IntroductieGewichtsverlies bij obese ouderen is een risicofactor voor spiermassaverlies en sarcopenie. Deze studie evalueert het effect van een hoog wei-eiwitsupplement met toegevoegd leucine en vitamine D op spiermassabehoud tijdens een gewichtsverliesperiode van 13 weken met krachttraining bij ouderen met obesitas. De resultaten van deze studie worden gepresenteerd en in een breder perspectief geplaatst.MethodenIn deze gerandomiseerde gecontroleerde trial werden tachtig obese ouderen geïncludeerd. Alle deelnemers kregen gedurende 13 weken een hypocalorisch dieet (-600 kcal) en namen 3x/week deel aan een krachttrainingsprogramma. Deelnemers in de interventiegroep kregen 10x/week een hoog wei-eiwitsupplement met toegevoegd leucine en vitamine D (150 kcal, 21 g eiwit). Deelnemers in de controlegroep kregen een isocalorisch controlesupplement. De primaire uitkomstmaat was verandering in de spiermassa in armen en benen (DXA). Secundaire uitkomstmaten waren lichaamssamenstelling, handknijpkracht en fysiek functioneren.ResultatenBij baseline was de gemiddelde leeftijd (±SD) 63±6 jaar en de BMI 33±4. Tijdens het gewichtsverliesprogramma was de eiwitinname in de interventiegroep 1,11±0,28 vs. 0,85±0,24 g/kg in de controlegroep. Zowel de interventie- als de controlegroep verloor gewicht (-3,4±3,6 vs. -2,8±2,8 kg) en vetmassa (-3,2±3,1 vs. -2,5±2,4 kg), zonder verschillen tussen de groepen. De verandering in spiermassa in armen en benen was wel verschillend (+0,4±1,2 vs. -0,5±2,1 kg, p=0,03). Spierkracht en spierfunctie verbeterden over de tijd, zonder verschillen tussen de groepen.ConclusieEen hoog wei-eiwitsupplement met toegevoegd leucine en vitamine D zorgt in vergelijking met een controlesupplement voor spiermassabehoud tijdens een gewichtsverliesperiode met krachttraining bij obese ouderen. Op basis van literatuur lijkt er voor deze doelgroep voldoende onderbouwing voor het adviseren van minimaal 1,0-1,2 g/kg hoogwaardige eiwitten en mogelijk zelfs hoger dan 1,2 g/kg in combinatie met een (kracht)trainingsprogramma.
LINK
Purpose: The purposes of this study were, first, to (re)design the user-interface of the activity tracker known as the MOX with the help of input from elderly individuals living independently and, second, to assess the use of and experiences with the adapted Measure It Super Simple (MISS) activity tracker in daily life. Methods: The double diamond method, which was used to (re)design the user-interface, consists of four phases: discover, define, develop, and deliver. As a departure point, this study used a list of general design requirements that facilitate the development of technology for the elderly. Usage and experiences were assessed through interviews after elderly individuals had used the activity tracker for 2 weeks. Results: In co-creation with thirty-five elderly individuals (65 to 89-years-old) the design, feedback system, and application were further developed into a user-friendly interface: the Measure It Super Simple (MISS) activity. Twenty-eight elderly individuals (65 to 78-years-old) reported that they found the MISS activity easy to use, needed limited help when setting the tracker up, and required limited assistance when using it during their daily lives. Conclusions: This study offers a generic structured methodology and a list of design requirements to adapt the interface of an existing activity tracker consistent with the skills and needs of the elderly. The MISS activity seemed to be successfully (re)designed, like the elderly who participated in this pilot study reported that anyone should be able to use it.
