In dit rapport wordt op basis van 20 interviews met ondernemerschapsdocenten en -medewerkers van het MBO en HBO alsmede MKB bedrijven inzicht gegeven in de kansen en uitdagingen in de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. De nadruk ligt hierbij op het ontwikkelen van een ondernemende mindset bij studenten, met het idee dat dit zowel waardevol is voor studenten die een onderneming willen starten als voor studenten die binnen een bedrijf een leidinggevende positie willen vervullen maar ook voor bedrijven om nieuw talent aan te trekken of innovatieve ideeën te genereren. Deze definitie wordt breed gedeeld door de respondenten en ligt aan de basis van elke samenwerking. In het rapport wordt inzicht gegeven in de vormen van samenwerking die mogelijk zijn, en de overeenkomsten en verschillen die hierbij bestaan tussen het MBO en HBO. In het MBO ligt de nadruk op stages, in het HBO meer op het vinden van oplossingen voor beroepsvraagstukken en het coachen en begeleiden van studenten met een ondernemersplan. Er wordt uitgebreid aandacht besteed aan succesfactoren en uitdagingen in de samenwerking, waarbij goede, wederzijdse afstemming over mogelijkheden en doelen en flexibiliteit van het onderwijs centraal staan. Tenslotte wordt de toekomst van de samenwerkingen besproken. Hierbij wordt benadrukt dat de samenwerking enorm belangrijk is voor zowel studenten als ondernemers en mooie samenwerkingen oplevert die een belangrijke bijdrage leveren aan de maatschappij. De samenwerkingen hebben echter ook veel zorg en aandacht nodig, zeker om ze ook te kunnen bestendigen en te verduurzamen. Daar wordt helaas nog niet altijd voldoende aandacht aan besteed door onderwijsinstellingen en overheid, en beiden kunnen hierin nog meer investeren. In het rapport worden hiervoor verschillende aanbevelingen gedaan.
DOCUMENT
Dodo (Docenten ontwikkelen doelgericht ondernemerschap) komt voort uit het programma Ondernemerschap van de Groene Kennis Coöperatie (GKC). Samen met Partners voor Ondernemerschap werken zij aan het versterken van het ondernemerschap in het Groen Onderwijs. De primaire doelgroepen hierbij zijn ondernemers in opleiding en ondernemers in de praktijk. Docenten MBO en HBO zijn daarbij belangrijke schakels: kunnen ze bij leerlingen/studenten ondernemerschapscompetenties ontwikkelen en kunnen ze bij ondernemers deze mogelijke verbeteren?
DOCUMENT
Hoe ziet een leven lang nieuwsgierig eruit? In een reeks portretten genaamd Nieuwsgierige Types wordt een gezicht gegeven aan nieuwsgierigheid, ondernemendheid, informeel en non-formeel leren. Ter voorbereiding van een nog te publiceren boek over nieuwsgierigheid worden personen geïnterviewd van verschillende achtergronden en leeftijden over hun nieuwsgierigheid, fascinaties en hoe deze bijdragen aan hun ondernemendheid.
LINK
Het Nederlandse hoger en beroepsonderwijs ervaart een sterke groei in het aanbod van ondernemerschapsonderwijs, van specifieke trainingen voor startups tot breder ondernemerschapsonderwijs gericht op het ontwikkelen van een ondernemende houding en ondernemende vaardigheden. Tegelijkertijd evolueert challenge-based onderwijs, waar studenten werken aan projecten met externe organisaties, vaak gericht op maatschappelijke vraagstukken, en dit draagt bij aan ondernemende vaardigheden. Momenteel bestaat er echter weinig expliciete verbinding tussen deze onderwijsvormen en er wordt relatief weinig samengewerkt met het mkb.Hoewel het mkb het grootste deel van de bedrijvenpopulatie betreft, is er relatief weinig aandacht voor het mkb in het onderwijs. Veel docenten missen kennis over het mkb en twijfelen aan de beschikbare begeleidingscapaciteit binnen het mkb. Uit de analyse van diverse programma’s en initiatieven blijkt dat er een gapende kloof bestaat tussen het onderwijsaanbod en de daadwerkelijke behoeften van het mkb. Dit verschijnsel wordt versterkt door een gebrek aan coördinatie en zichtbaarheid van het beschikbare aanbod, waardoor het voor mkb-ondernemers een uitdaging wordt om passende ondersteuning te vinden. De onderlinge samenwerking tussen onderwijsinstellingen en het mkb wordt verder bemoeilijkt door de versnippering van het landschap van ondersteuningsprogramma's, een gebrek aan bekendheid met deze programma's bij docenten, en de complexiteit van het onderwijsorganisaties.Het onderzoek onderstreept de noodzaak van een geïntegreerde aanpak om de kloof tussen onderwijsinstellingen en het mkb te dichten. Een centraal kennisknooppunt zou kunnen dienen als brug tussen deze twee werelden, door het aanbod te consolideren en zowel ondernemers als onderwijsinstellingen te ondersteunen in het vinden van de juiste samenwerkingspartners. Dit vereist een gezamenlijke inspanning van onderwijsinstellingen, het mkb, en overheidsinstanties om de samenwerking te stroomlijnen en te versterken, met als uiteindelijk doel het bevorderen van innovatie en economische groei.In dit licht worden diverse vervolgstappen voorgesteld, waaronder het ontwikkelen van een duurzaam financieringsmodel voor het kennisknooppunt, het vergroten van de zichtbaarheid van het aanbod voor het mkb, en het stimuleren van een cultuur van samenwerking binnen onderwijsinstellingen. Dit omvat tevens het aanpakken van structurele belemmeringen die effectieve samenwerking in de weg staan, zoals de verkokering binnen onderwijsinstellingen en het ontbreken van een gecoördineerde aanpak voor ondernemerschapsonderwijs.De inzichten uit dit onderzoek vormen een belangrijke stap naar het realiseren van een onderwijslandschap dat beter is afgestemd op de behoeften van het mkb, en daarmee op de bredere maatschappelijke en economische uitdagingen waar Nederland voor staat. Het benadrukt de cruciale rol die ondernemerschapsonderwijs speelt in het stimuleren van innovatie en het voorbereiden van studenten op een dynamische arbeidsmarkt en daarmee het maatschappelijk verdienvermogen te versterken.
