Because dental health and oral pathology may affect forensic psychiatric patients' well being, it is important to be able to assess oral health related quality of life (OH-QoL) in these patients. Two studies were conducted among Dutch forensic psychiatric male patients to assess the psychometric properties and some potential predictors of the Oral Health Impact Profile-14 (OHIP-14) as a measure of OH-QoL. Study 1 involved 40 patients who completed the OHIP-14 before receiving professional dental care and were retested 3 months later. The internal consistency was good, the test-retest correlations were fair, and over the 3 months follow-up no significant changes in OH-QoL were observed. Study 2 consisted of 39 patients who completed an improved version of the original OHIP-14, as well as measures to validate of the OHIP. Dental anxiety and unhealthy dentition jointly explained 26.7% of the variance in OH-QoL, and the better patients performed their oral hygiene behavior, the better their OH-QoL. It is concluded that the Dutch OHIP-14 is a useful instrument, and that nurses, especially in forensic nursing, should pay particularly attention to dental anxiety when encouraging patients to visit OH professionals and to perform adequate oral hygiene self-care.
An Oral Care Program (OCP) was implemented in home care nursing teams in a northern province of the Netherlands to improve the oral health and hygiene of older people who make use of formal home care in 2018-2019. The aim of the current study was to evaluate the experiences of the stakeholders involved (older people, home-care nurses and dental hygienists) and to report the experienced impact of OCP, with a qualitative approach. Three dental hygienists, nine home care nurses, and eight older people were interviewed with semi-structured interviews, which were audio recorded, transcribed and analyzed using thematic analysis. The codes derived were grouped into nine main themes. OCP was experienced as mostly positive by all stakeholders involved. The educational part lead to more awareness towards oral care, but should be repeated regularly. Personalized oral care plans for older people were experienced positively, however, obtaining oral care behavior changes appeared to be difficult. Collaboration between dental hygienists and home care nurses lead to a positive experience from both sides The method and intensity of collaboration varied between the teams. To provide better access to oral health care for older people in the community, a long term collaboration between home care nursing teams and dental care professionals in their working area should be established.
What does this paper add to existing knowledge? • This study provides insight into the severity of the problem. It demonstrates the differences in risk factors and OHRQoL between patients diagnosed with a psychotic disorder (first-episode) and the general population. • A negative impact on OHRQoL is more prevalent in patients diagnosed with a psychotic disorder (first-episode) (14.8%) compared to the general population (1.8%). • Patients diagnosed with a psychotic disorder (first-episode) have a considerable increase in odds for low OHRQoL compared to the general population, as demonstrated by the odds ratio of 9.45, which supports the importance of preventive oral health interventions in this group. What are the implications for practice? • The findings highlight the need for oral health interventions in patients diagnosed with a psychotic disorder (first-episode). Mental health nurses, as one of the main health professionals supporting the health of patients diagnosed with a mental health disorder, can support oral health (e.g. assess oral health in somatic screening, motivate patients, provide oral health education to increase awareness of risk factors, integration of oral healthcare services) all in order to improve the OHRQoL.
MULTIFILE
Het doel van het project is om inzicht te krijgen in praktische en commerciële haalbaarheid rondom de Aquabooster van het bedrijf Wabbi dat eigendom is van studentondernemer Faik Durmus. Het onderzoek waaruit de Aquabooster is ontstaan is gedaan door studenten van de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek aan de Saxion Hogeschool. Daarmee borduurt dit project voort op praktijkgericht onderzoek vanuit een kennisinstelling. De Aquabooster is het enige product van het bedrijf Wabbi. De Aquabooster reinigt herbruikbare flessen (zoals de Dopper®) van consumenten met als doel de levensduur te verlengen en de afvalberg te verlagen. Hiermee hoopt Wabbi bij te dragen aan SDG12: ‘Responsible consumption and production’. De belangrijkste projectactiviteiten om het doel te realiseren omvatten: a. Het bouwen van meerdere prototypes; b. Validatie van de prototypes in relevante fieldlabs teneinde feedback uit de markt te krijgen; c. Onderzoek naar Intellectueel Eigendom; d. Schrijven van een businessplan. Deze activiteiten moeten er toe leiden dat er een beeld ontstaat over de potentie van Wabbi met haar Aquabooster. Het project duurt 9 maanden en het budget bedraagt conform begroting €40.000. De projectpartners zijn: Wabbi, Het Saxion Centrum voor Ondernemerschap (penvoerder), de lectoraten Mechatronica en Industrial Design en een partner ten aanzien van het onderzoek naar Intellectueel Eigendom (wordt nog gezocht). Aanvullend worden studenten ingezet om feedback uit de markt te krijgen en deelsystemen te ontwikkelen.
