Vragen waar Sport & Society zich op richt zijn: – Hoe draagt sport bij aan een gezonde en vitale samenleving? – Welke rol speelt sport bij de opgroeien ontwikkelkansen van jongeren? – Hoe kan sport leiden tot verbroedering?
DOCUMENT
Meertaligheid is zowel een gegeven als een doel binnen het Nederlandse voortgezet onderwijs. De inventarisatiestudie van Catherine van Beuningen en Daniela Polišenská laat zien hoe talendocenten in het voortgezet onderwijs denken en handelen ten aanzien van deze meertaligheid. Uit de gerapporteerde opvattingen concluderen zij dat er op dit vlak nog misvattingen heersen en dat er ruimte is voor meer doelgerichte erkenning en benutting van de meertalige repertoires van leerlingen. De talendocenten in de studie zijn zich ook bewust van deze ontwikkelkansen; de overgrote meerderheid van de ondervraagden geeft bijvoorbeeld aan behoefte te hebben aan handvatten voor talensensibiliserend en/of functioneel meertalig taalonderwijs.
LINK
Om te kunnen functioneren in de huidige kennismaatschappij worden kritische en onderzoekende vaardigheden belangrijk geacht voor toekomstige professionals (De Boer, 2017). Hogescholen spelen een belangrijke rol in het opleiden van deze professionals en hebben mede daarom de wettelijke taak gekregen om onderzoek te doen en dit te integreren in het onderwijs (Griffioen & De Jong, 2015). Hoe dragen docenten, onderzoekers, onderzoek- en onderwijsmanagers in de dagelijkse praktijk bij aan het samenbrengen van onderzoek en onderwijs? Om deze vraag te beantwoorden werden N=61 interviews afgenomen met deze actoren binnen drie Nederlandse hogescholen. De resultaten laten zien dat de gedragsintenties die de respondenten bespreken verdeeld kunnen worden in drie categorieën: integratie van onderzoek in onderwijs; integratie van onderwijs in onderzoek; en het samenkomen van onderzoek en onderwijs. In de drie categorieën kan zowel ‘direct gedrag’ als ‘ondersteunend gedrag’ onderscheiden worden. Opvallend is dat de focus binnen de gedragsintenties ligt op het integreren van iets van onderzoek in het onderwijs, en in mindere mate van iets van onderwijs in het onderzoek. De implicaties van de resultaten en de opzet van het vervolgonderzoek worden bediscussieerd met het publiek tijdens het congres.
DOCUMENT
Kansenongelijkheid in het onderwijs is een grote maatschappelijke uitdaging. Soms hebben kinderen - door allerlei verschillende oorzaken - minder kansen om hun talenten goed te ontwikkelen. Een van de bepalende momenten voor die ontwikkelkansen is de overstap van het basisonderwijs (PO) naar het voortgezet onderwijs (VO). In dit onderzoek kijken we daarom, met professionals uit de Amersfoortse praktijk, wat er nodig is om tijdens die ‘grote oversteek’ het verschil te maken en te zorgen dat alle kinderen gelijke kansen krijgen om hun talent te ontplooien.
Een op vijf Nederlandse jongeren kampt met geldzorgen (Unicef, 2022). Professionele jongerenwerkers ervaren in hun werk in de sociale frontlinie hoe dit een risico vormt voor ontwikkelkansen voor deze jongeren. Zij willen vanuit deze urgentie meer voor jongeren in (dreigende) armoede en/of met (dreigende) schulden kunnen betekenen. In veel gemeenten hebben jongerenwerkers een opdracht in armoedebestrijding en schuldenpreventie (A&S) door onder andere te signaleren en jongeren te ondersteunen en participatiemogelijkheden te bieden. Dit doen zij bijvoorbeeld via geldlessen op school, informele gesprekjes op straat of individuele begeleiding bij beginnende schulden. Tussen gemeenten bestaan grote verschillen in het type aanbod (diensten en projecten) dat het jongerenwerk biedt gericht op A&S. Uit verschillende werkveldsessies blijkt dat jongerenwerkers hierdoor niet goed weten welk aanbod ze kunnen inzetten op A&S. Daarnaast lukt het ze niet om tijdig genoeg deze jongeren passende ondersteuning te bieden, terwijl ze de problemen zien toenemen. Er is weinig met onderzoek onderbouwde kennis voorhanden die jongerenwerkers hierbij kan ondersteunen. Jongerenwerkers uit 15 organisaties hebben de lectoraten Youth Spot en Armoede interventies van de HvA gevraagd om een gezamenlijk leer- en onderzoeksproces te starten. Dit handelingsonderzoek beoogt in kaart te brengen met welk aanbod jongerenwerkers werken aan A&S en hoe zij dit aanbod en bijbehorend methodisch handelen verder kunnen versterken zodat dit (duurzaam) kansen biedt voor jongeren (10-27 jaar) die opgroeien in (dreigende) armoede en/of met (dreigende) schulden. Aan het eind van dit project hebben jongerenwerkers onderbouwde handelingsperspectieven waarmee zij hun inzet op A&S kunnen versterken. Belangrijkste eindproducten zijn 1) een onderbouwd raamwerk van het A&S-jongerenwerkaanbod incl. bijbehorend methodisch handelen van jongerenwerkers; 2) een praktijkbundel 3) wetenschappelijke artikelen en 4) een breed gedragen manifest om de stem van de deelnemers aan het onderzoek richting beslissers en stakeholders te versterken.
Hoogbegaafde leerlingen hebben bijzondere talenten ten aanzien van 21-eeuwse vaardigheden als creatief en kritisch denken, zelfregulerend leren en probleemoplossend werken. Het wordt algemeen aangenomen dat hoogbegaafde leerlingen dan ook een bijdrage kunnen leveren aan onze (toekomstige) maatschappij, omdat zij – dankzij hun capaciteiten – kunnen voorzien in de toenemende vraag om flexibele, innovatieve werknemers met een brede blik en aanpassingsvermogen. Om dit ontwikkelpotentieel te benutten, moeten leerlingen echter wel worden uitgedaagd. Dit vraagt, naast cognitieve uitdaging, om aandacht voor de persoonsvorming zodat wordt voorkomen dat leerlingen (onbewust) gaan onderpresteren, faalangst of gedragsproblemen gaan ontwikkelen – omdat zij niet worden begrepen. In dit project worden twee innovatieve, digitale tools ontwikkeld om tegemoet te komen aan de behoeften van deze leerlingen en uitgezet onder startende, zittende en ervaren leerkrachten om zo de in potentie aanwezige 21-eeuwse vaardigheden te stimuleren. Het betreft: 1) een interactieve matrix die kan worden gebruikt om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van hoogbegaafde leerlingen ten aanzien van de persoonsvorming, en 2) een digitale QuickScan die middels een automatische zelfrapportage aangeeft waar de ontwikkelkansen van leerkrachten liggen. In de aanvraag staat het concretiseren en digitaal ontwikkelen van deze producten voorgesteld (maart 2018 – maart 2019), welke via drie rondes van meetups door olievlekwerving worden verspreid in het werkveld. Deze tools kunnen worden ingezet door leerkrachten om leeromgevingen zo in te richten binnen het basisonderwijs, zodat hoogbegaafde leerlingen de genoemde 21-eeuwse vaardigheden (verder) ontwikkelen.