De spreker heeft het over de positie van het hoger onderwijs in onze samenleving. Daarbij schenkt hij ook specifiek aandacht aan de Haagse Hogeschool. Ook zegt hij iets over de politiek en het onderwijsbeleid.
DOCUMENT
Die nieuwe minister van Onderwijs Mevr. van Bijsterveldt heeft weer veel nieuwe plannen voor het middelbaar onderwijs. Helaas is ze echter de resultaten van de eerdere parlementaire enquetecommissie o.l.v. Dijsselbloem vergeten. Die concludeerde dat de overheid heel voorzichtig moet zijn in haar onderwijsbeleid.
DOCUMENT
Deze rapportage bevat een analyse van het maatschappelijk debat over de terreinen onderwijs, cultuur, wetenschap en media. De analyses zijn in de periode 2010-2015 gemaakt. De analyses van het maatschappelijk debat zijn bedoeld om het beleid beter te doen aansluiten bij de maatschappelijke vraag. De analyse van het media-debat is van de hand van Andra Leurdijk en Saskia Welchen.
DOCUMENT
De stad Rotterdam heeft de laatste jaren positieve ontwikkelingen doorgemaakt. Gelijke kansen en mogelijkheden voor iedere Rotterdammer blijft een grote opgave. De kwaliteit van onderwijs is essentieel om Rotterdams talent optimaal te ontwikkelen. De Kenniswerkplaats Rotterdams Talent draagt al sinds 2011 bij aan kennisontwikkeling en kennisuitwisseling op het gebied van onderwijsbeleid en de praktijk van het onderwijs in Rotterdam. Gevraagd en ongevraagd werken we met kennis- en onderwijsinstellingen aan een beter onderwijs in Rotterdam. Met dit manifest biedt de Kenniswerkplaats Rotterdams Talent het nieuwe college en onderwijsbesturen specifieke aanbevelingen voor robuust en passend Rotterdams onderwijs.
LINK
De stad Rotterdam heeft de laatste jaren positieve ontwikkelingen doorgemaakt. Gelijke kansen en mogelijkheden voor iedere Rotterdammer blijft een grote opgave. De kwaliteit van onderwijs is essentieel om Rotterdams talent optimaal te ontwikkelen. De Kenniswerkplaats Rotterdams Talent draagt al sinds 2011 bij aan kennisontwikkeling en kennisuitwisseling op het gebied van onderwijsbeleid en de praktijk van het onderwijs in Rotterdam. Gevraagd en ongevraagd werken we met kennis- en onderwijsinstellingen aan een beter onderwijs in Rotterdam. Met dit manifest biedt de Kenniswerkplaats Rotterdams Talent het nieuwe college en onderwijsbesturen specifieke aanbevelingen voor robuust en passend Rotterdams onderwijs.
LINK
Dit hoofdstuk gaat over de wijze waarop de overheid en de lerarenopleidingen de afgelopen vijftig jaar op elkaar hebben gereageerd, elkaar hebben opgezocht of uit de weg zijn gegaan. Ze zijn aan elkaar verbonden omdat de overheid de vertegenwoordiger is van het algemeen belang, waarvan onderwijs een belangrijk onderdeel is en dat ook door lerarenopleidingen gediend moet worden. De interactie tussen de overheid en de opleidingspraktijk wordt nogal eens als complex of problematisch ervaren. Complex is het in ieder geval omdat veel personen en belangengroepen erbij betrokken zijn. Het wordt als problematisch worden ervaren omdat er vanuit de samenleving en de overheid als belangenbehartiger het beeld bestaat dat het onderwijs (in ons geval lerarenopleidingen) moeilijk aan te sturen zijn. Lerarenopleidingen en lerarenopleiders kunnen het als problematisch ervaren omdat vaak het beeld bestaat dat de overheid van bovenaf allerlei veranderingen oplegt die de professionals uit het onderwijswerkveld strijdig vinden met hun waarden, hun overtuigingen of de realiseerbaarheid.Terugkijkend op die dertig jaar ervaring herkennen we het sentiment en soms het wantrouwen waarmee vanuit lerarenopleidingen naar de overheid gekeken wordt en omgekeerd vanuit de overheid en koepels naar de praktijk van de lerarenopleidingen. In deze bijdrage belichten we dat vanuit een historisch perspectief. Daarbij ligt - gegeven onze achtergrond binnen die opleidingen – de nadruk op de bekostigde pabo’s en tweedegraads lerarenopleidingen algemeen vormend onderwijs binnen het hoger beroepsonderwijs. We beschrijven de relatie/interactie aan de hand van zes relatief grote, door de overheid geïnitieerde, aanpassingen of intenties gedurende de afgelopen vijf decennia. Bij de selectie waren omvang, impact op de onderwijspraktijk en diversiteit in tijd en thematiek leidend. Daarvoor gaan we in op de taken en verantwoordelijkheden van de overheid en de lerarenopleiding als partner.