Ondanks alle preventieve maatregelen die deskundigen infectiepreventie toepassen in zorgomgevingen, lopen naar schatting jaarlijks ruim 100000 mensen in Nederland een ziekenhuisinfectie op. Door de omgeving van patiënten te behandelen met antimicrobiële coatings (AMCs) is het mogelijk de aangroei van bacteriën terug te dringen en daarmee mogelijk het aantal ziekenhuisinfecties te reduceren. Het gebrek aan kennis over deze innovaties in de gezondheidszorg, en het ontbreken van praktijkbewijs zorgt ervoor dat deze AMCs nog weinig worden toegepast in zorgomgevingen. Professionals uit de zorg, die de verantwoordelijkheid dragen voor infectiepreventie, zijn dringend op zoek naar instanties die hen kunnen helpen om onafhankelijk onderzoek te doen naar de toepassing van AMCs in hun zorginstelling en zo te weten te komen of dit een aanvullende maatregel kan zijn om ziekenhuisinfecties terug te dringen alsmede de hoge kosten die gepaard gaan met (preventie van) uitbraken van micro-organismen. Door de jarenlange ervaring die Zuyd heeft met onderzoek naar AMCs kwam deze praktijkvraag bij het onderzoeksteam van Zuyd terecht. Zuyderland locaties Geleen en Heerlen, en Vie Curi stellen hun faciliteiten ter beschikking om onderzoek in een living lab situatie mogelijk te maken. In dit project wordt reeds bestaande kennis over AMCs gebruikt en vertaald naar specifieke situaties in de gezondheidszorg. Er wordt onderzocht hoe AMCs geïntroduceerd kunnen worden in de omgeving van patiënten, rekening houdend met wet- en regelgeving. Via pilotexperimenten wordt de effectiviteit en werking van AMCs in patiëntenkamers onderzocht, samen met professionals uit het werkveld. Implementatie van AMCs heeft gevolgen voor het infectiepreventiebeleid en de werkzaamheden van professionals actief in infectiepreventie. De resultaten van dit project zullen worden ingezet in de infectiepreventie van deelnemende ziekenhuizen. Via de in dit project te realiseren beschrijving van Best Practices voor implementatie van AMCs in de zorgomgeving staat de weg open voor een bredere toepassing in de gezondheidszorg.
Wereldwijd neemt de vraag naar grondstoffen toe en worden meer materialen gebruikt dan onze aarde kan leveren. Daarom streeft Nederland naar een volledig circulaire economie in 2050. De zorg vormt een groot onderdeel van onze economie en veroorzaakt veel afval. Het circulair maken van de bedrijfsvoering in de zorg is extra uitdagend, enerzijds vanwege de hoge eisen aan hygiëne en infectiepreventie, anderzijds vanwege de complexiteit van de organisaties met veel beslisactoren. Samen met negen bedrijven, drie ziekenhuizen en netwerk-brancheorganisaties gaan de lectoraten ‘Supply Chain Finance’ en ‘Netwerken in een Circulaire Economie’ van Windesheim, lectoraat Healthcare Logistics van HAN en Professorship of Design for Sustainability van TU Delft onderzoeken op welke wijze mkb-ondernemingen, door middel van innovaties in producten, processen, informatiegebruik en businessmodellen, kunnen bijdragen aan het vergroten van de circulariteit van de zorg. Aanleiding voor dit project zijn de praktijkvragen van mkb-ondernemingen die disposables leveren aan ziekenhuizen: Hoe kan het mkb samen met de ziekenhuizen het gebruik van disposables in ziekenhuizen herontwerpen en verkopen, om zo ook stappen te zetten in het circulair maken van de zorgsector? Innovatie voor de zorg is kostbaar, vooral door de hoge eisen die gelden voor producten. Door het hoge risico en kosten is de markttoetredingsdrempel voor mkb-ondernemingen hoog. Mkb-ondernemingen zoeken daarvoor in dit project naar samenwerking in de keten om krachten te bundelen en voor toegang tot kennis hoe tot duurzame oplossingen te komen is. In vier cases worden oplossingen ontwikkeld voor specifieke innovatievragen van praktijkpartners. In elke case wordt samengewerkt door studenten, deskundigen uit het werkveld en docent-onderzoekers. Uit de cases worden algemene lessen getrokken hoe tot succesvolle duurzame innovaties te komen is in vergelijkbare contexten. De kennis uit dit onderzoek wordt actief verspreid onder relevante stakeholders, via onderwijs, publicaties in vaktijdschriften en presentaties op evenementen van het netwerk van het consortium.