Onderzoeksrapport Internationaal onderzoek heeft inzicht opgeleverd in de belangrijkste ethische uitdagingen waarmee sociale professionals geconfronteerd werden bij aanvang van de covid-19-pandemie: • Dienen professionals de richtlijnen van overheden en instellingen op te volgen of is het beter om te vertrouwen op het eigen professionele oordeelsvermogen? • Hoe kunnen professionals een verantwoorde afweging maken tussen direct contact en digitaal contact met dienstengebruikers? • Hoe kunnen in geval van schaarste op verantwoorde wijze prioriteiten worden gesteld in de dienstverlening? • Hoe kunnen conflicterende belangen van dienstengebruikers en van professionals en anderen op een goede manier tegen elkaar worden afgewogen? • Hoe kan goede zelfzorg voor professionals worden gehandhaafd tijdens de emotionele belasting door stress en onveiligheid vanwege een crisissituatie? Aanvullend onderzoek door middel van een enquête onder Nederlandse sociale professionals laat zien dat deze uitdagingen in verschillende mate vóórkomen. Terwijl meer dan 70% van de respondenten de beperkingen in direct contact met dienstengebruikers als belastend heeft ervaren, heeft minder dan 30% het moeten stellen van prioriteiten als belastend ervaren. De belasting door tekortschietende mogelijkheden voor goede zelfzorg varieert tussen 30 en 70%, afhankelijk van het aspect dat aan de orde wordt gesteld. In grote lijnen blijken de professionals met name behoefte te hebben aan direct contact - vooral met dienstengebruikers, maar ook met collega’s – en verder aan goede richtlijnen en randvoorwaarden voor hun werkzaamheden.
DOCUMENT
De hoofdonderzoeksvraag luidt: Wat zijn de beweegredenen, en welke woonomgeving en faciliteiten zijn er nodig om het concept meergeneratiewonen in Ulrum te laten slagen?Onderzoeksrapport geschreven in samenwerking met het Kenniscentrum NoorderRuimte
DOCUMENT
Dit onderzoeksrapport maakt onderdeel uit van een onderzoek naar nevenactiviteiten van niet-agrariërs op het platteland van Nederland. De reden van het onderzoek is het achterhalen van de motivatie van niet-agrariërs voor het starten van een nevenactiviteit op het platteland. Tevens wordtonderzocht wat de gevolgen zijn op het platteland op gebied van het plattelandsbeleid. Onder platteland worden de gebieden buiten de blauwe gemeenteborden in de gemeente bedoeld. De populatie binnen dit onderzoek zijn alle niet-agrariërs met nevenactiviteiten op het platteland inde gemeenten: Borger-Odoorn, Emmen, Pekela en Vlagtwedde. Binnen dit onderzoek is gebruik gemaakt van een clustersteekproef. Alle niet-agrariërs met nevenactiviteiten die buiten de bebouwde kom wonen in de betreffende gemeenten zijn voor zover mogelijk in het onderzoek betrokken.De resultaten van dit onderzoek zijn verkregen door kwantitatief onderzoek door middel van face to face enquêtes met niet-agrariërs en kwalitatief onderzoek door interviews met medewerkers van de afdeling Ruimtelijke Ordening bij iedere gemeente. Studentenonderzoek in het kader van het thema Leefomgeving
DOCUMENT
De dorpsvereniging van Westerbroek legt ieder 10 jaar wensen en verwachtingen van inwoners ten aanzien van de leefbaarheid van hun leefomgeving vast in een dorpsvisie om er vervolgens -waar mogelijk- ook mee aan de slag te gaan. Dit jaar -2023- is de laatste Dorpsvisie 2012-2022 aan opvolging toe door een nieuwe dorpsvisie voor de periode 2023-2033. Dit onderzoeksrapport geeft de dorpsvereniging handreikingen vanuit inwonerperspectief voor het opstellen ervan. Het doel van een dorpsvisie is om een leidraad te vormen voor toekomstige beslissingen en acties die eraan bijdragen aan dat Westerbroek een prettige en leefbare plek is en blijft voor inwoners om te wonen, werken en recreëren.
DOCUMENT
Onderzoeksrapport waarin na een inleiding op de methode voor energiebesparing in monumenten wordt ingegaan op de onderzoeksresultaten voor de Sint Petruskerk in Eindhoven. Ingegaan wordt op de huidige situatie (de omgeving, het monument, gebruik en energie), belangen van actoren (gebruikers, kerk, overheid) en potentiele maatregelen om energie te besparen.Rapport in opdracht van Stichting Kien en Parochie Sint Petrus' Stoel.
