De rol van de financiële mkb-adviseur wordt bij toenemende keuzemogelijkheden en digitalisering belangrijker om de juiste keuzes voor ondernemers te maken. Onze bevindingen uit kwalitatief en kwantitatief onderzoek laten zien dat het verklaren van het gedrag van mkb-adviseurs om een behavioural finance-benadering vraagt. Op het eerste gezicht is dit gedrag niet in alle gevallen rationeel en nut-maximaliserend. De kennis en het gedrag van de adviseur lijken vooraf sterk bepaald te zijn door bestaande netwerken, traditionele partijen en beperkte standaardisering. Dit belemmert vernieuwingen en zorgt niet voor een optimale financieringsmix voor ondernemers. Als de voorlopers in ons onderzoek bij advisering qua alternatieve financieringsvormen een flinke bias hebben richting traditionele financieringsproducten (bankfinanciering, kortlopend krediet), wat zegt dit dan over de main-stream adviseurs? Daarnaast lijkt het zinvol om algemene financiële standaarden te ontwerpen, waar alle adviseurs gebruik van kunnen maken. Dit helpt bij het kiezen uit het grote aanbod en bij het vereenvoudiging van financieringsaanvragen.
LINK
SamenvattingIn het kader van het onderzoeksproject ‘MKB-advies over gestapeld financieren’ - een SIA Raak MKB project van HvA, HU en de CrowdfundingHub - is een eerder opgesteld stappenplan voor gestapeld financieren in de praktijk getest. Tien onafhankelijke financieel adviseurs hebben stap voor stap aangegeven hoe hun zij tot hun laatste financieringsvoorstellen zijn gekomen. Er heeft kruisvalidatie plaats gevonden met een set van zeventien andere interviews over de werkwijze van financieel adviseurs. Het testen heeft geleid tot een vier belangrijke aanscherpingen om tot bewustere keuzes te komen bij financieringsaanvragen. Bij de ‘Intake’ moet onderscheid worden gemaakt tussen nieuwe en bestaande klanten. Bij de laatste groep wordt sneller gefocust op het business plan en is minder aandacht nodig voor financiële informatie over het bedrijf en voor het inschatten van de ondernemer. Een andere belangrijke toevoeging is dat financieel adviseurs bij de “Intake” eerst controleert of er werkelijk externe financiering nodig is. Bij een deel van de aanvragen kan beter gebruik worden gemaakt van interne kapitaalmiddelen, verbetering van het debiteuren- of voorraadbeheer en leasing of factoring. Bij het “Ontwerp” is het ‘opknippen van de aanvraag’ opgenomen. Het merendeel van de financieel adviseurs heeft de voorkeur om aanvragen bij één financier, in veel gevallen een bank, in te dienen. Als argumentatie hiervoor worden de tijdsbesteding van de adviseur, het gemak, de lage kosten en bekendheid van de klant met deze financier genoemd. Om een bewustere afweging te maken is de stap ‘opknippen aanvraag’ geëxpliciteerd in drie opties: aanvragen bij één financier (met daarbij de vraag of dit tot de optimale oplossing leidt), opknippen aanvraag in rondes of aanvragen bij meerdere financiers tegelijkertijd uitzetten. Tot slot is bij ‘Beheer’ opgenomen dat de totale financieringsportefeuille wordt gemonitord en niet alleen de verstrekte financiering, zoals doorgaans gebeurt.
