Om te werken aan kwaliteit moet je begrijpen wat leerlingen, leraren en scholen nodig hebben. Daarvoor is expertise belangrijk, maar moet je tegelijk ook voorbij je eigen routines, schoolculturen of persoonlijke aannames kunnen kijken. Hoe combineer je nu intuïtie, data en onderzoek? Hoe kunnen we evidence-informed werken vertalen naar een aanpak die past in de praktijk en die ons helpt de onderwijskwaliteit te versterken? Daar gaat Kristin in deze sessie dieper op in.
DOCUMENT
De kwaliteit van het Hoger Onderwijs staat in de schijnwerpers. Enerzijds is er de behoefte aan meer kwaliteit om Nederland als kennisland in de vaart der volkeren economisch voorop te laten lopen. Anderzijds is er kritiek op het veronderstelde te lage niveau van zowel instromers als uitstromers in het hoger onderwijs. In dit artikel doen wij verslag van onze zoektocht naar de voorwaarden voor kwaliteit in het hoger onderwijs, in het bijzonder het Hoger Beroeps Onderwijs (HBO). Wij hebben twee kwalitatief uitstekende opleidingen van de Hogeschool Utrecht geselecteerd en zijn gaan onderzoeken welke kenmerken deze beide opleidingen hebben die een verklaring zouden kunnen vormen voor die hoge kwaliteit. De focus is gericht op de kwaliteit van de afzonderlijke docenten en van de docententeams vanuit de aanname dat vooral deze twee factoren bepalend zijn voor onderwijskwaliteit. De opleidingen waar het onderzoek is uitgevoerd zijn de opleiding Personeel & Arbeid (P&A) van de faculteit Maatschappij en Recht en de opleiding Technische Bedrijfskunde (TBK) van de faculteit Natuur en Techniek. Beide zijn opleidingen met voltijd en deeltijd varianten
DOCUMENT
Die nieuwe minister van Onderwijs Mevr. van Bijsterveldt heeft weer veel nieuwe plannen voor het middelbaar onderwijs. Helaas is ze echter de resultaten van de eerdere parlementaire enquetecommissie o.l.v. Dijsselbloem vergeten. Die concludeerde dat de overheid heel voorzichtig moet zijn in haar onderwijsbeleid.
DOCUMENT
Het Lectoraat Werken in Onderwijs en Academie Tien, een innovatieve school voor voortgezet onderwijs in Utrecht, onderzoeken in deze case study hoe de eigentijdse visie op leren en ontwikkelen van de school in de praktijk vorm krijgt binnen drie lagen (leerling, docenten (in-opleiding) en schoolontwikkeling).Doel Binnen Academie Tien is er wat betreft leren en ontwikkelen sprake van gelaagdheid: wat voor (1) leerlingen geldt, kan niet los staan van (2) opleiden van docenten-in-opleiding en professionaliseren van collega’s en (3) schoolontwikkeling. Hoe werken deze drie lagen van leren en ontwikkelen op elkaar in? En hoe werkt de visie van de school op leren door op onderwijskwaliteit? In het bijzonder zal er gekeken worden naar deze vragen in relatie tot het thema ‘omgaan met heterogeniteit’. Het doel van dit project is om meer inzicht voor de school in zichzelf te verkrijgen en voor scholen met vergelijkbare ambities. Resultaten De case study resulteert in een portret. Dit portret: geeft taal aan de visie van Academie Tien en maakt sterke kanten en verbeterpunten zichtbaar; schetst het leren en professionaliseren van docenten en kan richting geven aan toekomstig leren en professionaliseren; is een voorbeeld voor andere scholen als het gaat om het organiseren en verbinden van leren en ontwikkelen. Looptijd 01 januari 2023 - 31 januari 2024 Aanpak Onderzoekers vanuit het lectoraat en de school zelf verzamelen gegevens door het doen van observaties en diepte-interviews. Een veelgebruikt onderwijskundig model over (professioneel) leren wordt gebruikt om te duiden wat er wordt geleerd binnen de drie lagen van de schoolorganisatie en hoe er wordt geleerd.
Hoe kunnen we als VO-school duurzame interventies ontwikkelen die bijdragen aan werkplezier, gezamenlijke innovatiekracht en het verbeteren van de onderwijskwaliteit? Vanuit mijn rol als directeur wil ik samen met formele én informele leiders interventies ontwerpen, uitvoeren en evalueren die het Merletcollege versterken als lerende organisatie. Het uitgangspunt is het model van de lerende organisatie (Watkins & Marsick, 1999; Kools, 2020; Ros, 2022), dat helpt om interventies te toetsen en te verbeteren. Dit model bestaat uit acht dimensies, zoals het ontwikkelen van een gedeelde visie, het stimuleren van samenwerking en feedback, en het creëren van ruimte voor leiderschap en onderzoek. Het model biedt inzicht in hoe de versterking van de samenhang tussen deze dimensies tot een lerende organisatie kan leiden. Door docenten actief te betrekken bij het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van interventies, vergroten we hun eigenaarschap en benutten we hun expertise (gespreid leiderschap). En bouwen we samen aan een onderzoekscultuur waarin leren, innoveren en samenwerken centraal staan. Deze aanpak helpt ons niet alleen om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren, maar ook om als organisatie wendbaar en toekomstgericht te blijven.
In werkplaatsen van "Onderzoek dat werkt" gaan leerkrachten, schoolleiders en onderzoekers op basis van een praktijkvraag uit de school aan de slag met nieuwe ideeën, kennis en oplossingen door middel van praktijkgericht onderzoek. Zo dragen we bij aan onderwijskwaliteit in de regio.