggen en hoe we de meeste ‘winst’ kunnen behalen in termen van proefdiervermindering in relatie tot productinnovatie. Tot slot zal ik aangeven welke bruggen we moeten bouwen en wat de rol is van de Hogeschool Utrecht
DOCUMENT