Boek, uitgegeven naar aanleiding van de oraties van John Dagevos en Yolanda te Poel, d.d. 26-03-07. In het boek worden de belangrijkste visies op duurzame ontwikkeling en het monitoren van duurzame ontwikkeling beschreven. Met name wordt ingegaan op de duurzaamheidsbalans die ontwikkeld is door TELOS, het Brabants Centrum voor Duurzaamheidsvraagstukken. In het eerste deel worden de belangrijkste uitdagingen voor economische vitaliteit, leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit van stad en streek geschetst. In het tweede gedeelte staat de bijdrage van jongeren aan- en leren voor duurzame ontwikkeling centraal.
DOCUMENT
Dit EU gesubsidieerd onderzoek was een 2 jaar EU-breed initiatief en resulteerde in een reeks instrumenten om organisaties te helpen met het organiseren van leren tussen generaties. In een vergrijzende maatschappij is het belangrijk dat organisaties de capaciteiten van oudere medewerkers beter benutten, in plaats van hun uit de organisatie zo snel mogelijk zien te krijgen. Het organiseren van leren tussen de generaties is een manier om dit probleem van onderbenutting en anderen te helpen. Voordelen van het gebruik van intergeneratie-leren zijn: het vermijden van kennisverlies en vaardigheden, het verbeteren van mobiliteit door oudere medewerkers, het vergroten van competenties van oudere en jongere medewerkers en het stimuleren van duurzame innovatie
DOCUMENT
In dit hoofdstuk gaan we in op de professionele ontwikkeling van lerarenopleiders. Enerzijds gaat het om de professionele ontwikkeling van de individuele beroepsbeoefenaar en anderzijds om de ontwikkeling van het beroep als geheel (De Boer, Melief, & Tigchelaar, 2009). Beide elementen hebben met elkaar te maken: als individuele beroepsbeoefenaren hun professionele ontwikkeling serieus nemen en zich blijven ontwikkelen, heeft dat zijn weerslag op (het aanzien van) de beroepsgroep als geheel. We besteden aandacht aan drie onderwerpen: 1) waarom zou je als lerarenopleider in ontwikkeling blijven; 2) hoe kun je in ontwikkeling blijven; en 3) waar kun je je in ontwikkelen? Deze onderwerpen worden beknopt uitgewerkt. De uitwerking biedt de lezer geen stappenplannen, maar wel aanknopingspunten en ideeën voor het zelf invulling geven aan de eigen professionalisering. Bij elk onderwerp noemen we enkele artikelen die lezenswaardig zijn voor wie zich verder in dit thema wil verdiepen.
DOCUMENT
Duurzame ontwikkeling is een thema dat je bij ieder schoolvak kunt toepassen. Het is een manier van denken, waarbij je streeft naar het voorkomen van een onevenwichtig gebruik van menselijke en natuurlijke hulpbronnen in de samenleving. Hier ligt een belangrijke taak voor leerkrachten en docenten. Dit boek biedt een didactische handreiking, waarbij het accent ligt op de zogenoemde contentanalyse van maatschappelijke en natuurkundige onderwerpen. Via een didactisch analysemodel leer je om onderwerpen uiteen te rafelen, gebaseerd op de principes van duurzame ontwikkeling. De focus van het boek ligt uiteindelijk op de vraag hoe je onderwijs over duurzame ontwikkeling moet toepassen in de lessituatie.
