De Ontmoeting: interview met Canan Ziylan en Debbie ten Cate. Zij verrichten beide onderzoek naar ondervoeding. Ook zitten ze in de Expertraad Onderwijs van de Stuurgroep Ondervoeding. Wat doet deze Expertraad?
LINK
De Ontmoeting: interview met Canan Ziylan en Debbie ten Cate. Zij verrichten beide onderzoek naar ondervoeding. Ook zitten ze in de Expertraad Onderwijs van de Stuurgroep Ondervoeding. Wat doet deze Expertraad?
LINK
Het thema van deze handreiking is ‘Werken met de Wmo’. Het is bedoeld voor u als docent Social Work om u te ondersteunen bij het samenstellen van lesmateriaal rond het werken in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Deze handreiking is een mix van inhoudelijke informatie en informatie over materialen die ontwikkeld zijn binnen de Wmo-werkplaatsen ten aanzien van dit onderwerp, zodat u dit naar eigen inzicht en met eventuele aanpassingen kan toepassen in het onderwijs. Deze handreiking is als volgt opgebouwd. Eerst wordt kort inzicht gegeven in de hervormingen als gevolg van de invoering van de Wmo en toegelicht wat het verschil is tussen transitie en transformatie. Vervolgens worden aan de hand van zes thema’s onderwijsmodules en literatuur die aansluiten bij het thema genoemd en een aantal voorbeeldoefeningen gegeven. Daarbij is er aandacht voor de transitie oftewel de structuurveranderingen van de zorg en de transformatie, een andere visie op ondersteuning. Ten gevolge van de transitie is de organisatie van de zorg anders geregeld en de toegang tot zorg veranderd. De transformatie gaat over een andere visie op en wijze van ondersteunen.
DOCUMENT
Waarom ontstaat antisociaal of crimineel gedrag? Allerlei sociale, psychologische en neurobiologische factoren blijken hierbij van belang. Neurobiologische kennis is in de praktijk vaak afwezig. Professionals in het zorg- of veiligheidsdomein zouden gebaat zijn bij een toegankelijke onderwijsmodule. Brainstorm biedt kennisclips met basiskennis over het ontstaan van antisociaal en crimineel gedrag, met extra aandacht voor neurobiologische factoren.
LINK
In september 2009 startten zes regionale Wmo-werkplaatsen in Nederland. Het zijn regionale samenwerkingsverbanden van Hbo-instellingen en lectoren, zorg- en welzijnsinstellingen en gemeenten, gericht op praktijkonderzoek, beroepsinnovatie en deskundigheidsbevordering op het terrein van de maatschappelijke ondersteuning. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport geeft deze werkplaatsen een stimuleringssubsidie. Van 2009 tot 2012 hebben de zes Wmo-werkplaatsen nieuwe werkvormen voor zorg en welzijn opgespoord, verder ontwikkeld en geëvalueerd. Op basis van deze praktijkervaringen en –onderzoek, ontwikkelden de werkplaatsen onderwijsmodulen, die om niet ter beschikking gesteld worden aan gemeenten, organisaties in de zorg- en welzijnssector, opleiders en andere belangstellenden. In de onderwijsmodules staat een bepaald maatschappelijk probleem en een door de Wmo-werkplaats gevolgde en ontwikkelde methodiek centraal. In deze cursus ontdekken studenten ontdekken hoe onderzoek plaats kan vinden zodat kennis over de context van kwetsbare burgers systematisch in beeld komt. De cursus is met name ontwikkeld voor studenten die binnen het domein van Social Work (MWD) een groot aantal competenties ontwikkelen die allen ook relevant zijn voor het werken met deze groep. Denk hierbij aan zaken als gesprekstechnieken, outreachend werken, signaleren. Deze thema’s zullen op andere plekken in het curriculum behandeld worden. In dit programma is gekozen voor een aantal thema’s die niet direct voorhanden zijn in ieder curriculum. Het is aan de docent om samen met de student te zoeken naar een op maat gesneden invulling van het programma.
DOCUMENT
Het sociaal netwerk vormt een belangrijk thema doordat vanuit de Wmo verondersteld wordt dat de cliënt eerst de eigen kracht aanboort, alvorens er professionele hulp kan worden ingeschakeld. Dat betekent dat hij ook de kracht die het eigen sociaal netwerk bezit moet benutten. Het gaat bij kracht van het sociaal netwerk om steun die door familie, vrienden , kennissen en buren gegeven kunnen worden. Hierdoor kan de cliënt langer zelfstandig thuis blijven wonen en/of meer participeren in de samenleving. In de literatuur wordt wel onderscheid gemaakt tussen het persoonlijk – en het maatschappelijk steunsysteem van de cliënt. Bij het maatschappelijk steunsysteem gaat het dan met name over het benutten van algemene voorzieningen als vrijwilligers of lotgenotencontacten etc. In deze docentenhandreiking ligt de focus op het persoonlijk steunsysteem. De opzet van deze handreiking is dat je als docent tijdens je lessen voor een bepaald vak waar het onderwerp Sociale netwerken bij aan de orde komt, kan putten uit dit lesmateriaal. Daarbij kun je gericht zoeken vanuit de deelthema’s waar deze docentenhandreiking uit is opgebouwd. Ieder deelthema wordt kort ingeleid. Hierdoor krijgt de lezer een goede indruk van de belangrijkste items die bij ieder deelthema aan de orde zijn. Daarnaast wordt een overzicht gegeven van de literatuur en onderwijsmodules uit de Wmo-werkplaatsen, zodat jij en studenten zich verder in het thema kunnen verdiepen. Tot slot wordt bij ieder deelthema een aantal opdrachten geformuleerd die je als docent kan gebruiken als opdrachten tijdens de lessen.
