Hulpverleners krijgen in het contact met cliënten vaak met ingewikkelde zaken te maken: huiselijk geweld, verwaarlozing van kinderen en tal van andere kwesties waarbij ze keuzes moeten maken. Soms komen zulke zaken in het nieuws. Zoals de ‘Savanna-zaak’ over het in 2004 door zijn ouders mishandelde en vermoorde peutertje. Of de zaak rond ‘baby Hendrikus’ waarbij het draaide om de vraag of de verstandelijk beperkte ouders hun baby Hendrikus wel of niet konden opvoeden. Deze zaken werden in de Nederlandse media breed uitgesmeerd. En de beschuldigende vinger wees in de richting van de hulpverleners: die hadden het moeten voorkomen, die hadden moeten ingrijpen of juist niet. Meestal maken hulpverleners bij ingewikkelde kwesties met cliënten hun morele afwegingen en keuzes in stilte, buiten het zicht van de media. En daarbij houden ze vaak hun hart vast. Want als het misloopt met hun cliënt, dan worden ze publiekelijk aan de schandpaal genageld. En daarmee wordt de verantwoordelijkheid voor morele oordeelsvorming te vak op het bord van individuele professionals gelegd
Themanummer: Beslissings spanningsbogen. Een weergave van de lectorale rede van Lia van Doorn. Maatschappelijk werkers en andere sociale professionals begeven zich steeds vaker in de leefwerdeld van hun cliënten. Daar komen ze problemen tegen die niet eenvoudig zijn op te lossen en een beroep doen op de moraal. Hoe doe je als werker datgene wat goed is? En hoe vorm je je daarover een oordeel? Juist in morele dilemma's krijgen werkers weinig sturing en steun.
Morele vorming kan een niet-beoogd gevolg zijn van onderwijs. Maar het kan ook nadrukkelijk wél beoogd worden en doel zijn van het onderwijsproces. Daarover gaat dit artikel. We beginnen met de verduidelijking van de relatie tussen morele vorming en Bildung (par. 2). Vervolgens behandelen we drie verschillende vormen van doelbewuste morele beïnvloeding in het onderwijs: morele vorming als vak, de voorbeeldfunctie van de docent en een positieve schoolcultuur (par. 3). Morele vorming als vak betreft de vorming in waarden en normen van de leerling. Daarbij kunnen verschillende accenten worden gelegd: waardenoverdracht, waardenverheldering en waardencommunica¬tie. Deze accenten worden toegelicht en we geven aan in welke leeftijdsgroep het zwaartepunt zou kunnen liggen in het onderwijs (par. 4). We ronden dit artikel met de vijf elementen van een moreel proces: morele gevoeligheid, morele analyse, moreel oordeel, morele motivatie en moreel handelen. Daarbij laten we zien hoe morele vorming in het onderwijs kan interveniëren om de competenties van de leerling met betrekking tot deze vijf elementen te versterken (par. 5).
Jaarlijks staan zo’n 30.000 mensen onder toezicht van de reclassering (hierna reclassenten). De reclassering stimuleert hen crimineel gedrag te veranderen en houdt toezicht op de door de rechter opgelegde bijzondere voorwaarden. Als reclassenten voorwaarden overtreden, is een zorgvuldige en deskundige beoordeling van de overtreding en de reactie daarop essentieel. Daarbij spelen verschillende belangen en overwegingen een rol, zoals geloofwaardigheid van de sanctie, veiligheid en re-integratie/resocialisatie van de reclassent. Een consortium van reclasseringsorganisaties, Hogeschool Utrecht, Universiteit Leiden, vertegenwoordigers van OM en advocatuur en enkele kennispartners wil de professionele oordeelsvorming bij overtreding van voorwaarden versterken. Achtergrond en theorie Professionals vinden professionele beslisruimte essentieel om een overtreding te beoordelen en verschillende belangen die daarbij spelen te wegen. Maar teveel beslisruimte kan resulteren in willekeur en rechtsongelijkheid en zet de geloofwaardigheid van de strafrechtelijke sanctie op het spel. Bij overtreding van voorwaarden zijn meerdere beslissers betrokken die elkaar opvolgen (seriële besluitvorming). Dit kan ertoe leiden dat men anticipeert op de veronderstelde uitkomst van een (latere) beslissing. De mate waarin reclassenten het toezicht en de besluitvorming met betrekking tot het overtreden van voorwaarden als rechtvaardig ervaren, draagt bij aan naleving van de voorwaarden en actieve deelname in het toezicht. Daarom is investeren in een goede werkalliantie met de reclassent essentieel voor een positief verloop van het toezicht. Vraagstelling en onderzoeksmethoden De centrale vraag in dit onderzoek luidt: hoe kan professionele besluitvorming door reclasseringswerkers bij overtreding van voorwaarden worden ingericht teneinde de inhoudelijke en formele nakoming door reclassenten te bevorderen? Met behulp van een mixed methods design van data- en dossieranalyse, observatie, interviews en focusgroepen wordt deze vraag beantwoord. Beoogd resultaat Het project levert handvatten voor reclasseringswerkers voor zorgvuldige oordeels- en besluitvorming. De bevindingen worden vertaald naar onderwijsmateriaal voor (toekomstige) reclasseringsprofessionals en gedeeld met de (internationale) onderzoek gemeenschap.
