Deze publicatie over de vroege fase van bedrijfsopvolging in familiebedrijven laat zien dat de intentie van een volgende generatie om al dan niet het bedrijf over te nemen zich al op jonge leeftijd ontwikkelt. Ouders oefenen invloed uit op de ontwikkeling van hun kinderen door (on)bewust gebruik te maken van sociale mechanismen, waardoor de emotionele betrokkenheid van het kind in meer of mindere mate kan worden gestimuleerd. Daarbij worden er verschillende vormen van planning gebruikt voor het bedrijfsopvolgingsproces; zowel formele als intuïtieve planning. Voor ouders blijft het een dilemma om een evenwicht te vinden in het stimuleren van de individuele belangen en behoeften van hun kinderen, de belangen van het gezin en de belangen van het bedrijf. Met deze publicatie hopen wij ondernemende families handvatten te geven om op een nieuwe, andere manier naar de opvolging te kijken.
DOCUMENT
Tuinvergroening is een belangrijk onderdeel van de aanpak van (stedelijke) maatregelen tegen klimaatverandering en biodiversiteitsverlies. De achtertuin kan als het ware fungeren als een plek waar klimaatadaptie en natuurherstel op microniveau kan plaatsvinden. Ook al bestaan er veel interventiemethodes zoals groene tuintips en adviezen, is het belangrijk om deze te specificeren en tekoppelen aan de belevingswereld van verschillende tuinbezitters. Binnen het projectburgerwetenschappelijke participatieproject Pientere Tuinen rondom tuinvergroening is er de wens om een beter beeld te krijgen van de motivaties en belemmeringen. In opvolging van een kwantitatief onderzoek onder projectdeelnemers doet dit rapport verslag van een opvolging op basis van interviews met zeven tuinbezitters in de Regenboogbuurt, Almere als case study. Deze bewoners is gevraagd wat hun motiveert of tegenhoudt rondom de inrichting van de achtertuin om een beterbeeld te krijgen waar mogelijke barrières liggen rondom vergroening.
DOCUMENT
In het voorjaar van 2023 vond de G1000Zuid-Holland plaats, bestaande uit drie burgerberaden. Deze burgerberaden gingen over verschillende onderwerpen: (1) Wonen, (2) Toekomst van het platteland en (3) Leefbaarheid, verkeer en vervoer. Provinciale Staten zijn de initiatiefnemer van de burgerberaden. Het projectteam van provincie Zuid-Holland heeft samen met Stichting G1000 de uitvoering van de beraden op zich genomen. Meer dan 300 inwoners van provincie Zuid-Holland deelgenomen aan de burgerberaden. De burgerberaden formuleerden 113 adviezen die werden samengevoegd tot het Provinciaal Burgerakkoord Zuid-Holland. Het burgerakkoord werd op 25 maart aan Provinciale Staten overhandigd. De onderzoeksvraag van deze evaluatie was dan ook: Wat heeft de G1000Zuid-Holland de provincie opgeleverd? Wat zijn de effecten, welke resultaten zijn behaald, wat ging er goed en wat kunnen we hiervan leren, ook voor toekomstige participatietrajecten waaronder burgerberaden? Het burgerberaad vond plaats voor de Provinciale Statenverkiezingen van maart 2023, zodat de adviezen meegenomen konden worden in het coalitieakkoord. Hierdoor was er drie maanden beschikbaar voor de voorbereiding van drie burgerberaden op verschillende locaties in de provincie. In acht genomen dat het voor het eerst was dat de provincie een burgerberaad organiseerde, de voorbereidingstijd en dat het projectteam nog niet op volle sterkte was, was dit te kort. Deelnemers aan de burgerberaden waren over het algemeen tevreden over de organisatie van de G1000Zuid-Holland. Na afloop had bijna de helft van de deelnemers vertrouwen in de opvolging van hun adviezen. Het besluitvormingsproces van de provincie duurde langer dan gedacht. Desalniettemin, waren leden van de monitor- en klankbordgroep zeer positief over de uiteindelijke besluitvorming door de PS op 15 mei 2024.
