De Stichting Twente Index, uitgever van dit boekwerk, heeft zich ten doel gesteld ondernemers en bestuurders op basis van feiten beleidsterreinen te laten benoemen en te prioriteren, zodat de kracht van Twente verder wordt versterkt. Daarnaast is de Twente Index voor het ontwikkelen van plannen en het opstellen van toekomstscenario’s een handig hulpmiddel.
MULTIFILE
Purpose: To systematically review literature on nutritional intake, nutritional status and nutritional interventions, and to study their association with short- and long-term clinical outcomes in people with a major dysvascular lower limb amputation. Methods: PubMed, Ovid, CINAHL, and The Cochrane Library were searched. Studies were included if nutritional intake, nutritional status, or nutritional interventions in people with a major dysvascular lower limb amputation were analyzed. Results: Of the 3038 unique papers identified, 30 studies were included. Methodological quality was moderate (1 study) or weak (29 studies). Limited information was available on nutritional intake (2 studies) and nutritional interventions (1 study). Nutritional intake and nutritional status were assessed by diverse methods. The percentage of people with a poor nutritional status ranged from 1% to 100%. In some studies, measures of poor nutritional status were associated with adverse short- and long-term clinical outcomes. Conclusions: The percentage of people with a poor nutritional status is inconclusive in the major dysvascular lower limb amputation population, because of the heterogeneity of the assessment methods used. Some included studies reported a negative association between poor nutritional status and clinical outcomes. However, these results should be interpreted with caution, because of the limited quality of the studies available. Studies high in methodological quality and high in hierarchy of evidence are needed.IMPLICATIONS FOR REHABILITATION The proportion of people with a poor nutritional status in the major dysvascular lower limb amputation population is inconclusive. Poor nutritional status seems to affect clinical outcomes negatively. More uniformity in assessment of malnutrition in the major dysvascular lower limb amputation population is needed.
Met het groeien van de gemiddelde levensverwachting is ook de uitdaging gegroeid om een ieder zo lang mogelijk een actieve deelnemer van de samenleving te laten zijn. Duurzame zelfstandige mobiliteit is van groot belang voor het functioneren in de samenleving (op werkplek en in thuisomgeving), draagt bij aan het sociaal functioneren en de algemene sociale cohesie. Goede controle over de (dynamische) balans speelt hierbij een grote rol, zijnde de balanshandhaving tijdens het voortbewegen, ook bij gezonde, jonge mensen een continue compromis tussen effectiviteit en veiligheid. Voor ouderen geldt dit nog sterker, daar de gevolgen van een val vele malen ernstiger zijn en ook een grote invloed hebben op de levensverwachting. Mechanismen van handhaving van de dynamische balans in praktische omstandigheden zijn nog grotendeels onbegrepen. Laboratoria staat vaak ver af van praktische condities van de alledaage praktijk. Moderne sensortechnologie opent momenteel een deur naar systematisch onderzoek naar valrisico’s in het dagelijkse leven, echter deze schiet nog te kort in haalbare accuratesse en stabiltiteit over langere metingen. In verschillende projecten wordt momenteel een nieuwe generatie van methoden onderzocht, met als centraal kenmerk hiervan dat bewegingsensoren niet meer als losse onderdelen functioneren, maar in samenhang worden gebruikt. Het kersverse INSTANT project, bijvoorbeeld, onderzoekt hoe huidige bewegingsensoren kunnen worden uitgebreid met een extra sensormodaliteit en ‘meta-datafusion’ algorithmen. Hierdoor kunnen de sensoren elkaars positie waarnemen en naar verwachting een orde meer accuraat meten op een manier die bovendien stabieler is over langere metingen. Aan iets vergelijkbaars wordt gewerkt door collega’s in Torino en Sassari, Italie, zij het met een andere type sensortechnologie. Dit KIEM project onderzoekt in hoeverre beide methoden (en beide onderzoeksclusters) elkaar kunnen versterken door intensief samen te werken. Het plaatsen van een Italiaanse onderzoeker in het INSTANT onderzoekscluster in Enschede gedurende grote delen van een jaar borgt deze samenwerking.
Naar schatting heeft 60% van de volwassenen die de podotherapeut bezoekt musculoskeletale problematiek als gevolg van afwijkingen in het bewegend functioneren en/of een blessure. Deze klachten zijn grotendeels gepositioneerd in de voet, onderbeen en/of knie. Voorbeelden hiervan zijn fasciosis plantaris, mediaal tibiaal stress syndroom en patellofemoraal pijnsyndroom. Aangrijpingspunt voor podotherapeutische behandeling is optimalisatie van het bewegend functioneren ter reductie van pijn, en ter bevordering van fysiek functioneren en kwaliteit van leven. Podotherapeuten en hun cliënten rapporteren goede behandelresultaten maar er is gebrek aan objectief en transparant inzicht in deze resultaten. Daarnaast staat de zorg in Nederland financieel onder druk en is er een tekort aan podotherapeuten. Daarom is aantoonbaar effectieve en efficiënte podotherapie belangrijker dan ooit. Hiervoor is betere toerusting van podotherapeuten nodig voor (a) methodisch podotherapeutisch handelen, (b) systematisch evalueren van de doelmatigheid van dit handelen, en (c) optimalisatie van het handelen op basis van opgedane inzichten. Eerste stappen zijn gezet in de transitie naar aantoonbaar effectieve en efficiënte Musculoskeletale Podotherapie. In opdracht van de Nederlandse Vereniging van Podotherapeuten is recent een handreiking voor het methodisch podotherapeutisch handelen bij musculoskeletale problematiek is ontwikkeld. Daarnaast zijn, binnen een ander podotherapeutisch domein, positieve ervaringen opgedaan met implementatie van een soortgelijke handreiking middels een support-tool. Deze support-tool ondersteunt podotherapeuten in de dagelijkse praktijk bij het methodisch handelen, uniform registeren van dit handelen, en het vervolgens het samenbrengen van data ter evaluatie. Middels dit KIEM-mv project wordt de vervolgstap in de benodigde transitie gezet, namelijk het ontwikkelen van een support-tool Musculoskeletale Podotherapie. Deze tool is enerzijds gericht op het ondersteunen van podotherapeuten bij het methodisch handelen conform de handreiking. Anderzijds is deze tool gericht op ondersteuning bij het uniform en systematisch registeren van dit handelen en het samenbrengen van geregistreerde data om grootschalige monitoring van Musculoskeletale Podotherapie op termijn mogelijk te maken.