Voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid zijn er meer mensen met overgewicht dan met ondervoeding. Overgewicht is in snel tempo toegenomen en is een van de grootste maatschappelijke (gezondheids)problemen van deze tijd. Overgewicht heeft ondervoeding overschaduwd. In "The land of plenty"’ is geen gebrek meer, en dus geen ondervoeding zou je verwachten. Ondervoeding blijkt echter ook in deze tijd nog steeds een van de grootste maatschappelijke (gezondheids). Door inactiviteit of door ziekte kan spiermassa afnemen en wordt het steeds lastiger ondervoeding door de laag vet heen te ontdekken. Het aanpakken van overgewicht en ondervoeding door de professional vergt goed gewichtsmanagement. Voeding en beweging spelen hierbij een cruciale rol. Energie uit de voeding is gerelateerd aan vetmassa, en eiwit uit de voeding en beweging is gerelateerd aan spiermassa
Onderzoek naar de wijze waarop de waterhuishouding in een voedselbos functioneert. Het onderzoeksgebied betreft voedselbos Ketelbroek te Groesbeek en de naastgelegen akker. Uit de analyse van de waterbalans is voortgekomen dat er tussen de waterbalans van de akker en het voedselbos een aantal opmerkelijke verschillen zitten. Hoewel de bodem van de akker het hoogste organische stofgehalte bevat, vindt hier de laagste maximale berging plaats als gevolg van een kleinere worteldiepte. Dit komt door de vele vegetatielagen die in het voedselbos aanwezig zijn. De vele vegetatielagen zorgen namelijk voor een grotere verdamping en een grotere waterberging.
MULTIFILE
The need for excess weight gain prevention in disadvantaged young children is widely recognised. Early Childhood Education and Care teachers are potential key actors in early interventions to prevent overweight and obesity. This study examines the effects of a preschool-based intervention for teachers in promoting healthy eating and physical activity in young children. A cluster randomised controlled trial was conducted at 41 preschools in a deprived area of Amsterdam, The Netherlands. The intervention consisted of 2 programmes that were applied in succession: A Healthy Start and PLAYgrounds for TODdlers. The study period was 9 months. Primary outcomes were assessed via questionnaires and included teachers’ knowledge, attitude, food/activity-related practices, and level of confidence in promoting healthy behaviours. Secondary outcomes in this study were teachers’ and children’s BMI (z-score), body composition, dietary intake and physical activity level. Intention-to-treat analyses were performed using linear mixed models. In total, 115 teachers and 249 children (mean age 3.0 (0.2) years) were included. A positive effect on teachers’ knowledge about the Dutch dietary guidelines was found after the programme A Healthy Start (difference = 1.38; 1-sided 95% CL = 0.29; p = 0.02). This effect was not sustained at 9 months (difference = 0.34; 1-sided 95% CL = -0.76; p = 0.31). The overall intervention had a positive effect on 3 of the 5 attitude statements regarding a healthy lifestyle (difference ranged from 0.34 to 0.55) and on the practice scale Activity-related-Modelling (difference = 0.16; 1-sided 95% CL = 0.06; p = 0.01). No intervention effects were observed on food-related practice scales and the level of confidence in promoting healthy behaviours. At this stage, no effects were seen on teachers’ and children’s BMI (z-score). This study contributes to the professional development of Early Childhood Education and Care teachers and addresses the call for interventions to prevent overweight/obesity and to minimise health inequalities in young children.
MULTIFILE