This study will examine whether voluntary work or an internship in a developing country contributes to the development of global citizenship among young people. For the purpose of this study, global citizenship will be defined as a combination of social awareness and possessing international competencies. For a period of four years, a group of 1000 participants between 14 and 25 years old was followed using online self-administered surveys, surveys conducted within the social environment and a smaller number of in-depth interviews. Data collection took place prior to an internship or voluntary work in a developing country, following their return, and six months after their return. Almost all of the international competencies that according to prior research are required to be able to function effectively when communicating with people from a different cultural background were found to have increased during their their stay abroad. Only reading and writing skills in the local language of the area were shown not to have improved. The greatest amount of improvement occurred in the area of intercultural competencies, namely attitude, knowledge, behaviour and skills. Following their stay abroad, the personal and social competencies of participants were also shown to have increased. Relatively speaking, their international professional and academic skills improved the least. Despite this, following the return from voluntary work or an internship in a developing country, a larger number of participants were shown to be exhibiting a socially responsible attitude with an understanding of interdependence, equality of all people and a shared responsibility for solving global issues, and expressed this more frequently in their behaviour. In addition, an increase in flexibility, cultural empathy, social initiative and emotional stability among participants was observed. What essentially characterises the participants according to the in-depth interviews is the ability they have developed to look through someone else’s eyes at their own culture and living conditions in the Netherlands and to use their improved self-confidence to live a more socially aware life and/or engage in international activities after their return from abroad.
DOCUMENT
Om actief te kunnen deelnemen aan de samenleving, moet iemand toegang hebben tot financiële diensten. Onze samenleving wordt steeds meer divers, mobiliteit en sociale media beiden nieuwe kansen voor ondernemende mensen. Ondernemers zijn niet meer plaats gebonden en kennen geen grenzen als zij markten verkennen. Werk en ondernemen worden steeds meer in combinatie opgepakt. Oude vormen ondernemen en werken verdwijnen snel. Deze hybride vormen van ondernemen vragen om een kijk op financiële ondersteuning. Banken die daar niet op inspelen zullen zien dat mensen zelf het heft in handen nemen. Crowdfunding, P2P platforms, en informele spaar – een leen groepen komen snel op als reactie daarop. Mensen willen weer zeggenschap en controle hebben over hun geld. In het buitenland is gebleken dat microfinanciering een goed instrument is om mensen die buitengesloten zijn, weer bij de maatschappij te betrekken ( Financial Inclusion). Microfinanciering leert anders te denken over geld en ondernemend handelen. Microkredieten bewijzen dat je waarde kunt genereren door maatschappelijk verantwoord handelen en de relatie tussen mensen en organisaties weer centraal te stellen. Ondernemende mensen, die worden ondersteund door microfinanciering, blijken vaker voor nieuwe (meng)vormen van ondernemen te kiezen, waarbij het sociale of maatschappelijk belang ook een belangrijke rol speelt ( New Entrepreneurship). Nederland en andere Europese landen kunnen veel leren van de ontwikkelingen die door microfinanciering in ontwikkelingslanden zijn ingezet. Door terugkoppeling (Reversed Transfer of Knowledge South – North) kan deze kennis bijdragen aan de totstandkoming van meer klantgerichte financiële diensten voor ondernemende mensen, ongeacht hun nationaliteit of sociaal-economische status.
DOCUMENT
Hogescholen zouden een grotere bijdrage moeten leveren aan de ontwikkeling van de armste landen. Ik zal proberen aan te geven welke ethische, en andere, overwegingen de rationale vormen voor die stelling. Kritische reflectie op ethische vragen is belangrijk voor het maken van de juiste keuzen. Capaciteitsopbouw in hoger beroepsonderwijs in ontwikkelingslanden, het creëren van hoog opgeleide vaklieden en entrepreneurs, is een vruchtbare vorm van ontwikkelingssamenwerking. Maar alleen als het goed, effectief en duurzaam gebeurt. Veel hulp is nog ineffectief. Het lectoraat Internationale Samenwerking heeft een direct doel: kennis genereren die het mogelijk maakt Nederlandse hogescholen meer en effectiever in te zetten bij ontwikkelingssamenwerking. Daarmee is het hoger onderwijs in ontwikkelingslanden gediend en daarmee de sociale en economische ontwikkeling in deze landen. En daar is het Nederlandse hoger beroepsonderwijs mee gediend, dat internationaler wordt en zo tegemoet komt aan de wensen van studenten en de behoeften van de arbeidsmarkt.