DOCUMENT
Deze agenda is een strategisch kader voor human capitalontwikkelingen in de creatieve industrie in de Metropoolregio Amsterdam voor de komende vier jaar (2012-2016). De agenda bestrijkt de gehele breedte van de creatieve industrie en richt zich op een interdisciplinaire aanpak en op het stimuleren van een onderzoekende en ondernemende cultuur in het onderwijs. Leidende thema’s zijn: • onderwijs over ondernemerschap;; • vraag en aanbod op elkaar afstemmen;; • alumni & permanente educatie;; • internationalisering. De Creatieve Industrie is de belangrijkste top sector voor de Metropoolregio Amsterdam (CBS monitor topsectoren 2012). Voor de beschrijving van de Creatieve Industrie in de Metropoolregio is een benadering vanuit drie clusters aangehouden: Kunsten & Cultureel Erfgoed, Media & Entertainment, Creatieve Zakelijke Diensten (reclame, mode vormgeving, architectuur). Het Kernteam Creatieve Industrie MRA wil een belangrijke bijdrage leveren aan de Europese en landelijke ambitie om Nederland in 2020 de meest creatieve economie van Europa te laten zijn. Dit vraagt om continue innovatie, slimme en creatieve oplossingen. Daarvoor is slim, creatief, jong (top)talent onmisbaar. Bij deze ambitie hoort een naadloze verbinding en samenwerking tussen bedrijfsleven en kennis- en onderwijsinstellingen. Het concurrerende klimaat, dynamiek en tempo in de sector vragen om snelle toepassing van nieuwe kennis en technologie en om een voortdurende instroom van nieuw (internationaal) creatief (top)talent en permanente bijscholing. Naast een economische waarde heeft de creatieve sector ook een maatschappelijk toegevoegde waarde. Met name de subsector Kunsten & Cultureel Erfgoed bevordert, met een vaak cross-sectorele aanpak, participatie en cohesie van diverse groepen in de samenleving. De toegevoegde waarde van de creatieve industrie wordt door andere sectoren nog onvoldoende op waarde geschat en benut. Voor professionals en aankomend talent is het cruciaal dat zij de juiste kennis en vaardigheden ontwikkelen om de meerwaarde en identiteit van de creatieve industrie over het voetlicht te brengen. De ondertekenaars van deze HCA hebben de intentie de ingezette samenwerking nog concreter vorm te geven. Het Centre of Expertise, Centrum voor Innovatief Vakmanschap en de Amsterdam Campus zijn hierbij dé vehikels om concrete afspraken en projecten tussen de drie partijen uit de gouden driehoek te realiseren. Prioriteit hierbij is de vraagarticulatie vanuit het bedrijfsleven verder aan te scherpen, afspraken hierover tussen partijen zijn reeds gemaakt. AIM wordt gevraagd twee per jaar een bijeenkomst te organiseren om concrete acties met elkaar te benoemen. Deze HCA, met bijbehorende ambitie en invulling, zal dan ook jaarlijks door het Kernteam geëvalueerd en zo nodig bijgesteld worden. Hierbij blijft afstemming met de MRA –agenda’s: HCA ICT en HCA Toerisme en Congressen gewenst.
DOCUMENT
Het Kenniscentrum Innovatie en Business ziet in ondernemerschap een sleutel om het innovatievermogen van de Utrechtse economie te vergroten. Steeds meer wordt onderkend dat ondernemerschap of een ondernemende houding van groot belang is voor onze studenten, de toekomstige professionals. Daarom stellen wij voor een lectoraat op het gebied van ondernemerschap op te richten. Het uitgangspunt is dat ondernemerschap in deze tijd vraagt om samenwerking. Coöperatievorming, keteninnovatie en internationale samenwerking zijn steeds belangrijker zijn om de concurrentie voor te blijven en/of groei te realiseren.
DOCUMENT