Bij het onderzoek naar mogelijke effecten van een windmolenpark in het IJsselmeer is ETFI uitgegaan van de vele onderzoeken die er inmiddels, in Nederland maar ook internationaal, bestaan. Op deze manier zijn conclusies en oordelen, zowel geïnspireerd door voorvechters van windenergie als van tegenstanders, zowel bij geplande als bij reeds aangelegde windmolenparken, geïnventariseerd. De conclusie van dit literatuuronderzoek luidt dat de studies onvoldoende bewijs leveren, zowel voor het ontstaan van schade aan de toeristische sector als voor het ontbreken van die schade. Dit onderzoek moet dan ook niet gelezen worden als een aanbeveling vóór of tegen windmolenparken. De waarde van het onderzoek is dat het de publiek toegankelijke studies uit binnen en buitenland met betrekking tot de relatie tussen windparken en toerisme bijeen brengt en systematisch analyseert. Zodoende brengt het de risico’s en mogelijkheden beter in beeld zodat in alle scenario’s —met of zonder windmolens— afwegingen gemaakt kunnen worden waarin alle belangen gerespecteerd worden.
DOCUMENT
Heeft Nederland met haar enorme potentie aan windparken op zee een verdienmodel Noordzee in handen, vraagt Martien Visser zich af. Nou, vergeet het maar, stelt hij. “Onder het huidige gesternte is het een stevig verliesmodel voor Nederland.”
LINK
De huidige donkere wolken boven de Noordzee zijn onder andere de reden de huidige Noordzeeplannen nog eens goed tegen het financiële en uitvoeringstechnische licht te houden. “Idealiter samen met België en Duitsland, die immers een flink deel van de Nederlandse Noordzee energie zullen gaan afnemen en daarvoor hun fair share moeten gaan betalen. Doorgaan op de bestaande weg dreigt veel te traag te gaan en is ook veel te duur geworden. We eindigen dan wel met een power house, maar zonder industrie.”
LINK
Korte projectomschrijving: Aanleg en operation & maintenance van windparken op zee, hebben een grote behoefte aan ‘first time right’ in de gehele keten. Onderhoud en de engineering zijn complex en de kennis en innovatieve initiatieven zijn versnipperd bij zowel MKB als grootbedrijven en kennisinstellingen. Verbeteringen zijn nodig binnen de thema’s Cable Maintenance, Bolting, Remote Operations and predictive maintenance, Rotor Blades én Energieopwekking, -opslag en –balancering. Offshore wind zorgt voor een groeiende werkgelegenheid voor (N)NL. HG : accent op realisatie testfaciliteiten en ontwikkelen van opleidingen en onderzoek,
Het rapport “Actualisatie en beleidsevaluatie Zeeland in Stroomversnelling” (Berenschot, 2020) geeft aan dat “Zeeland heeft veel kansen op gebied van duurzame opwek van elektriciteit en waterstof. De Zeeuwse industrie investeert al in de transitie naar groene waterstof. De eerste installaties voor de productie van ‘groene’ waterstof staan gepland voor oplevering in 2025. De gebruikte technologie, “elektrolyse”, waarbij men duurzaam opgewekte elektriciteit gebruikt, wordt echter nu nog niet toegepast in Zeeland of Nederland. Kennisinstellingen HZ University of Applied Sciences en Scalda bieden al praktijkgericht onderzoek en onderwijs aan op het gebied van Offshore Wind en ontwikkelen samen met de industrie programma’s voor groene waterstof. In Zeeland werken de kennisinstellingen nauw samen met de industrie vanuit Smart Delta Resources en North Sea Ports. Met Orsted is een MoU ondertekend om samen voor de regio onderwijs en onderzoek voor groene waterstof op te zetten. Vanuit kennis- en innovatienetwerken zoals Energy Port Zeeland wordt de learning community opgezet om samen te werken, leren en innoveren en de groene waterstoftransitie optimaal te ondersteunen. De kennisinstellingen willen zich met regio Zeeland op drie focusgebieden richten: 1. Human capital voor een praktijkgericht onderzoeksprogramma gericht op het ondersteunen van de industrie in de energietransitie (Flex Intensity) 2. Een human capital programma gericht op ontwikkeling van de onderwijsinfrastructuur die nodig is om de gevraagde kennis en capaciteit voor de energietransitie te leveren 3. Een human capital programma gericht op ontwikkeling van een innovatieprogramma om de regio te ondersteunen met innovaties die voor de energietransitie nodig zijn. Doel van dit programma is dat Zeeland in 2025 zelfvoorzienend is in (1) het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek en (2) het aanleveren van medewerkers die het gebruik van de nieuwe technologie voor groene waterstof en systeemintegratie operationeel tot stand brengen en (3) nieuwe projecten rondom groene waterstof helpen realiseren.