Objective: To investigate the effects of a school-based once-a-week sports program on physical fitness, physical activity, and cardiometabolic health in children and adolescents with a physical disability. Methods: This controlled clinical trial included 71 children and adolescents from four schools for special education [mean age 13.7 (2.9) years, range 8–19, 55% boys]. Participants had various chronic health conditions including cerebral palsy (37%), other neuromuscular (44%), metabolic (8%), musculoskeletal (7%), and cardiovascular (4%) disorders. Before recruitment and based on the presence of school-based sports, schools were assigned as sport or control group. School-based sports were initiated and provided by motivated experienced physical educators. The sport group (n = 31) participated in a once-a-week school-based sports program for 6 months, which included team sports. The control group (n = 40) followed the regular curriculum. Anaerobic performance was assessed by the Muscle Power Sprint Test. Secondary outcome measures included aerobic performance, VO2 peak, strength, physical activity, blood pressure, arterial stiffness, body composition, and the metabolic profile. Results: A significant improvement of 16% in favor of the sport group was found for anaerobic performance (p = 0.003). In addition, the sport group lost 2.8% more fat mass compared to the control group (p = 0.007). No changes were found for aerobic performance, VO2 peak, physical activity, blood pressure, arterial stiffness, and the metabolic profile. Conclusion: Anaerobic performance and fat mass improved following a school-based sports program. These effects are promising for long-term fitness and health promotion, because sports sessions at school eliminate certain barriers for sports participation and adding a once-a-week sports session showed already positive effects for 6 months.
Sportverenigingen in Nederland dragen bij aan een gezonde leefstijl, sociale cohesie en inclusieve sportdeelname. Ondanks dat de sportparticipatie toeneemt, hebben de clubs het moeilijk om hun ledental op peil te houden. Diverse ontwikkelingen spelen daarbij een rol. De focus van het onderzoek in dit proefschrift richt zich op twee maatschappelijke ontwikkelingen, ‘individualisering’ en ‘digitalisering’. In zeven studies wordt antwoord gegeven op twee onderzoeksvragen: 1) hoe het clubgevoel van leden van sportvereniging kan worden geconceptualiseerd in termen van definitie, voorspellers en opbrengsten en 2) hoe sociaalnetwerksites van sportverenigingen kunnen bijdragen het ontwikkelen van het clubgevoel van leden? Die studies vormen samen een multimethode onderzoek. Resultaten laten zien dat clubgevoel verwijst naar de gevoelsband van leden met hun club op basis van participatie, relevantie en de sociale wereld van de club. Clubgevoel hangt samen met bindingsaspecten zoals de intentie om je in te zetten voor de club en te blijven. Sociaalnetwerksites van sportverenigingen kunnen helpen om dit clubgevoel te ontwikkelen, bij voorkeur door de kanalen in te zetten voor informatie en interactie over de club, de sport en de leden. De online kanalen vormen samen de virtuele community van de vereniging die, afhankelijk van de aanpak door de club en de leden, verschillende verschijningvormen kan hebben. Met hun virtuele community bieden sportverenigingen, naast de accommodatie, ook een ónline ontmoetingsplek voor sport en andere activiteiten waarmee ze het clubgevoel onder hun leden kunnen bevorderen. Met dit proefschrift geeft Nanny Kuijsters inzichten voor de ontwikkeling van virtuele community’s voor verenigingen, professionals en geïnteresseerden in de georganiseerde sport.
Oratie over het commercialiseringsproces op sportgebied, uitgesproken op 18 oktober 2006 bij de openbare aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleraar op het vakgebied van de Sportontwikkeling aan de Universiteit Utrecht in de faculteit Rechtsgeleerdheid, Economie, Bestuur en Organisatie, departement Bestuurs- en organisatiewetenschappen.