DOCUMENT
Bewegen is belangrijk in ons leven. Vanaf de geboorte is bewegen hét middel om de wereld te ontdekken en te communiceren met anderen. Bovendien is bewegen de motor voor de ontwikkeling van andere functies zoals denken, waarnemen en voelen. Ouders en begeleiders kunnen aan de wijze waarop een kind beweegt en zich motorisch ontwikkelt, belangrijke informatie over een gezonde en voorspoedige groei aflezen. Maar op dat gebied is er enige reden tot zorg. Onlangs werd aangetoond dat de motorische ontwikkeling van kinderen minder vlot verloopt dan tien jaar geleden (Runhaar, Collard, Singh, Kemper, van Mechelen & Chinapaw, 2010). Zo blijken kinderen gemiddeld op een later tijdstip te gaan lopen en komt de ontwikkeling van het evenwicht trager op gang. Ook blijkt dat tienjarige kinderen minder motorisch vaardig zijn dan hun leeftijdsgenootjes een decennium daarvoor. Een beperkte vaardigheid kan leiden tot inactiviteit en verminderde sportdeelname. Het is dan ook belangrijk om een zo gunstige mogelijke motorische ontwikkeling in het oog te houden en om over handvatten te beschikken om deze te stimuleren. In dit hoofdstuk komt allereerst de reguliere motorische ontwikkeling aan bod. We gaan in op de motorische ontwikkeling van zuigeling tot kleuter. We maken inzichtelijk hoe een kind uiteindelijk tot allerlei fundamentele vaardigheden, zoals lopen, werpen en springen komt. In de tweede paragraaf komen de verschillende opvattingen over het leren bewegen aan de orde. Waarom kan het ene kind een beweging direct nadoen, terwijl het bij een ander niet direct lukt? In dit verband bespreken we de verschillende manieren waarop een kind kan leren en de rol die de omgeving en de begeleider hierbij kunnen spelen. Tot slot komt het belang van bewegen in relatie met andere ontwikkelingsgebieden aan bod. We behandelen de functie van bewegen in de omgang met anderen en als middel om gezond te blijven. Ook wordt de samenhang tussen bewegen en de emotionele en cognitieve ontwikkeling besproken.
DOCUMENT
Er zijn steeds meer kinderen die te dik zijn en te weinig bewegen. Ook zijn er steeds meer kinderen met een motorische achterstand. Op allerlei manieren wordt hier aandacht aan besteed. Wat zijn de trends rondom gezondheid? En wat is het belang van de ontwikkeling van motorische vaardigheden en de wijze waarop de motorische ontwikkeling gemonitord kan worden in de lichamelijke opvoeding?
DOCUMENT
We bevinden ons in een tijdperk waarin veel kinderen te dik zijn en te weinig bewegen. Daar wordt op verschillende manieren aandacht aan besteed, waarbij vooral wordt ingezet op het bevorderen van een gezonde actieve leefstijl. In dit artikel wordt ingegaan op de relatie tussen de motorische ontwikkeling van kinderen en een actieve leefstijl op latere leeftijd.
DOCUMENT
Wat is Leren voor Duurzame ontwikkeling? Duurzame ontwikkeling is niet meer weg te denken uit de huidige maatschappij en ons onderwijs. Duurzaamheid is een complex begrip, immers wat voor ons nu duurzaam is hoeft dat op een andere plaats of in de toekomst niet (meer) te zijn. We moeten steeds opnieuw afwegingen met betrekking tot duurzaamheid maken. Bij Leren voor Duurzame Ontwikkeling gaat het om (vak)kennis, houding, gedrag en waarden waarbij de relatie tussen een sociaal,een ecologisch en een economisch perspectief steeds wordt meegenomen. Maar hoe ziet dat onderwijs er uit? Leren voor Duurzame Ontwikkeling. Gewoon doen! Was het motto bij het praktijkgericht onderzoek van Stoas Wageningen | Vilentum Hogeschool samen met vier scholen en twee universiteiten. Deze publicatie beschrijft de theoretische uitgangspunten van Leren voor Duurzame Ontwikkelingen de ontwerpcriteria zoals die in dit praktijkgericht onderzoek gebruikt zijn. Deze uitgangspunten helpen ons onderwijs te ontwikkelen waarmee Leren voor Duurzame Ontwikkeling kan worden vormgegeven. Door deze ontwerpcriteria wordt het Leren voor Duurzame Ontwikkeling implementeren concreet en een kwestie van Gewoon doen!