DOCUMENT
Het hoger beroepsonderwijs heeft de afgelopen 20 jaar veel veranderingen meegemaakt. De geschiedenis van het onderwijsbeleid van de Hogeschool van Amsterdam is te verdelen in twee periodes: ‘Leren-Leren’ (midden jaren ’90) en ‘Competentiegericht Opleiden’(vanaf 2000). Wat in deze periodes van onderwijsbeleid opvalt, is dat de stem van de docent niet is gehoord. Wat voor onderwijs gaven en geven docenten? Wat zou er in dat onderwijs verbeterd kunnen worden? Uit onderzoek is bekend dat de opvattingen van docenten over onderwijzen een cruciale rol spelen bij de acceptatie van onderwijs-vernieuwingen. Beleid gericht op het verbeteren en vernieuwen van onderwijs heeft de medewerking van docenten nodig. Daarbij is het niet vanzelfsprekend dat de doelen van het onderwijsbeleid ook de persoonlijke doelen van docenten zijn. Om te weten te komen in hoeverre het onderwijsbeleid aansluit bij de persoonlijke doelen van docenten is het nodig om inzicht te hebben in de manier waarop docenten aan de HvA feitelijk hun onderwijs vormgeven en hoe ze met veranderingen omgaan. Daarom is dit onderzoek gericht op de wijze waarop docenten hun onderwijs in de praktijk vormgeven en hoe ze veranderen en met veranderingen omgaan. Twee hoofdvragen staan in dit onderzoek centraal. Wat willen docenten studenten leren en hoe doen ze dat? Zijn de opvattingen van de docenten over onderwijzen veranderd? Zo ja, hoe en onder invloed waarvan? Bij de laatste onderzoeksvraag is onder andere gevraagd hoe docenten zijn omgegaan met de twee grote onderwijsvernieuwingen aan de HvA
DOCUMENT
Het uitgangspunt van talentontwikkeling aan de hand van reële beroepssituaties maakt een ingrijpende vernieuwing ofwel een herontwerp van het beroepsonderwijs noodzakelijk.
MULTIFILE
Het onderwijsbeleid is erop gericht te bevorderen dat scholen kunnen omgaan met verschillen tussen leerlingen en dat meer leerlingen met gedragsproblemen, opvoedingsmoeilijkheden, ontwikkelings-problemen en beperkingen kunnen profiteren van goede onderwijsondersteuning in het regulier onderwijs. Scholen, samenwerkingsverbanden en hun besturen richten zich, ook vanuit dit streven, op verdere professionalisering van leerkrachten, goede leergerichte voorzieningen en passende ondersteuning voor leerlingen en leerkrachten.
DOCUMENT
Het onderzoek “Excellentie, communities en cultuur” is gericht op kenmerken van de cultuur van honoursstudenten en de wijze waarop deze in relatie staat tot de docent en de omgeving buiten honours: medestudenten, docenten, werkveld, vrienden, familie. In de politiek-maatschappelijke discussie over de kenniseconomie en excellentie speelt het begrip cultuur een belangrijke rol. Het tegengaan van de “zesjescultuur”, het streven naar een “ambitieuze studiecultuur “ en een “cultuur van excellentie” wordt vaak genoemd als een belangrijk doel van het landelijk onderwijsbeleid. Zie bijvoorbeeld de Strategische Agenda’s voor het hoger onderwijsbeleid en onderzoek (Ministerie van OCW, 2007 en 2011). Onderwijskundige literatuur is vaak gericht op de rol en invloed van de docent. De rol van de docent komt ook in dit onderzoek aan bod. Het begrip “cultuur” plaatst de interactie tussen student en docent echter in een bredere context. Immers niet alleen de docent speelt een rol, ook bijvoorbeeld ouders, vrienden en studiegenoten spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van de student.
DOCUMENT