DOCUMENT
Beschermd thuis staat voor een beweging die ernaar streeft wonen en passende onder-steuning voor inwoners met een psychische kwetsbaarheid te realiseren. Met beschermd thuis wordt niet alleen verwezen naar een veilige woonplek met passende ondersteuning, maar ook naar je thuis voelen in de samenleving, en daarin sociaal en maatschappelijk tot tevredenheid kunnen functioneren. Het staat voor een omslag van alleen het bieden van individuele bescherming en begeleiding naar ondersteuning bij en het realiseren van mogelijkheden voor participatie. Het omvat ook het werken aan sociale inclusie; om mens onder de mensen te kunnen zijn, in contact met anderen in een gastvrije samenleving (Simplican, 2015). Hoewel beschermd thuis de beleidstitel is waarmee deze ontwikkeling wordt aangeduid, dekt dit feitelijk niet de lading. Het draait erom dat mensen met een psychische kwetsbaarheid zich thuis voelen in de samenleving. Daarom kozen we dit als titel voor deze publicatie. We lenen deze titel van een publicatie van Hella van de Beek en Jan Willem Zuthem uit 2002. Veel van wat in dit boek werd beschreven, toen onder de noemers vermaatschappelijking en maatschappelijke steunsystemen, is nu meer dan ooit aan de orde. Uit onze onderzoeken blijkt dat het realiseren van deze omslag nog niet zo eenvoudig is. Tegelijkertijd zijn er mooie voorbeelden van initiatieven die behulpzaam zijn bij je thuis voelen in de samenleving. Doel van deze publicatie is om gemeenten, maatschappelijke partners en cliëntorganisa-ties inzicht te geven in wat de uitdagingen zijn om tot een beschermd thuis te komen en wat mogelijke handvatten of inspirerende voorbeelden kunnen zijn als antwoord daarop. Daarbij maken we gebruik van de opbrengsten van het leernetwerk Beschermd Thuis en de leernetwerken in regio Utrecht en Flevoland waar we als onderzoekers eerder bij betrokken waren1. Maar eerst gaan we in op de context en inhoud van de beweging van beschermd wonen naar beschermd thuis.
DOCUMENT
Sinds de transitie van het jeugddomein in 2015 zijn we als gemeenten de verantwoordelijkheid aangegaan om alle kinderen, jongeren en gezinnen optimale ontwikkelingskansen te bieden. Wij hebben gewerkt aan nieuwe vormen van samenwerking tussen hulpverleners, onderwijsinstellingen en vrijwilligersorganisaties. Regionale samenwerking is hierin ook ontzettend belangrijk gebleken. We zijn aan de slag gegaan met nieuwe werkwijzen, samenwerkingsverbanden en een andere inzet van bestaande mogelijkheden. Dat was een fikse opgave en er is door alle betrokkenen veel inzet voor geleverd. Nu, ruim twee jaar na de transitie, wordt het resultaat van al die inzet steeds beter zichtbaar. We hebben ervaren welke werkwijzen samenwerkingsverbanden, functies en mogelijkheden goed werken
DOCUMENT
In deze openbare les geef ik in vogelvlucht een overzicht van recente kennis, onderzoek en (inter)nationaal beleid op het gebied van bedrijfsoverdracht. In hoofdstuk 1 baken ik het domein en de theorieen af en formuleer ik een onderzoeksagenda. In hoofdstuk 2 ga ik in op het belang van bedrijfsoverdrachten voor nationale economieen in Europa en op een kader voor beleid bij bedrijfsoverdrachten. Hoofdstuk 3 bespreekt het profiel van overnemers en opvolgers in vergelijking tot starters en de effecten van hun profiel op de bedrijfsresultaten. In hoofdstuk 4 zet ik de aandachtspunten voor de 'body of practice' uiteen, waaronder het gebruik van de Opvolgingsscan, een instrument waarmee ondernemers kunnen zien hoe zij ervoor staan in de aanloop naar verkoop van het bedrijf.
DOCUMENT
In juli 2023 verscheen het onderzoeksrapport ‘Pilots integratie jeugdhulp en ggz voor volwassenen: Evaluatie van de meerwaarde’. Wij onderzochten vier pilots in de regio Haaglanden die naast jeugdhulp ook expertise of ondersteuning vanuit de geestelijke gezondheidszorg voor volwassenen (v-ggz) inzetten. Hieruit bleek dat het meerwaarde heeft voor gezinnen wanneer hun problemen in samenhang bekeken en aangepakt kunnen worden. Op de korte termijn kan dit een beperkte (financiële en personele) investering vragen. Het zorgt echter ook voor meer passende ondersteuning, kan problemen meer duurzaam oplossen en biedt mogelijkheden om kosten in de toekomst besparen. Naar aanleiding van onze bevindingen, doen wij hieronder een aantal aanbevelingen voor zorgverzekeraars, gemeenten (specifiek in de regio Haaglanden, maar mogelijk ook voor andere gemeenten interessant), jeugdhulp- en ggz-organisaties, en jeugdhulp- en ggz-professionals.
