Na een misdrijf blijven er vaak sporen achter op een plaats delict, die een belangrijke rol kunnen spelen bij de opsporing, vervolging en berechting. Daarom is het vinden, selecteren, analyseren en interpreteren van deze sporen van cruciaal belang. Toch is dat niet altijd eenvoudig om de juiste sporen te vinden en om gevonden sporen goed te kunnen duiden. Zeker nu het technisch mogelijk is om steeds kleinere sporen te analyseren is de vraag waar die sporen dan gevonden kunnen worden en wat die sporen zeggen over het misdrijf steeds vaker aan de orde. In deze bijdrage wordt stilgestaan bij de processen die een rol spelen bij het vinden, selecteren en interpreteren van sporen, en bij de kennis die nodig is om het forensisch sporenonderzoek, van plaats delict tot rechtszaal, te kunnen verfijnen en verbeteren.
LINK
Mobiele identificatietechnieken maken het in de nabije toekomst mogelijk DNA- en vingersporen tijdens een lopend forensisch sporenonderzoek snel te analyseren, te vergelijken met referentiemonsters, en de resultaten hiervan te gebruiken in het verdere onderzoek. In dit experimentele onderzoek werd de invloed onderzocht van deze snelle analyseresultaten op de scenariovorming, en van de databankidentificaties in deze resultaten op de interpretatie van sporen door forensisch rechercheurs in Nederland. Forensisch rechercheurs (N = 65) voerden een gesimuleerd plaats delict onderzoek uit. Hierbij werden zowel de analyseresultaten als het moment waarop deze werden verstrekt gemanipuleerd. De resultaten laten zien dat snelle analyseresultaten de scenariovorming van rechercheurs beïnvloeden, en dat deze invloed afhankelijk is van het moment van de informatieverstrekking. Oordelen van rechercheurs over het belang van de sporen blijken niet door databankidentificaties te worden beïnvloed.
DOCUMENT
Het delict als maatstaf is een algemene methodiekbeschrijving voor het reclasseringswerk. Het gaat over het werk van de reclasseringswerker, de ketenpartners en andere betrokken organisaties. Begeleiding van de verdachte of dader door de reclassering vindt altijd plaats in gedwongen kader: de begeleiding is opgelegd door justitie. De cliënt komt dus niet uit eigen beweging. Aan dit kader zijn zowel reclassering als cliënt gehouden. Reclasseringswerkers hebben al werkend ontdekt wat het gedwongen kader voor hun methodisch handelen betekent. Een methodiekbeschrijving voor de reclasseringswerkers bestond echter nog niet. Daar was, zeker na de ontwikkeling van het diagnostisch instrument RISc, behoefte aan. Immers: wat heb je aan een goede diagnose als je geen methodiek hebt voor de begeleiding? Link naar nieuwere druk 2012
MULTIFILE
Wat heeft zich deze week precies afgespeeld in De Molkfabryk in Burgum?Wat begon als een feest in de verlaten ruimtes eindigde in een tragedie,met doden en gewonden tot gevolg. ‘Dit is een leermoment dat studentenhun hele leven nooit meer vergeten.’
LINK
Van Hall Larenstein start begin 2018 met een nieuwe minor genaamd 'Food forensics & toxicology', als onderdeel van de opleiding Biotechnologie, waar studenten geleerd wordt wat voedselfraude inhoudt en op welke wijze het kan worden opgespoord. Interview met Marije Strikwold, associate-lector 'Veiligheid in de voedselketen' bij Van Hall Larenstein in Leeuwarden.
LINK