Anno 2012 voelt de RvC2 de invloed van internationalisering, meer wet- en regelgeving, de recessie, verscherpt extern toezicht en kritiek van onder meer media en stakeholders, aangemoedigd door de steeds vaker openlijk besproken schandalen (Peij, Bezemer, & Maassen, 2012). Daarnaast dient zich nadrukkelijk het one-tier board model als alternatief voor het in Nederland bekende two-tier model aan (Peij, 2010, p. 38). Deze ontwikkelingen maken de rol van de commissaris meer complex en uitdagend. Hoe kan de RvC in deze omstandigheden voldoende effectief worden of blijven? In de visie van de onderzoekers door inzicht te krijgen in de problemen die de RvC ervaart en in de oorzaken en mogelijke oplossingen die daarbij horen.
DOCUMENT
Mensen die te maken hebben met bestaansonzekerheid hebben vaak een sterke stapeling van problemen en zijn afhankelijk van verschillende overheidsinstanties. In de interacties met instanties moeten ze te vaak over ‘instantiekapitaal’ beschikken om de hulp te krijgen waar ze recht op hebben. Ook moeten ze de juiste kennis en vaardigheden hebben én de ‘juiste’ houding tonen. We moeten de verzorgingsstaat juist zo inrichten dat mensen niet zoveel instantiekapitaal meer nodig hebben.
MULTIFILE
De gangbare, DSM-gestuurde interpretatie van depressieve stoornis doet de ervaring van mensen die aan deze stoornis lijden geen recht. Er ontbreken drie wezenlijke aspecten aan de DSM-definitie: een verstoorde wereldbetrekking, een verstoorde lijfelijkheid en een verstoorde temporaliteit. De fenomenologische uitleg van depressie die in mijn proefschrift centraal staat, laat deze psychische stoornis niet naar voren treden als extreme somberheid, maar als existentieel isolement. De ‘stemmingsstoornis’ (mood disorder) is zo beschouwd een afstemmingsstoornis: een verstoring van een proces of gebeuren van synchronisatie op een heel elementair, lijfelijk-affectief niveau. Dat het fenomeen depressie momenteel zo wijdverbreid is – de zogeheten depressie-epidemie – kan in verband worden gebracht met de wijze waarop het individu door de laatmoderne ‘neoliberale’ cultuur tot subject wordt gevormd. De hedendaagse subjectpositie is ‘isolistisch’ van aard. Dit staat op gespannen voet met de menselijke grondbehoefte aan elementaire afstemming. Anders gezegd: de laatmoderne subjectificatie van het individu is depressogeen. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/bert-van-den-bergh-95476526/
DOCUMENT
Jonge vrouwen zijn tegenwoordig vaker hoogopgeleid dan mannen, en toch doen ze het minder goed op de arbeidsmarkt. Hoe komt dat? Deze vrouwen voelen zich vaak onzeker en niet op hun plek, wisselen regelmatig van studie of baan, en ervaren hun opleiding als te theoretisch en onvoldoende praktisch. De druk om te presteren, faalangst, en perfectionisme, versterkt door sociale media, leiden tot stress en burn-outklachten. Ze missen vaak een stevig netwerk en een gevoel van 'rugdekking' van hun omgeving. Verschillende factoren, zoals prestatiedruk en maatschappelijke verwachtingen, dragen bij aan hun mentale problemen. De constante alertheid die deze vrouwen ervaren, zonder onderscheid te maken tussen zaken waar ze wel en geen invloed op hebben, leidt tot uitputting en mentale gezondheidsproblemen. Om deze problemen aan te pakken, is het essentieel dat onderwijsinstellingen en werkgevers meer betrokkenheid en ondersteuning bieden, zoals financiële steun tijdens de studie, gelijke beloning, veilige werkomgevingen, en mentorschap. Dit kan helpen om de cirkel van invloed en betrokkenheid beter te scheiden, waardoor jonge vrouwen minder druk voelen en hun talenten beter kunnen benutten.
DOCUMENT
In het kader van een interne cursus ‘Kwalitatieve onderzoeksvaardigheden’ ben ik begonnen met dit onderzoek. De hoofdvraag is: Zouden studenten met een naaste met psychische problemen hun familie ervaringen willen benutten in het kader van hun beroepsopleiding SPH en zo ja op welke manier?
DOCUMENT
Het is tijd voor een nieuwe, mensgericht benadering in de zorg, betogen Deirdre Beneken genaamd Kolmer, Leo Kliphuis en Jan Erik de Wildt. Ze doen een oproep voor een brede maatschappelijke beweging en financiële prikkels die het ontzorgen stimuleren. Om de zorg betaalbaar te houden, om de solidariteit in stand te houden en om een stapeling van problemen bij de meest kwetsbaren te voorkomen. Ze pleiten voor een zorgagenda met een: de 'ontzorgknop'. Met later in het jaar een manifestatie die deze mensgerichte benadering verder in beweging brengt.
DOCUMENT
Dit hoofdstuk beschrijft acht fundamentele problemen, die zich voordoen als men competenties, in de betekenis die gangbare definities aan dit begrip verlenen, probeert te meten in het onderwijs. Uit het betoog vloeit een dilemma voort: we kunnen niet meten wat we in competentiegericht onderwijs zouden willen meten. Wat we wel kunnen meten, zijn geen 'echte' competenties. Uit dit dilemma wordt een uitweg gezocht.
DOCUMENT
Tot in de jaren negentig van de vorige eeuw is er sprake van een gebrek aan aandacht voor de somatische problemen van psychiatrische en verslaafde patiënten in instellingen voor ggz en maatschappelijke opvang. Ook ontbreekt het aan een goede ketensamenwerking met betrekking tot deze problematiek. Binnen een samenwerkingsverband van de gemeente Utrecht, zorginstellingen en huisartsen is deze gebrekkige aandacht in de afgelopen tien jaar een belangrijk thema geweest, uiteindelijk (in 2012) resulterend in de Utrechtse Somatische Screeningslijst. Met deze screening wordt beoogd somatische gezondheidsproblemen vroegtijdig te signaleren. Daarmee kan een beter beeld gevormd worden van de gezondheid van de patiënten en kan de huisarts eerder worden ingeschakeld. De eerste afgenomen screenings laten zien dat veelvoorkomende klachten en aandoeningen bij deze patiënten zijn: ondergewicht, COPD- en andere longklachten, pijnklachten, epileptische aanvallen en huidaandoeningen. Veel patiënten dragen een gebitsprothese. De verpleegkundigen ervaren de screening als een positieve ontwikkeling binnen hun vakgebied. Er zijn echter ook knelpunten aan te merken. Besloten is de USS bij te stellen, op basis van de eerste bevindingen en van een enquête onder degenen die ervaring met het instrument hebben opgedaan. Met de aangepaste lijst wordt een onderzoek uitgevoerd binnen Victas.
DOCUMENT
Dit hoofdstuk beschrijft acht fundamentele problemen, die zich voordoen als men competenties, in de betekenis die gangbare definities aan dit begrip verlenen, probeert te meten in het onderwijs. Uit het betoog vloeit een dilemma voort: we kunnen niet meten wat we in competentiegericht onderwijs zouden willen meten. Wat we wel kunnen meten, zijn geen 'echte' competenties. Uit dit dilemma wordt een uitweg gezocht.
DOCUMENT