DOCUMENT
Uit het onderzoek blijkt dat er binnen De Haagse Hogeschool, bij leidinggevenden en docenten, een positieve houding en een breed draagvlak is voor internationalisering, en dat er een groot potentieel aanwezig is om internationale samenwerking nog sterker neer te zetten. Het doet vooral deugd dat zoveel leidinggevenden en docenten vinden dat De Haagse Hogeschool een rol te spelen heeft in ontwikkelingslanden, dat zij een idee hebben waarom zij dat moeten doen en ook een helder beeld hebben over de bijdrage die De Haagse Hogeschool kan leveren. De honderden docenten die de Engelse taal in voldoende mate (menen te ) beheersen, die voldoende interculturele competenties hebben, die kennis hebben van de internationale context van hun vakgebied, van buitenlandse onderwijssystemen en van de internationale arbeidsmarkt en die ervaring hebben met het werken in ontwikkelingslanden, maken dat de De Haagse Hogeschool een gezonde basis heeft om haar internationaal georiënteerde profiel en maatschappelijke betrokkenheid, vooral met de allerarmsten in de wereld, snel en ingrijpend vorm te geven.
DOCUMENT
Times change and we change with them. Our world is changing rapidly and radically. Education institutions need to prepare and support students in becoming knowledgeable, concerned and internationally competent world citizens. The Hague University of Applied Sciences (THUAS) has made World Citizenship and Internationalization their institutional focal points. The Research Group International Cooperation generates and disseminates knowledge that supports those policies. So this volume gives an overview of some of the work done in the Research Group International Cooperation. More is to be found on our website: www.thehagueuniversity.com/research/overview-research-groups/international-cooperation/ about-the-research-group.
DOCUMENT
Mensen willen meedoen en niet aan de kant blijven staan. Velen hebben best ideeën om mee te doen. Om die ideeën te verwezenlijken is naast kennis, informatie enruimte om te ondernemen ook geld nodig. Juist aan de onderkant van de samenleving wil men kunnen lenen, verzekeringen kunnen afsluiten, de mogelijkheid hebben om geld over te maken en om spaargeld weg te kunnen zetten. Tegen redelijke prijzen en graag vlakbij. Steeds meer mensen grijpen die kansen om mee te doen die door microfinancieringsinstellingen mogelijk gemaakt worden. Een netwerk van gespecialiseerde organisaties verstrekt heden ten dagen in veel landen allerlei diensten, variërend van microleningen (microkrediet), microverzekeringen, microsparen tot micropensioenen. Al die diensten worden op een andere manier aangeboden dan banken gewend waren te doen. Een nieuwe manier is ontstaan om met geld om te gaan en mensen met geld in aanraking te brengen. Een netwerk van nieuwe organisaties is tot ontwikkeling gekomen en dat stelsel is zichtbaar geworden. Die zichtbaarheid leidt ook tot vragen. Eerst werd alleen het succes van microkrediet en microfinanciering belicht, maar de kritiek volgde snel. Worden de juiste mensen wel bereikt? Waarom zijn de rentes zo hoog? Wie profiteert eigenlijk? Waarom worden private investeerders door de programma's aangetrokken? En waarom worden ideële organisaties verkocht aan privé-investeerders? Het succes van microkrediet kreeg de aandacht die zij verdiende. Microfinanciering komt nu onder kritiek. En er wordt nu over financial inclusion gesproken. Om mee te praten en een mening te vormen, moet men wel weten wat microkrediet of microfinanciering nu eigenlijk inhoudt. Wat wordt eronder verstaan? Waar heeft men het over? Dit boek is een vervolg op "Microfinanciering dat kennen...". Het maakt 'de wereld van microfinanciering' toegankelijk en kan tot verrassende inzichten leiden. Het is bedoeld voor iedereen die mee wil praten over microkrediet, microfinanciering en financial inclusion. En voor iedereen die bereid is vragen te stellen en naar antwoorden op zoek te gaan. Wij behandelen in dit boek onderwerpen die vaak aan de orde komen in het debat, maar geven geen pasklare antwoorden. Wij hopen dat het boek uitdaagt om actief naar antwoorden op zoek te gaan. En dat de gebruiker antwoorden vindt die tot een nog effectievere inzet van microfinanciering leiden. De mensen die van microfinanciering gebruik maken en zo mee kunnen doen in de samenleving hebben daar recht op.