Deventer en Saxion hebben de City Deal Kennis Maken ondertekend. Deventer wil graag afgestudeerden en jong professionals behouden. Vanuit Deventer Informatiestad blijkt dat jongeren een aantrekkelijk vestigingsklimaat vooral zien als aanwezigheid van bedrijven die creatief, innovatief, duurzaam en integer zijn. Daarom is Deventer Informatiestad begonnen met het initiatief ‘De stad als werkgever’. Saxion studenten doen binnen het Smart Solutions Semester en Stadslab ervaring op met rijke leeromgevingen, vanuit het idee dat complexe vragen van morgen enkel opgelost kunnen worden door een interdisciplinaire benadering. Er is een gedeelde wens om aan deze bestaande samenwerking, waarbij gewerkt wordt aan maatschappelijke opgaven, een dimensie toe te voegen: het realiseren van ‘burgerschapsvorming’. Het gaat hier specifiek om studenten in staat te stellen aan hun ethisch bewustzijn te werken en hun kritische denkvaardigheden te laten ontwikkelen. Een vaardigheid om in hun toekomstige rol als professional tot solide oordeelsvorming komen. In de literatuur wordt frequent verwezen naar het belang van deze vaardigheden als burgerschapsvorming in onderwijs. In de praktijk lijkt dit aspect echter niet expliciet aan bod te komen. Doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen of het werken aan een maatschappelijke opgave bijdraagt aan burgerschapsvorming. Middels een documentanalyse wordt in kaart gebracht in hoeverre burgerschapsvorming al een rol speelt in de visie op onderwijs, de uitvoering en toetsing binnen de rijke leeromgevingen. Studenten van een zestal projectgroepen uit het Smart Solutions Semester (SSS) en StadsLAB wordt naar aanleiding van een interventie gevraagd te reflecteren op burgerschap en ethiek. Deze interventie wordt opgenomen en studenten wordt vervolgens gevraagd te reflecteren op een aantal fragmenten uit deze interventie. Tot slot worden desbetreffende tutoren, studenten en opdrachtgevers middels een semigestructureerd interview bevraagd m.b.t. deze thematiek. De opbrengsten dragen bij aan een positiever en duidelijker beeld van de stad als werkgever en innovatie van onderwijs rondom burgerschapsvorming.