DOCUMENT
De dorpsvereniging van Westerbroek legt ieder 10 jaar wensen en verwachtingen van inwoners ten aanzien van de leefbaarheid van hun leefomgeving vast in een dorpsvisie om er vervolgens -waar mogelijk- ook mee aan de slag te gaan. Dit jaar -2023- is de laatste Dorpsvisie 2012-2022 aan opvolging toe door een nieuwe dorpsvisie voor de periode 2023-2033. Dit onderzoeksrapport geeft de dorpsvereniging handreikingen vanuit inwonerperspectief voor het opstellen ervan. Het doel van een dorpsvisie is om een leidraad te vormen voor toekomstige beslissingen en acties die eraan bijdragen aan dat Westerbroek een prettige en leefbare plek is en blijft voor inwoners om te wonen, werken en recreëren.
DOCUMENT
In 2023 heeft de gemeente Leiden een burgerberaad over de energietransitie georganiseerd. In dit rapport leest u de bevindingen van het onderzoek naar dit burgerberaad. Het beraad bestond uit een serie bijeenkomsten waarin een gelote, vaste groep deelnemers adviezen formuleerde, waarbij de volgende vraag centraal stond: Hoe kunnen we als gemeente en bewoners sneller stappen zetten richting minder en schonere energie? Het doel van dit onderzoek is leren van de ervaringen die met het burgerberaad zijn opgedaan. Het onderzoek heeft drie doelstellingen; 1) het beschrijven van de opzet (methodiek) van het burgerberaad, 2) inzicht verkrijgen in de ervaringen van deelnemers aan het burgerberaad en 3) inzicht verkrijgen in de veranderingen in betrokkenheid bij het vraagstuk van het burgerberaad. Dataverzameling heeft plaatsgevonden door middel van enquêteonderzoek onder deelnemers voorafgaande aan en na afloop van het burgerberaad. In aanvulling hierop is bij een klein aantal deelnemers een online interview afgenomen. De resultaten laten zien dat de gestratificeerde loting heeft geleid tot een goede afspiegeling wat betreft geslacht en leeftijd. Verder bestond het burgerberaad voor het merendeel uit bewoners die niet eerder deelnamen aan een door de gemeente georganiseerde vorm van participatie. Deelnemers vormden geen goede afspiegeling wat betreft opleidingsniveau; er was een oververtegenwoordiging van theoretisch opgeleiden. Deelnemers aan het burgerberaad kijken (zeer) positief terug op hun deelname aan het burgerberaad. Deelnemers waren positief over de manier waarop het beraad is georganiseerd en over de mogelijkheden om invloed uit te oefenen. De meeste deelnemers gaven aan dat als het onderwerp hun interesse zou hebben en de gemeente opnieuw een burgerberaad zou organiseren, ze opnieuw deel zouden nemen. Deelnemers hebben zich eigenaar gevoeld van het burgerberaad. Dit heeft echter niet geleid tot meer betrokkenheid bij de energietransitie. Een verklaring hiervoor kan zijn dat deelnemers zich voorafgaande aan het burgerberaad al zeer betrokken voelden bij het klimaatvraagstuk. De bijdrage van de gespreksleiders (met name wat betreft neutraliteit) werd minder positief beoordeeld door deelnemers. Ten slotte bestond er onder deelnemers twijfel over de opvolging van de adviezen door de gemeente.
DOCUMENT
Eind 2023 en begin 2024 heeft de gemeente Utrecht een burgerberaad over een prettige jaarwisseling georganiseerd. In dit rapport leest u de bevindingen van het onderzoek naar dit burgerberaad. Het beraad bestond uit een serie bijeenkomsten waarin een gelote, vaste groep deelnemers adviezen formuleerde, waarbij de volgende vraag centraal stond: Hoe willen we dat de jaarwisseling verloopt in de stad Utrecht vanaf 2024-2025 en daarna? Het doel van dit onderzoek is leren van de ervaringen die met het burgerberaad zijn opgedaan. Het onderzoek heeft twee doelstellingen; 1) het beschrijven van de opzet (methodiek) van het burgerberaad, en 2) inzicht verkrijgen in de ervaringen van deelnemers aan het burgerberaad. Dataverzameling heeft plaatsgevonden door middel van enquêteonderzoek onder deelnemers voorafgaande aan en na afloop van het burgerberaad. In aanvulling hierop is bij een klein aantal deelnemers een online interview afgenomen. De resultaten laten zien dat de gestratificeerde loting heeft geleid tot een goede afspiegeling wat betreft geslacht, leeftijd, opleidingsniveau en verdeling over de verschillende wijken. Verder bestond het burgerberaad voor het merendeel uit bewoners die niet eerder deelnamen aan een door de gemeente georganiseerde vorm van participatie. Deelnemers leken geen goede afspiegeling te vormen wat betreft kenmerken die niet waren meegenomen in de loting; migratieachtergrond en perspectief ten aanzien van het vraagstuk. Deelnemers aan het burgerberaad kijken zeer positief terug op hun deelname aan het burgerberaad. Deelnemers waren positief over de manier waarop het beraad is georganiseerd en over de mogelijkheden om invloed uit te oefenen. De meeste deelnemers gaven aan dat als het onderwerp hun interesse zou hebben en de gemeente opnieuw een burgerberaad zou organiseren, ze opnieuw deel zouden nemen. Ook was er vertrouwen in opvolging van de adviezen door de gemeente. Hoewel er genoeg tijd en bijeenkomsten waren, was er in de groepsgesprekken weinig tijd voor verdieping en uitwisseling van verschillende perspectieven. Dit leverde bijvoorbeeld de – voor deelnemers verwarrende – situatie op dat er onderling tegenstrijdige adviezen werden opgesteld. Verder leidde de inbreng van expertkennis soms tot beïnvloeding van de gesprekken, wat mogelijk ten koste kan gaan van het eigenaarschap van de deelnemers. Toekomstige burgerberaden kunnen baat hebben bij meer ruimte voor kritische reflectie en het afwegen van verschillende perspectieven.