DOCUMENT
Er is wereldwijd een groeiende groep milieuvluchtelingen. Voor deze mensen, die vluchten als gevolg van bijvoorbeeld een tsunami, dijkdoorbraak, hoge concentraties vrijkomende giftige stoffen bij een industrieel ongeval, verwoestijning, uitputting van de bodem of langdurige regenval, bestaat nog geen adequaat internationaal beschermingsregime. Ons vorige artikel in Applied Research Today (april 2013) bracht in kaart welke soorten milieuvluchtelingen bestaan, en betoogde dat de bescherming van deze groep plaats kan vinden onder het VN-principe The Responsibility to Protect (R2P). R2P omvat onder andere een integrale aanpak die gericht is op het voorkomen, reageren en opbouwen, waarbij de verantwoordelijkheid is ondergebracht in drie pijlers: 1) een staat is zelf verantwoordelijk voor de bescherming van milieuvluchtelingen, 2) de internationale gemeenschap heeft een verantwoordelijkheid een staat hierbij te assisteren, en 3) de internationale gemeenschap heeft de verantwoordelijkheid om collectief snel en beslissend te reageren indien een staat zelf zijn milieuvluchtelingen niet kan of wil beschermen. Dit vervolgartikel formuleert hoe de integrale aanpak van The Responsibility to Protect kan worden geoperationaliseerd voor de bescherming van milieuvluchtelingen. ABSTRACT The number of environmental refugees is growing. An adequate international legal protection regime is lacking for people who, for example, flee as a result of a tsunami or levee breach; high concentrations of toxic substances from industrial accidents; desertification; soil depletion or prolonged rainfall. Our previous article in Applied Research Today (April 2013) described eight different groups of environmental refugees and argued that the protection of these groups can be ensured under the UN principle the Responsibility to Protect (R2P). R2P offers an integral approach that focuses on prevention, reaction and rebuilding. In first instance, the responsibility to take protective measures lies with the state itself. Secondly, the international community has a responsibility to assist. Lastly, when a state is not able or willing to protect its environmental refugees, the international community has the responsibility to respond in a swift and decisive manner. This follow-up article formulates how the Responsibility to Protect concept could be operationalised to protect environmental refugees.
DOCUMENT
Ict is vrouwenwerk. Je krijgt geen vuile handen en je hoeft er de deur niet voor uit. De omgekeerde wereld? Niet in Maleisië. Vrouwen zijn daar goed vertegenwoordigd in de ict-sector en driekwart van de ict-studenten is vrouw. Dat zijn cijfers waar wij hier alleen van kunnen dromen. Maar het is geen rozengeur en maneschijn. Vrouwen in Maleisië hebben, ook in de ict, een achtergestelde positie. De strijd voor gendergelijkheid in de ict is universeel. Dat bleek tijdens het internationale congres 'Research on Women in ICT' in Kuala Lumpur. Een feest van herkenning in een wereld van verschil.
DOCUMENT
De duurzame ASN-Bank heeft het Natlab in Eindhoven gekozen als ontmoetingsplaats voor haar klanten. De directie heeft een aantal nieuwe projecten gepresenteerd en wil met klanten in gesprek gaan.
LINK