MULTIFILE
Background:In hospitalized patients with COVID-19, the dosing and timing of corticosteroids vary widely. Low-dose dexamethasone therapy reduces mortality in patients requiring respiratory support, but it remains unclear how to treat patients when this therapy fails. In critically ill patients, high-dose corticosteroids are often administered as salvage late in the disease course, whereas earlier administration may be more beneficial in preventing disease progression. Previous research has revealed that increased levels of various biomarkers are associated with mortality, and whole blood transcriptome sequencing has the ability to identify host factors predisposing to critical illness in patients with COVID-19.Objective:Our goal is to determine the most optimal dosing and timing of corticosteroid therapy and to provide a basis for personalized corticosteroid treatment regimens to reduce morbidity and mortality in hospitalized patients with COVID-19.Methods:This is a retrospective, observational, multicenter study that includes adult patients who were hospitalized due to COVID-19 in the Netherlands. We will use the differences in therapeutic strategies between hospitals (per protocol high-dose corticosteroids or not) over time to determine whether high-dose corticosteroids have an effect on the following outcome measures: mechanical ventilation or high-flow nasal cannula therapy, in-hospital mortality, and 28-day survival. We will also explore biomarker profiles in serum and bronchoalveolar lavage fluid and use whole blood transcriptome analysis to determine factors that influence the relationship between high-dose corticosteroids and outcome. Existing databases that contain routinely collected electronic data during ward and intensive care admissions, as well as existing biobanks, will be used. We will apply longitudinal modeling appropriate for each data structure to answer the research questions at hand.Results:As of April 2023, data have been collected for a total of 1500 patients, with data collection anticipated to be completed by December 2023. We expect the first results to be available in early 2024.Conclusions:This study protocol presents a strategy to investigate the effect of high-dose corticosteroids throughout the entire clinical course of hospitalized patients with COVID-19, from hospital admission to the ward or intensive care unit until hospital discharge. Moreover, our exploration of biomarker and gene expression profiles for targeted corticosteroid therapy represents a first step towards personalized COVID-19 corticosteroid treatment.Trial Registration:ClinicalTrials.gov NCT05403359; https://clinicaltrials.gov/ct2/show/NCT05403359International Registered Report Identifier (IRRID):DERR1-10.2196/48183
MULTIFILE
De corona-crisis heeft grote impact gehad op de fysiotherapie als zorgberoep waarbij fysiek contact een belangrijk onderdeel vormt van diagnose en behandeling. Er is veel geëxperimenteered met zorg op afstand; na de corona crisis is dit echter weer sterk afgenomen. Redenen hiervoor is dat fysiotherapeuten het idee hebben dat ze op dit moment geen optimale zorg op afstand kunnen leveren. De vraag is hoe deze zorg op afstand geoptimaliseerd kan worden, aangezien het vanuit het beleid ook gestimuleerd wordt. Door vergrijzing neemt het aantal patiënten toe. Tegelijkertijd zijn de voorspellingen dat de beroepsgroep afneemt. Zorg op afstand is onderdeel van de toekomstbestendige zorg, ook voor fysiotherapeuten. Gegeven de huidige situatie vanuit het werkveld en het toekomstbestendig maken van de zorg is er een sterke behoefte vanuit de praktijk om te verkennen of fysiotherapie op afstand kan worden verbeterd door een technologische uitbreiding van de bestaande eHealth mogelijkheden. Ook bij de huidige ‘blended care’ (een combinatie van online en offline zorg en contactmomenten) is er nog veel te winnen door technologische ondersteuning van de fysiotherapeut. Dit project richt zich op de vraag waar we de technologie (eenvoudig) kunnen verrijken om zorg op afstand te verbeteren en deze in te zetten als de situatie daarom vraagt. We richten ons daarbij, in samenwerking met MKB en eindgebruikers, in het bijzonder op sensortechnologie en ‘augmented video conferencing’. We nemen de gebruikersaspecten (toegevoegde waarde) en beleidsaspecten (financiering) mee in de ontwerpoplossing. Het resultaat is een werkwijze met bijbehorend platform (prototype) dat deze werkwijze demonstreert.