DOCUMENT
Hogescholen starten in 2022 met een eigen doctoraatstraject: het Professional Doctorate. Daarmee introduceert het hbo een nieuwe beroepsopleiding waarmee het de grenzen in de beroepspraktijk wil verleggen. Kandidaten worden opgeleid tot hooggekwalificeerde professionals die leren te interveniëren in complexe vraagstukken zoals de energietransitie of de gezondheidszorg. Belangrijke en noodzakelijke toevoeging Hogescholen zien een doctoraatstraject in het hbo als een belangrijke en noodzakelijke toevoeging binnen het hoger onderwijs stelsel. Het Professional Doctorate (PD) maakt een doorlopende leerlijn van bachelor via master tot doctorate in de beroepskolom mogelijk, en wordt nauw verbonden met het overige hbo-onderwijs. Doel is dat hbo bachelor- en masterstudenten in hun onderwijs de vruchten plukken van het onderzoek van PD-kandidaten naar de laatste ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Daarmee is de introductie van het professional doctorate ook een investering in de bredere aansluiting van het hbo op de arbeidsmarkt.
DOCUMENT
Een aantal studieonderdelen van de Fontys-opleiding Technische Informatica, met name op het gebied van de Industriële Automatisering worden nader toegelicht. In het begin van de opleiding zijn er oriënterende eenheden, zoals de module Productiesystemen (PRS) en het project Industriële Automatisering (ProIA). Bij PRS wordt het onderwijs uitgevoerd in de vorm van theorie- en practicumopdrachten, respectievelijk individueel en in groepen. Bij ProIA wordt een praktijkproject nagebootst. In het vierde jaar zijn er voor studenten die de afstudeervariant Industriële Automatisering hebben gekozen specialisatiemodulen en een project op dit gebied. Er wordt vooral aandacht besteed aan de onderwijsvormen, die in het eerste deel van de opleiding worden toegepast. In de loop der jaren is een lesmodule op gebied van Industriële Automatisering "uitgeëvolueerd" tot zijn huidige vorm. Sinds IA een afstudeervariant is geworden binnen de opleiding Technische Informatica zijn daar nog een aantal onderwijsvormen bij gekomen met name in de vorm van practica en projecten op dit gebied.
DOCUMENT
Omgaan met verward gedrag is een onderwerp dat de samenleving reeds enige tijd bezighoudt en, zo blijkt, vraagt om verregaande samenwerking tussen diverse betrokken disciplines. De ervaring is namelijk dat de professionals, die te maken krijgen met mensen die onbegrepen gedrag vertonen hierop vanuit verschillende perspectieven en opvattingen reageren en daarnaar handelen. Aansluitend op geluiden vanuit de wereld van ervaringsdeskundigen wordt hier de term onbegrepen gedrag gebruikt omdat verward gedrag de associatie oproept dat mensen onverklaarbaar gedrag vertonen, terwijl het gedrag in veel gevallen verklaarbaar is.Het vraagt nogal wat van professionals om een sluitende aanpak te formuleren ten behoeve van mensen met onbegrepen gedrag en dit gaat daarom niet zelden mis. Hierdoor dreigen deze mensen met kwetsbaarheden tussen wal en schip te raken. Om een betere samenwerking tussen professionals te bevorderen zijn er door het ZonMw Actieprogramma Verward Gedrag (AVG) subsidies beschikbaar gesteld waarmee onderwijsmodules voor professionals, die met deze doelgroep gaan werken, ontwikkeld kunnen worden.
DOCUMENT
Dit rapport doet verslag van een longitudonaal onderzoek naar de effecten van een grote organisatieverandering op het werk van docententeams. In deze opleiding werd als gevolg van een nieuw didactisch model een nieuw organisatiemodel, waarbij stones (onderwijsmodules) werden geintroduceerd.In deze tweede meting van het driejarig onderzoek werden individuele interviews afgenomen van 45 medewerkers, verspreid over alle jaren van de opleiding. Dit onderzoek laat zien dat draagvlak voor de organisatieverandering ten opzichte van de eerste meting is afgenomen. De meningen over het onderliggende didactisch model lopen daarbij sterk uiteen. De impact op het werk is onverminderd groot, mede als gevolg van een hoge werkdruk, met alle risico's voor uitval. Medewerkers ervaren voor het merendeel steun van hun direct leidinggevenden, maar missen is sommige gevallen leiding en sturing vanuit het hogere management. De meningen over de samenstelling van de teams lopen uiteen. Factoren die daarmee samenhangen zijn de grootte van het team, de kwetsbaarheid van kleine teams en de mate waarin docenten lesgeven in hun eigen stone.
DOCUMENT