DOCUMENT
Aanleiding Er is weinig bekend over de verschillen in de ondernemersprofielen van starters, overnemers en opvolgers. Als voorbereiding op een grootschalig onderzoek van de HU/KvK Nederland is de literatuur op dit gebied bestudeerd. Literatuurstudie Er zijn 9 (wetenschappelijke) publicaties gevonden die ingaan op de verschillen tussen starters, overnemer of opvolgers. Bij gebrek aan directe studies zijn daarnaast 28 publicaties verzameld, die betrekking hebben op de slaag- en faalfactoren bij overname en opvolging. Vraagstelling Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen starters, overnemers en opvolgers en welke factoren verhogen de slaagkans bij overname en opvolging? Resultaten De uitkomsten uit de verschillende studies geven een vrij eenduidig beeld. Personen met meer werkervaring, ondernemers- en managementervaring, branchekennis en een hoger inkomen kiezen eerder voor overname dan het starten van hun eigen bedrijf. Daarbij valt op dat overnemers doorgaans hoger zijn opgeleid dan opvolgers, maar lager zijn opgeleid dan starters. Bij de entry keuze moeten we bedacht zijn op de verschillen per branche, want daar waar hoge toetredingsdrempels aanwezig zijn of de startkosten hoog zijn, daar is overname waarschijnlijker dan starten. Ook meer specifieke ondernemerscompetenties zijn van belang voor het welslagen van een overname of opvolging, zoals een goede relatie met de verkoper, marktbewustzijn, flexibiliteit, doorzettingsvermogen en het kunnen leiden van veranderingen. Daarnaast zijn deze kenmerken van belang het realiseren van de financiering van een overname. Voorts spelen timing van de aankoop, het hebben van enig eigen kapitaal en de marktsituatie een rol van betekenis. Voor familieopvolging geldt dat opvolgers vanuit eigen interesse en alleen bij gebleken geschiktheid, goed opgeleid en met (externe) ervaring een grotere kans van slagen hebben. Van hen en van overnemers van een voormalig familiebedrijf wordt veel gevraagd bij veranderingen en vernieuwingen, daar bij familiebedrijven doorgaans grotere weerstanden bestaan tegen veranderingen.
DOCUMENT
Een agrarische bedrijfsopvolging is niet alleen een juridische, fiscale en financiële zaak, maar ook (en bovenal) een familiale zaak waarbij emotionele binding en betrokkenheid een rol spelen. Bij advies wordt vaak vooral gedacht aan de ‘harde’ zakelijke kant, maar dit werkboek heeft als doel om families te ondersteunen én sterker en zelfredzamer te maken, juist op de ‘zachte’ kant waarin het gaat om sociale en emotionele verhoudingen.
DOCUMENT
Een agrarische bedrijfsopvolging is niet alleen een juridische, fiscale en financiële zaak, maar ook (en bovenal) een familiale zaak waarbij emotionele binding en betrokkenheid een rol spelen. Bij advies wordt vaak vooral gedacht aan de ‘harde’ zakelijke kant, maar dit werkboek heeft als doel om families te ondersteunen én sterker en zelfredzamer te maken, juist op de ‘zachte’ kant waarin het gaat om sociale en emotionele verhoudingen.
DOCUMENT