De afgelopen decennia is enorm veel wetenschappelijk onderzoek gedaan en zijn de resultaten steeds sneller beschikbaar. Toch verloopt implementatie van nieuwe kennis in de praktijk nog traag. (1) Hierdoor krijgt een groot aantal mensen nog steeds niet de best beschikbare behandeling of zorg. (2,3) Dit inzicht heeft ertoe geleid dat er steeds meer nadruk is komen te liggen op implementatie. In het kader hiervan wordt vaak gesproken over evidence-based practice (ebp) en kwaliteitsverbetering. Wetenschappelijk onderzoek, ebp en kwaliteitsverbetering zijn activiteiten die alle drie gericht zijn op het verbeteren van patiëntenuitkomsten. Het is belangrijk deze drie begrippen goed te onderscheiden, want aan de uitvoering worden verschillende eisen gesteld. Referenties: 1.Margolis P, Provost LP, Schoettker PJ, Britto MT. Quality improvement, clinical research and quality improvement research – opportunities for integration. Pediatr Clin N Am 2009;56:831-41. 2.Schuster MA, McGlynn EA, Brook RH. How good is the quality of health care in the United States? Milbank Q 1998;76(4):517-63, 509. 3.Grol R. Successes and failures in the implementation of evidence- based guidelines for clinical practice. Med Care 2001;39(Suppl 2): 46-54.
Twee vrouwen. De één is hoogleraar sociale psychologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen en heeft zich onder meer ten doel gesteld om wetenschappelijke kennis voor een groot publiek toegankelijk te maken. De ander stond vijftien jaar geleden aan de wieg van het onderzoek aan De Haagse Hogeschool en is daar nu de eerste associate lector. De toepassing van kennis verbindt Roos Vonk en Ineke van der Meule. Bij alle verschillen die er ook zijn. Zij delen hun visie op onderzoek, het gebruik daarvan en alles wat in een ynamische organisatie het onderzoek kan beïnvloeden.
Er is minder aandacht en financiering voor de wetenschappelijke basis van de stralingsbescherming, het aantal onderzoeksgroepen en hun output nemen af en stralingsbeschermingskennis raakt steeds meer versnipperd. Uit enquête en workshop volgt dat het stralingsbeschermingsonderwijs nog wel toeneemt, maar dat het daarbij vooral gaat om opleidingen in de praktische stralingsbescherming en om te voldoen aan wettelijke eisen ten aanzien van stralingsbeschermingsdeskundigheid, en niet om wetenschappelijk onderwijs
Bij de ontwikkeling van kinderen speelt de omgeving waarin zij opgroeien en de wijze waarop zij zich verbonden voelen met hun buurt een belangrijke rol (Owens, 2004; 2016). Om als basisschool goed bij te kunnen dragen aan de ontwikkeling van kinderen is het van belang dat scholen de omgeving en de buurt waarin hun leerlingen opgroeien kennen en kunnen benutten voor hun onderwijs. In het bijzonder gaat het daarbij om de betekenis die deze omgeving voor hun leerlingen heeft. Voor basisscholen in wijken met een grote diversiteit aan inwoners kan de betekenis van eenzelfde omgeving voor verschillende leerlingen ook zeer verschillend zijn. Naar de wijze waarop kinderen zich verbonden voelen met de fysieke en sociale ruimte is nog weinig onderzoek gedaan (Tani, 2016). Naast inzicht in de bestaande verbinding van kinderen met hun omgeving is het voor het onderwijs belangrijk om inzicht te verkrijgen in de wijze waarop kinderen in staat kunnen worden gesteld om zich te binden aan een plek en om deze plek te benutten bij hun ontwikkeling. De capability approach (Nussbaum, 2014) en een perspectief op de veerkracht van kinderen (Enthoven, 2007) bieden een kader om naar dit vraagstuk te kijken. Het onderzoek richt zich op wat het primair onderwijs kan doen om de aan de omgeving gerelateerde vermogens van kinderen te ontwikkelen. Onderwijs waarin de leefomgeving van kinderen wordt betrokken of waarin de leefomgeving op enige wijze een rol speelt kan hiertoe een middel zijn. Dit vanuit de notie dat door het ontwikkelen van een ‘sense of place’ (Dolan, 2016) de kennis, persoonlijke verbondenheid en verantwoordelijkheid voor de lokale omgeving versterkt kunnen worden. Het onderzoek zal na een verkennende fase een ontwerpgericht karakter krijgen, waarbij op onderzoeksmatige wijze materiaal wordt ontwikkeld dat bruikbaar is op basisscholen en lerarenopleidingen basisonderwijs.
Verpleegkundig specialisten (VS’en) zijn hbo-master-opgeleide professionals die acteren op het hoogste beheersingsniveau binnen de verpleegkunde (NLQF 7). Zij hebben in Nederland hun intrede gedaan sinds de eeuwwisseling. Binnen de ggz is de inzet van de VS als regiebehandelaar echter pas sinds januari 2017 bekrachtigd in het Model Kwaliteitsinstituut. Elke ggz-instelling is verplicht om een Kwaliteitsstatuut te heb-ben, waarin inzichtelijk wordt gemaakt hoe de kwaliteit en doelmatigheid van de zorgverlening vorm krijgt. De VS als regiebehandelaar wordt in het Model Kwaliteitsstatuut aanbevolen voor cliënten waarbij de pri-maire focus van de behandeling gericht is op de gevolgen van de psychiatrische stoornis. VS’en-ggz vragen zich af hoe zij invulling kunnen geven aan de rol van regiebehandelaar. Het resultaat van dit RAAK-project moet een handreiking worden voor VS’en-ggz om hen te ondersteunen bij het invullen van de rol als regie-behandelaar binnen het multidisciplinaire team. We richten ons in dit project op de basis- en specialistische ggz die geboden wordt vanuit de ggz-instellingen. Om te komen tot een handreiking kiezen we voor data-triangulatie door drie verschillende methoden in te zetten, namelijk 1. nationale survey, 2. multiple casestu-die met mixed methods en 3. ontwerpgericht design om een handreiking te ontwikkelen. Tijdens het onder-zoeksproject en bij de verspreiding van kennis werken we samen met: cliëntraden, cliënten/naasten, VS’en-ggz, psychiaters en psychologen uit zeven ggz-instellingen; lectoren en docenten uit zes instellingen voor Hoger Beroeps Onderwijs; beroepsverenigingen voor VS’en, psychiaters en psychologen; hoogleraar verple-gingswetenschap en brancheorganisatie GGZ Nederland. Op deze wijze borgen we dat het onderzoek en de handreiking daadwerkelijk leiden tot breed gedragen handvatten voor de dagelijkse praktijk die bijdragen aan de invulling van de rol van regiebehandelaar door de VS, wat resulteert in kwaliteitswinst voor cliënten die in behandeling zijn bij een ggz-instelling.
Gespecialiseerd verpleegkundigen staan voor de uitdaging om collega’s, teams en relevante anderen in de zorg te scholen in een steeds complexere zorgomgeving. Deze noodzaak wordt versterkt door personeelstekorten en toenemende zorgvragen. Ondanks de belangrijke rol van deskundigheidsbevordering ervaren gespecialiseerd verpleegkundigen belemmeringen bij het overdragen van kennis en vaardigheden aan collega's.