DOCUMENT
Voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid zijn er meer mensen met overgewicht dan met ondervoeding. Overgewicht is in snel tempo toegenomen en is een van de grootste maatschappelijke (gezondheids)problemen van deze tijd. Overgewicht heeft ondervoeding overschaduwd. In "The land of plenty"’ is geen gebrek meer, en dus geen ondervoeding zou je verwachten. Ondervoeding blijkt echter ook in deze tijd nog steeds een van de grootste maatschappelijke (gezondheids). Door inactiviteit of door ziekte kan spiermassa afnemen en wordt het steeds lastiger ondervoeding door de laag vet heen te ontdekken. Het aanpakken van overgewicht en ondervoeding door de professional vergt goed gewichtsmanagement. Voeding en beweging spelen hierbij een cruciale rol. Energie uit de voeding is gerelateerd aan vetmassa, en eiwit uit de voeding en beweging is gerelateerd aan spiermassa
DOCUMENT
Het onderzoek van deze postdoc richt zich op ecologisch duurzame voedingsconcepten voor het verbeteren van de spiergezondheid, algehele gezondheid en vitaliteit van ouderen met obesitas. De specifieke focus op het ecologisch duurzame aspect van de voeding is een nieuwe onderzoekslijn binnen het Lectoraat Voeding & Beweging (Center of Expertise Urban Vitality), naast en in aansluiting op de bestaande lijn gericht op kwetsbare ouderen en spierbehoud. Deze postdocpositie is heel relevant voor de praktijk: obese ouderen zijn een sterk groeiende doelgroep met in de nabije toekomst 1 miljoen mensen. Tot nu toe worden voor deze doelgroep vaak dierlijke eiwitten geadviseerd, vanwege de hoge kwaliteit en het positieve effect op de spieren. Dierlijke eiwitten zijn echter niet duurzaam. Slimme combinaties van plantaardige eiwitbronnen hebben naar verwachting ook een hoge eiwitkwaliteit, met een veel lagere ecologische voetafdruk. Daarbij zijn plantaardige voedingspatronen geassocieerd met een lager risico op chronische aandoeningen. Hier is nog maar heel weinig praktijkgericht onderzoek naar gedaan, terwijl dit erg relevant is voor de toekomstige praktijk. Vanaf september 2020 rolt de opleiding Voeding & Diëtetiek een nieuw curriculum uit waarin studenten in en met de praktijk gaan werken voor een diepere leerervaring. Nieuwe onderzoeksprojecten binnen het Lectoraat Voeding & Beweging -waaronder deze postdoc- worden ingebed in verschillende fasen van het onderwijs waarin samengewerkt wordt in co-creatie met docenten, werkveldpartners en andere stakeholders voor het ontwerpen van passende oplossingen voor verschillende doelgroepen. Samenvattend: de postdoc onderzoekslijn is heel waardevol en nodig voor de eiwittransitie en de praktijk van de diëtist, en relevant voor het leren van studenten en docenten. De postdoc is momenteel designer van het nieuwe curriculum van de opleiding Voeding & Dietetiek en is in de afrondende fase van haar promotietraject waarin ze al veel ervaring heeft opgedaan met dit onderwerp.
Een consortium van voedings- en duurzaamheidsexperts en diëtisten onderzoekt in dit project samen met obese ouderen ecologisch duurzame voedingsconcepten voor ouderen met obesitas. Zowel obesitas als een afname van spiermassa en spierfunctie (sarcopenie) is een groot probleem onder ouderen. De diëtist behandelt obesitas met een energiebeperkt dieet, wat resulteert in gewichtsverlies, maar ook in ongewenst spiermassaverlies. Om spiermassa te behouden en daarmee sarcopenie te voorkomen, adviseert de diëtist vaak eiwitten uit dierlijke bronnen, zoals vlees en zuivel. Een groot nadeel van dit advies is de negatieve invloed op het milieu. Een meer plantaardige voeding is veel duurzamer en heeft daarnaast sterke gezondheidsvoordelen, maar lijkt minder effectief voor spiermassabehoud vanwege een ongunstige aminozuursamenstelling. Dit weerhoudt de diëtist om meer duurzame adviezen te geven. De aminozuursamenstelling kan worden verbeterd door slimme combinaties te maken van plantaardige eiwitbronnen. Hoe plantaardige producten te combineren zijn en hoe dit door de praktijk toegepast kan worden is nog onduidelijk. Tevens is het een uitdaging deze eiwittransitie te vertalen naar gedrag van ouderen. Daarnaast is er nog vrijwel geen onderzoek gedaan naar het effect van een duurzaam, meer plantaardige voedingspatroon op spiermassa en algehele gezondheid van obese ouderen. Het consortium beoogt deze kennis te ontwikkelen. In werkpakket (WP) 1 wordt een duurzaam, meer plantaardig voedingsconcept ontwikkeld. In WP2 wordt een begeleidingsplan ontwikkeld gericht op een succesvolle ondersteuning bij het veranderen van eetgedrag naar meer plantaardig eten. De haalbaarheid van het duurzame voedingsconcept met begeleidingsplan (WP1+2) wordt in de praktijk getest middels een pilot studie (WP3). Vervolgens wordt in een RCT de effectiviteit van dit duurzame voedingsconcept op spiermassa en algemene gezondheid onderzocht bij ouderen met obesitas (WP4) en vertaald naar richtlijnen voor de Nederlandse diëtetiek (WP5). Samenvattend: een relevant onderzoek waarin voeding, duurzaamheid, gezondheid en praktijk samenkomen, voor een meer duurzame en effectieve diëtetiek.