MULTIFILE
In de troonrede van 17 september 20131 werd gesteld dat de klassieke verzorgingsstaat langzaam maar zeker verandert in een participatiesamenleving. ‘Wanneer mensen zelf vorm geven aan hun toekomst, voegen zij niet alleen waarde toe aan hun eigen leven, maar ook aan de samenleving als geheel’, werd er als uitleg aan toegevoegd. Een participatiesamenleving is een samenleving waarin iedereen die dat kan verantwoordelijkheid neemt voor zijn of haar eigen leven en omgeving, zonder hulp van de (landelijke) overheid. Deze verandering zal ervoor zorgen dat het beroep op professionele hulp afneemt; van gezinsleden, familie, vrienden en buren wordt een grotere bijdrage verwacht
DOCUMENT
Op zes scholen in Leiden, Katwijk en Leiderdorp werken sinds het najaar van 2022 gezinsconsulenten. In dit onderzoek hebben we de invulling en ontwikkeling van deze nieuwe functie gevolgd door middel van bijeenkomsten, observaties en interviews. Conclusie: Gezinsconsulenten hebben met hun preventieve, praktische en persoonlijke insteek een belangrijke meerwaarde. De verbindingen tussen ouders, school en andere partners in de wijk zijn versterkt. Tegelijkertijd is de functie van de gezinsconsulent nog niet af. Er zijn kansen voor doorontwikkeling en verbetering. Hierbij zijn tijd en continuïteit cruciale randvoorwaarden.
MULTIFILE
In de hulp aan huishoudens met financiële problemen spelen vrijwilligers een steeds grotere rol. Daarmee geven zij invulling aan de met de Wmo beoogde civil society. Hoe is deze opkomst van de vrijwilliger te verklaren? Wat is zijn toegevoegde waarde? En wat zijn aandachtspunten voor vrijwilligersorganisaties?
DOCUMENT
Het onderzoeksproject - ‘Netwerkondersteuning voor steunbehoevende burgers’ - heeft tot doel om voor werkwijzen van netwerkondersteuning in kaart te brengen welke factoren bijdragen aan het succes van een werkwijze (kritieke succesfactoren). Aan het project hebben 11 zorg- en welzijnsorganisaties uit de provincie Flevoland en de regio Zwolle deelgenomen. In totaal zijn 15 werkwijzen van netwerkondersteuning bestudeerd die onderdeel uitmaakten van het aanbod van deze organisaties. De werkwijzen zijn zodanig gekozen dat een zo gevarieerd mogelijk beeld konden worden verkregen. Zij zijn onder te verdelen in negen klantgerichte werkwijzen (gericht op de klant en het versterken van diens netwerk) en zes omgevingsgerichte werkwijzen (gericht op het mogelijk maken van ontmoetingen tussen burgers of op het bevorderen van onderlinge contacten van bewoners in een buurt of een wijk).
DOCUMENT
In dit hoofdstuk wordt verslag gedaan van een opleidingstraject voor ervaringsdeskundigen uit de geestelijke gezondheids- en de verslavingszorg. De cursussen van dit Traject Opleiding ErvaringsDeskundigheid (TOED), bedoeld voor (ex-)cliënten die al werkzaam zijn in het cliëntenwerk, zijn erop gericht dat de cursisten hun ervaringsdeskundigheid kunnen uitbouwen en bruikbaar en professioneel in dit cliëntenwerk kunnen inzetten. Het opleidingstraject, dat nu drie jaar bestaat, is opgezet in een samenwerkingsverband tussen de Fontys Hogeschool Sociaal Pedagogische Hulpverlening, het Cliëntenbelangenbureau van de GGzE en het Instituut voor GebruikersParticipatie en Beleid. Naast een basiscursus zijn er vier vervolgcursussen ontwikkeld: voor kwaliteitstoetsing, training, voorlichting/consult en voor management. In het artikel wordt het begrip ervaringsdeskundigheid verkend en het waarom van de opleiding wordt uitgebreid beschreven. Doel en opzet van de verschillende cursussen komen aan de orde en worden verantwoord. De professionalisering van het cliëntenwerk krijgt een extra dimensie wanneer dit met behulp van eigen ervaringsdeskundigheid wordt uitgevoerd. Het artikel sluit af met een karakterisering van deze meerwaarde.
DOCUMENT