Tijdens de financiële crisis in 2008 ontstond er veel onzekerheid over taxatiewaarden van onroerend goed in Nederland. Doen taxateurs hun werk wel goed? Kunnen wij daar vanuit gaan als maatschappij? En wat houdt dat eigenlijk in, goed taxeren? In de nasleep van de crisis is de regelgeving in de taxatiesector aangescherpt. Tegelijkertijd weten we wetenschappelijk gezien vrij weinig van de wijze waarop taxateurs afwegingen maken in hun werk. Heeft aanscherping van regels dan wel nut?Doel Het vak van een taxateur bestaat voor een groot deel uit beeldvorming, oordeelsvorming en besluitvorming. Hij of zij maakt dus tijdens een taxatieopdracht veel keuzes; keuzes die van professioneel handelen getuigen of wellicht niet...? Als we de professionaliteit van taxateurs willen stimuleren, dan is het belangrijk om inzicht te krijgen in de onderliggende dynamiek van taxatieprocessen: wat verklaart het handelen van de taxateur? Welke patronen of belangen liggen daaraan ten grondslag? Het PhD onderzoek van Pim Klamer heeft als doel om het taxatieproces en de rol van de taxateur in dit proces te ontrafelen. Dat inzicht helpt om aanbevelingen te doen om professioneel handelen te stimuleren, bijvoorbeeld via taxatie-gerelateerd onderwijs. Bezoek de onderzoekerspagina van Pim Klamer. Resultaten In kader van onderstaande aanpak zijn de volgende artikelen gepubliceerd: Systematische literatuurverkenning naar het verschijnsel 'judgement bias', d.w.z. vooringenomenheid in oordeelsvorming in taxatieprocessen. Hieruit komt naar voren dat internationale studies een diffuus beeld geven van de mate van oordeelsbias bij taxateurs in hun werkzaamheden. Wetenschappelijke publicatie (Eng): Klamer, P., Bakker, C., & Gruis, V. (2017). 'Research bias in judgement bias studies – a systematic review of valuation judgement literature’, Journal of Property Research, 34(4), 285-304. Analyse van de mate van taakcomplexiteit in taxatieprocessen via gefundeerde theoriebenadering en diepte-interviews. Taakcomplexiteit wordt door taxateurs breed geïnterpreteerd, met inbegrip van omgevingsfactoren zoals de opdrachtgever en diens belangen. Verschillende typen taxateurs kennen verschillende typen taakomgevingen en gaan dus ook op verschillende wijze om met taakcomplexiteit in hun werk. De taakomgeving (zoals klantbelangen) kan zodoende van betekenis zijn bij de professionele oordeelsvorming van taxateurs. Wetenschappelijke publicatie (Eng): Klamer, P., Bakker, C. & Gruis, V. (2018) 'Complexity in valuation practice: an inquiry into valuers’ perceptions of task complexity in the Dutch real estate market', Journal of Property Research, 35(3), 209-233. Vakblad publicatie (Ned): Klamer, P., Bakker, C., & Gruis, V. (2019). 'Complexiteit in taxeren: Percepties van taakcomplexiteit in de Nederlandse taxatiesector'. Real Estate Research Quarterly, 18(3), 28-41. Casusgerichte enquête over de mate van klanthechting in informatieverificatie bij taxateurs. Klanthechting is empirisch vastgesteld bij taxateurs met makelaarservaring en/of een directiefunctie binnen hun organisatie. Klanthechting heeft als zodanig effect op de oordeelsvorming van taxateurs. Wetenschappelijke publicatie (Eng): Klamer, P., Gruis, V. & Bakker, C., (2019). 'How client attachment affects information verification in commercial valuation practice', Journal of Property Investment and Finance, 37(6), 541-554. Discussiepaper (Ned): Klamer, P. (2020). ‘Het effect van klanthechting op informatieverificatie bij taxeren’, ResearchGate, maart, 1-11. Analyse van de ideaaltypen van taxateurs via gefundeerde theoriebenadering en diepte-interviews. Taxateurs dienen drie taxateur-ideaaltypen in hun werk te integreren om tegemoet te komen aan diverse belanghebbenden. Deze ideaaltypen zijn de Expert, De Dienstverlener en de Rapporteur. De onderlinge ‘strijd’ tussen deze drie rollen kan effect hebben op de oordeelsvorming van taxateurs. Wetenschappelijke publicatie (Eng) en discussiepaper (Ned) volgen. Samenvatting proefschrift NL Looptijd 01 mei 2016 - 31 oktober 2020 Aanpak Het onderzoek is als volgt opgebouwd: Systematische literatuurverkenning naar het verschijnsel 'judgement bias', d.w.z. vooringenomenheid in oordeelsvorming in taxatieprocessen Analyse van de mate van taakcomplexiteit in taxatieprocessen via gefundeerde theoriebenadering en diepte-interviews Casusgerichte enquête over de mate van klanthechting in informatieverificatie bij taxateurs Kwalitatieve analyse van de ideaaltypen van rollen in taxeren via gefundeerde theoriebenadering en diepte-interviews Kwantitatieve analyse van roloriëntatie van taxateurs via een online enquête Dit promotieonderzoek vindt plaats in samenwerking met de Academie voor Vastgoed, een dochtermaatschappij van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs o.g. (NVM). Opleidingen MSc Urban and Area Development