De zomer van 2021: extreme hitte aan de westkust van de VS, overstromingen in Nederland en Duitsland, de wereldwijde coronacrisis en een humanitaire ramp in Afghanistan. Aardrijkskunde is bij uitstek het schoolvak om leerlingen voor te bereiden op hun rol in de toekomst en de maatschappij. In dit onderzoek zoeken we uit wat ervoor nodig is om de best mogelijke aardrijkskundeleraren op te leiden.Doel Er is in Nederland een groeiend lerarentekort: er is behoefte aan meer leraren en vooral aan goede leraren. Met dit onderzoek willen we inzicht krijgen in de vakdidactische ontwikkeling van aardrijkskunde leraren-in-opleiding. Met deze kennis kunnen lerarenopleiders hun studenten optimaal begeleiden in hun ontwikkeling tot leraar. Resultaten Met dit onderzoek ontwikkelen we kennis van en krijgen we inzicht in: de vakdidactische kennis van de startbekwame leraar aardrijkskunde de manier waarop werkplekbegeleiders hun studenten vakdidactisch begeleiden de overeenkomsten en verschillen tussen hbo-bachelor lerarenopleidingen aardrijkskunde in Nederland Waardoor we uiteindelijk: van 24 aardrijkskunde leraren-in-opleiding leerportretten kunnen maken die een beeld geven van hun vakdidactische ontwikkeling handvaten hebben voor de optimale vakdidactische begeleiding van leraren-in-opleiding Looptijd 01 september 2021 - 31 augustus 2026 Aanpak We volgen een groep aardrijkskundestudenten tijdens drie opeenvolgende jaren van hun opleiding tot leraar en onderzoeken hoe zij zich vakdidactisch ontwikkelen. We bekijken de invloed van de lerarenopleiding en de invloed van de werkplekbegeleider. Daarvoor leggen we elk jaar een lesbezoek af en interviewen we studenten over hun eigen vakdidactische ontwikkeling. Cofinanciering Dit project wordt mogelijk gemaakt door een financiering van de NWO promotiebeurs voor leraren.
Door de kredietcrisis is de kredietverlening van het mkb een gecompliceerd proces geworden en tast de financieel mkb-adviseur in het duister. Banken wijzen meer financieringsaanvragen af door strengere financieringseisen. Ook zijn alternatieve vormen van financiering ontstaan, zoals crowdfunding, online werkkapitaal, factoring en leasing. Om in de totale kredietbehoefte van ondernemers te voorzien is vaak een combinatie van financieringsvormen nodig. Het combineren van deze verschillende vormen heet ‘gestapeld financieren’. In de praktijk is het lastig om gestapeld financieren te realiseren, omdat het mkb zelf geen ervaring heeft met gestapeld financieren en daarom advies nodig heeft van financieel adviseurs. Deze financieel adviseurs – veelal zelf mkb’ers – kunnen dit advies door een gebrek aan kennis niet geven. Het mkb zoekt een financieel adviseur die overzicht heeft, een adequate financieringsmix kan adviseren èn de aanvraag voor de ondernemer in gang kan zetten. Dit vraagt veel kennis van de financieel adviseur over de financieringsvormen. Er zijn inmiddels meer dan 40 financieringsvormen met elk hun eigen voorwaarden. De Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Hogeschool Utrecht (HU) hebben rondetafelbijeenkomsten georganiseerd met financieel mkb-adviseurs, accountantskantoren, subsidiebureaus en financieel adviseurs verbonden aan financieringspartijen. Hieruit bleek dat er in het proces van gestapeld financieren allerlei vragen rijzen over bijvoorbeeld zorgplicht, onderpand, looptijden en risico’s. Gestapeld financieren is niet alleen het combineren van verschillende financieringsvormen. De complexiteit van een gestapelde financieringsmix is namelijk dat de verschillende financieringen in de mix elkaar beïnvloeden. Hierdoor ontstaan nieuwe problemen op het gebied van looptijden, zekerheden, rentekosten en dergelijke. Wat de financieel mkb-adviseur nodig heeft, is een proces voor gestapeld financieren dat de complexiteit vermindert, tot een kostenefficiënt advies leidt en vraag en aanbod beter bij elkaar brengt. Kennis over hoe financieringsvormen op elkaar inwerken is daarbij van belang. De centrale vraag in dit projectvoorstel luidt dan ook: “Hoe kan de financieel adviseur van het mkb de vele verschillende financieringsvormen – met behulp van een overzichtelijk stappenplan - combineren en tot een optimale passende financieringsaanvraag komen?” In dit SIA RAAK MKB project wordt kennis verworven over de inrichting van het aanvraag-, acceptatie- en beheerproces. Het hoofddoel van dit project is om een hanteerbaar, geaccepteerd en kennisintensief stappenplan op te leveren, waarmee de financieel adviseur advies kan geven over de juiste combinaties van financiering. Bij de ontwikkeling van kennis in dit project wordt rekening gehouden met de gedragskenmerken van financieel adviseurs die bepalend zijn of deze kennis uiteindelijk wordt toegepast.