DOCUMENT
Het onderzoeksrapport dat voor u ligt maakt deel uit van een vijfjarig onderzoek waarmee het Jeugdsportfonds Amsterdam meer inzicht verkrijgt in de effectiviteit van de activiteiten van het Jeugdsportfonds. Het doel van het Jeugdsportfonds is om kinderen uit financieel achtergestelde gezinnen te laten sporten door het betalen van de contributie en benodigde sportproducten. Deze kinderen kunnen aangemeld worden bij het Jeugdsportfonds door een intermediair, een tussenpersoon die professioneel betrokken is bij de opvoeding en verzorging van het kind. Om in kaart te brengen of de doorverwijzing en aanmelding van kinderen momenteel op de juiste manier verloopt zijn in dit onderzoek de ervaringen, knelpunten en ideeën van intermediairs met betrekking tot de werkwijze en naamsbekendheid van het Jeugdsportfonds Amsterdam in kaart gebracht.
DOCUMENT
Onderzoek naar een passende oplossing voor de mondkapjesproblematiek waar DELA sinds het uitbreken van de Coronacrisis mee kampt.
DOCUMENT
Onderzoeksrapport van het Nederlands Jeugdinstituut over de uitvoering en de uitkomsten van de Opvoedworkshop en de Oudertraining uit het pakket ‘Ouders van Tegendraadse Jeugd’, toegepast bij de jeugdreclassering. In het rapport wordt verslag gedaan van een onderzoek naar twee interventies uit het pakket ‘Ouders van Tegendraadse Jeugd’. Het gaat om onderzoek naar de toepassing van de Opvoedworkshop en de Oudertraining bij de jeugdreclassering op acht locaties in de provincies Zuid-Holland en Noord-Holland en de steden Utrecht en Tilburg. De auteurs doen aan hand van de onderzoeksbevindingen aanbevelingen voor de verdere toepassing van beide interventies bij de jeugdreclassering.
DOCUMENT
Dit is het onderzoeksrapport voor de Herontwikkeling van de Noorderstraat, Ulrum. De projectgroep die dit verslag heeft geschreven bestaat uit een multidisciplinair team bestaande uit één student van Bouwkunde en Architectuur: Marlon Mulder, één student Civiele Techniek, Raymond Wierenga en een studente Human Technology, Cindy Wiegman De Noorderstraat in Ulrum voelt op dit moment niet aan als de hoofdstraat van het dorp, ondanks dat deze dat wel is. De projectgroep streeft ernaar om de Noorderstraat weer zijn oude allure terug te brengen, door middel van het bedenken van passende concepten. De concepten zijn bedacht naar aanleiding van een door de projectgroep uitgevoerd onderzoek. Na gedegen onderzoek, bleek dat het concept van een dorpsplein het best naar voren kwam. Naar aanleiding van dit rapport, is het Adviesrapport Herontwikkeling van de Noorderstraat, Ulrum gemaakt. Hierin staan de eindconcepten voor de Noorderstraat.Studentonderzoek in het kader van het thema Werklandschappen.
DOCUMENT
Een circulair bedrijfsmodel vraagt veelal om een andere financieringsconstructie. Zo hebben producten die worden hergebruikt of op hoogwaardige wijze worden gerecycled altijd een financiële restwaarde. Deze dient inzichtelijk te zijn en afgestemd te worden met de verschillende ketenpartners en met financiers. De financieringsbehoefte van een onderneming verandert ook als een bedrijf ervoor kiest om producten niet te verkopen, maar via een overeenkomst beschikbaar te stellen aan gebruikers. Dit onderzoek richt zich op de volgende praktijkvragen: 1. Hoe kunnen we de financiële (rest)waardes van onze producten bepalen en verbinden aan zakelijke afspraken over hergebruik en recycling? 2. Hoe kunnen we financiële contracten opstellen met ketenpartners waardoor gebruikers worden gefaciliteerd en gestimuleerd om producten opnieuw te gebruiken en te recyclen? 3. Hoe kunnen we financiering aantrekken en wat betekent dit voor onze onderneming en samenwerking binnen de logistieke keten? In september 2017 is een groep van onderzoekers van de hogescholen Windesheim en NHL Stenden in samenwerking met de Universiteit van Aruba en Circle Economy begonnen aan dit grootschalige onderzoeksproject. Het onderzoeksproject is een vorm van co-creatie waarbij er geleerd wordt van en met bedrijven. Dit onderzoeksrapport doet verslag van de dataverzameling, interpretatie en aanbevelingen. We beginnen met een inleiding vanuit de theoretische rationale, leidende tot de onderzoeksvragen. Hoofdstuk twee beschrijft de bestaande kennis binnen het domein vanuit de literatuur. Aansluitend is hoofdstuk drie gewijd aan de methodologie. De bevindingen zijn te lezen in hoofdstuk vier en worden besproken in hoofdstuk vijf. Het afsluitende hoofdstuk trekt conclusies en stelt aanbevelingen.
DOCUMENT