Stel je voor: binnenkort verhuis je naar een zogenaamde ‘slimme' woning. Zoals beloofd in de brochure is het huis uitgerust met de nieuwste technologieën die het dagelijks leven vereenvoudigen en energiezuiniger maken. Met een slimme thermostaat, gekoppeld aan je telefoon, kun je de temperatuur op afstand programmeren, zodat het warm en comfortabel is als je thuiskomt. Dankzij een keukenmolen kun je organisch afval eenvoudig weggooien. Zonnepanelen en een warmtepomp genereren de energie die nodig is om alle apparaten te laten werken, inclusief de nieuwe energiezuinige wasmachine met een A+++ label en de slimme koelkast die vertelt wanneer je favoriete eten op is. Daarnaast ben je automatisch lid van een lokale energiecoöperatie, waarbij bewoners via een online platform met elkaar zaken doen op het gebied van energie.
LINK
Steeds meer onderwijs is flexibel en gepersonaliseerd. Dat zorgt voor uitdagingen rondom sociale binding van studenten onderling, met de opleiding en met docenten. Daarnaast wordt steeds meer onderwijs online en blended vormgegeven. Dit draagt bij aan de vraag: Hoe zorg je bij online en blended onderwijs dat mensen elkaar nog weten te vinden en te bereiken? De zone Flexibilisering van het onderwijs deed er onderzoek naar. Daar is een praatplaat en handreiking Sociale binding in online en blended leergemeenschappen uitgekomen. Hierin worden concrete ontwerpprincipes – voorzien van voorbeelden, werkvormen en (ICT-)tools – gepresenteerd.
MULTIFILE
Dit project heeft tot doel in kaart te brengen hoe virtuele en fysieke sociale interacties in de vrije tijd zich tot elkaar verhouden. Wat is de impact van virtualisering van de vrijetijd op lokale praktijken? Vrijetijdspraktijken worden traditioneel gezien als gelegenheden bij uitstek om op een laagdrempelige manier in contact te komen met anderen en worden aangewend om sociale cohesie te bewerkstelligen (bijvoorbeeld via urban gardens). Het internet heeft echter voor nieuwe vormen van vrijetijdsbesteding en daarmee gepaard gaande sociale interactie gezorgd. Het is mogelijk om -bijvoorbeeld in het kader van een hobby zoals gamen- contact te leggen met gelijkgestemden aan de andere kant van de wereld. Dit roept de vraag op naar de invloed van digitale media en individualisering van de vrije tijd op de omvang en aard van sociale netwerken die aan de basis staan van sociale cohesie en sociaal kapitaal. Mogelijk versterken virtuele praktijken lokale sociale netwerken. Aan de andere kant kunnen mensen met een beperkte toegang tot de virtuele wereld buitengesloten raken. Onderzoek is nodig om te begrijpen hoe virtuele en fysieke sociale contacten op elkaar inwerken. In afstemming met bewoners en lokale organisaties beoogt dit project vervolgens een antwoord te geven op de vraag hoe de interactie tussen virtuele en fysieke praktijken succesvol kan bijdragen aan de kwaliteit van de sociale leefomgeving. Het onderzoek zal een mixed methods benadering toepassen om inzicht te verkrijgen in de (micro)dynamiek van de interactie tussen virtuele en fysieke vrijetijdspraktijken Vervolgens zullen de resultaten van het onderzoek benut worden om met bewoners en lokale organisaties een instrument te ontwikkelen om zowel fysieke als virtuele sociale verbindingen in de buurt in kaart te brengen en te versterken. Het project maakt deel uit van het onderzoeksprogramma Placemaking and Events van Breda University of Applied Sciences.
Duurzaam Verbonden kan, door middel van participatief actieonderzoek, een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van een transdisciplinaire gemeenschap rondom het thema ‘duurzaamheid’ binnen de HU. Om een duurzame verbinding tussen de initiatieven en gemeenschappen te kunnen realiseren, is er de wens uitgesproken om te onderzoeken hoe een combinatie van zowel online als offline-activiteiten en middelen helpend kan zijn in het geven van zichtbaarheid en in het vergroten van de onderlinge communicatie en verbinding.
De lectoraten van het Thomas More Praktijkcentrum (TMP) hebben de afgelopen jaren een goede doorwerking weten te realiseren in de onderwijspraktijk van de lerarenopleiding en onze opleidingsscholen in de regio Rotterdam. Ons onderzoek kenmerkt zich door een nauwe samenwerking met leraren in praktijkgemeenschappen. Deze praktijkgemeenschappen dragen bovendien bij aan de professionalisering van leraren en opleiders t.a.v. het doen van onderzoek op lectoraatsthema’s. Praktijkgemeenschappen vormen het hart van onze onderzoekinfrastructuur. Maar de Corona-pandemie en het voortdurende lerarentekort plaatsen ons voor grote uitdagingen. De druk in scholen is groot om mensen voor de groep te zetten en de mogelijkheden om leraren ‘vrij te maken’ voor onderzoeksactiviteiten zijn beperkt. Besturen en schoolleiders zijn zich wel steeds meer bewust dat ze ambitieuze starters en leraren die hebben geïnvesteerd in een master, duurzaam aan zich kunnen binden als ze hen een aantrekkelijk loopbaanperspectief als teacherleader bieden. De rol van leraar-onderzoeker, verbonden aan een praktijkgemeenschap, biedt zo’n perspectief. Daarnaast noopt de pandemie ons tot meer online ontmoetingen en dat heeft gevolgen, niet alleen voor de mogelijkheid tot samenwerken binnen onze nabije onderwijsgemeenschap maar ook voor de verbinding met regionale en landelijke kennisnetwerken en de zichtbaarheid van ons werk. Een goed werkend digitaal platform is daarvoor onontbeerlijk. Om onze onderzoekinfrastructuur te versterken, richten we ons op drie onderdelen: a. we bieden meer leraren van opleidingsscholen, die betrokken zijn bij een praktijkgemeenschap, de functie van leraar-onderzoeker b. we bundelen opgedane ervaringen en we ontwikkelen een TMP-aanpak voor het werken met praktijkgemeenschappen (kennisdeling -en benutting). c. we zetten een digitaal platform op om online samenwerken binnen onze praktijkgemeenschappen te faciliteren en expertise en bevindingen uit onze onderzoekspraktijken breder beschikbaar te stellen.