DOCUMENT
In veel landen is er een toenemende aandacht voor het verbeteren van de kwaliteit van leraren. Scholen moeten daarom een optimaal leerklimaat creëren dat leraren stimuleert zichzelf professioneel te blijven ontwikkelen. Hiervoor is een bepaalde grondhouding bij leraren vereist, een zogenoemde academische houding. Gebaseerd op een literatuurstudie en data uit interviews beschouwen we de volgende kenmerken als belangrijke onderdelen van een academische houding. Naast een onderzoekende houding, een reflectieve houding, professionele nieuwsgierigheid, is ook het voortdurend zoeken naar mogelijkheden om de eigen praktijk te verbeteren, een onderdeel van de academische houding. De studie die we in deze paper presenteren is onderdeel van een promotieproject waarbij de focus ligt op de ontwikkeling van een academische houding van leraren in het basisonderwijs. In dit deelonderzoek staan de volgende hoofdvragen centraal: (1) welke professionele ontwikkelingsactiviteiten ondernemen leraren en (2) welke factoren en actoren zijn van invloed hierop volgens leraren en schoolleiders. Door middel van diepte-interviews zijn data verzameld onder 26 respondenten van 4 basisscholen. Deze scholen participeren in het project 'Academische Basisschool', waarbij professionele ontwikkeling van leraren en het ontwikkelen van een professionele cultuur op school belangrijke doelen zijn. De resultaten laten zien dat leraren van veel verschillende activiteiten leren. Informele activiteiten worden hierbij vaker genoemd dan formele activiteiten. Leraren geven in het bijzonder weer dat zij veel leren door interactie en samenwerking met collega's. Hoewel een onderzoekende houding één van de belangrijkste kenmerken van een academische houding is, worden onderzoeksactiviteiten nauwelijks als manier genoemd om professionele ontwikkeling te bewerkstelligen. De resultaten laten daarnaast zien dat schoolleiders een belangrijke rol spelen bij het stimuleren en faciliteren van leraren in het leren van en met elkaar.
DOCUMENT
Jongeren nemen een bijzondere positie in bij de ontwikkeling van stad en streek. Economische, sociale en ruimtelijke transformaties beïnvloeden de condities waarbinnen zij opgroeien en de mogelijkheden waarover zij beschikken om hun toekomst vorm te geven. Veranderingen in de economische structuur van een regio leiden tot veranderingen in de kennisinfrastructuur en in de aantrekkelijkheid van een gebied als woonoord en leefomgeving. Omgekeerd is de leefwereld van jongeren van invloed op de transformaties van een regio. Hun motivatie om iets van het leven te maken en hiervoor de benodigde competenties te verwerven vormt een belangrijke conditie voor economische en sociale vooruitgang. Hun gedrag in de openbare ruimte en hun bereidheid en competentie om een actieve bijdrage te leveren aan het maatschappelijke leven bepaalt mede de leefbaarheid voor andere inwoners van een regio. Werken aan duurzame stad- en streekontwikkeling betekent dat gunstige voorwaarden geschapen worden om de toekomst van jongeren te waarborgen. Een belangrijke conditie is dat jongeren goed voorbereid worden op die toekomst, dat ze competent gemaakt worden om zelf die toekomst in handen te nemen. In de oratie (uitgesproken d.d. 26-3-07) wordt beschreven wat competent worden in de huidige samenleving méér inhoudt dan de basiskwalificaties die het onderwijs verschaft (of zou moeten verschaffen). In het laatste gedeelte wordt beschreven hoe binnen het Kenniscentrum Duurzame Stad- en Streekontwikkeling (KDS) studenten competent gemaakt worden door hen te betrekken bij duurzame stad- en streekontwikkeling en tegelijkertijd gebruik te maken van hun jeugdcultureel kapitaal.
DOCUMENT