Afnemers van Arbeids- en Organisatiepsychologische dienstverlening verwachten van ons maatwerk. Contextualisering biedt mogelijkheden om hieraan te voldoen. Contextualisering is een benadering die de situatie van de cliënt en het daarin beschikbare (verander)potentieel centraal stelt. Uit eigen onderzoek blijkt dat dit leidt tot betere assessmentinstrumenten en effectievere coaching en advisering.
LINK
In Oerganisatie presenteert organisatiepsycholoog Henk Verhoeven een radicaal nieuwe visie op het functioneren van organisaties. Hij laat zien dat kunst, economie en technologie niet primair menselijke uitvindingen zijn, maar vooral vanzelfsprekende voortzettingen van onze natuurlijke evolutie. Virussen, planten, mensen, culturen, mode, wetenschap, technologie en multinationals; alles ontwikkelt en gedraagt zich volgens een basale set universele principes. Oerganisatie gaat over de broncode van alle organisatievormen. Wie door deze bril naar de wereld kijkt, ziet een verbazende regelmaat en logica tevoorschijn komen en zal op een radicaal andere manier mensen, bedrijven en onze maatschappij gaan begrijpen. Met deze broncode geeft Verhoeven inzicht in uiteenlopende onderwerpen zoals: - Hoe mieren vee houden en aan outsourcing doen. - Waarom ook ideeën seks met elkaar hebben. - Waarom de kip het meest succesvolle dier in Nederland werd. - Waarom het keizerlijke China geen wereldspeler werd, maar het huidige China wel. - Waarom een uitvinding vrijwel altijd meerdere malen tegelijkertijd gedaan wordt.
DOCUMENT
The concepts punitiveness and rehabilitation orientation in the general public are generally measured by rather broad attitude items that are not directly related to probation. In this study, two separate attitude scales were used that were tailor-made for the probation context and therefore have a high ecological validity. These ‘ecological scales’ were each analysed with the same predictor set. Cognitive emotive variables showed incremental prediction above demographics. Higher knowledge of probation and more satisfaction with society are related to a higher preference for rehabilitation. Less knowledge of probation and a higher feeling of victimization are related to a more punitive attitude.
DOCUMENT
Een inclusieve organisatie wordt in het huidige discours vaak gedefinieerd als een organisatie die openstaat voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, die als gevolg van een fysieke of psychische beperking niet in staat zijn zelfstandig het minimumloon te verdienen (zie bijv. Borghouts-Van de Pas & Freese, 2016; Beukeveld & Oden, 2017). Dit heeft alles te maken met het beleid van overheid en sociale partners die met het Sociaal Akkoord van 2013 en de inwerkingtreding van de Participatiewet in 2015 veel aandacht hebben gevraagd voor juist deze groep. De werkgevers accepteerden een Banenafspraak met een taakstelling van 100.000 nieuwe arbeidsplaatsen voor mensen uit het doelgroepenregister (waarin mensen met een arbeidsbeperking formeel worden opgenomen) in het reguliere bedrijfsleven. In dit hoofdstuk bespreken we inzichten over inclusief Human Resource Management (HRM), afkomstig uit praktijkgericht onderzoek. We bespreken wat we verstaan onder een inclusieve organisatie en inclusief HRM en presenteren onderzoeksresultaten over het verbeteren van de HR-processen en het komen tot een inclusieve organisatiecultuur. Ten slotte trekken we conclusies over wat inclusief HRM betekent voor de rol en werkzaamheden van HRM.
LINK
By means of an interview based multiple case study the impact of six manageable factors, called implementation levers, on the implementability of HRM programmes within organizations was investigated. The levers that were studied were: programme flexibility (opposite of programme standardization), programme embeddednes (fit with existing organizational processes), participative programme development (programme users being involved in the programme development), attention to politics (intra-organizational power relations being taken into account), HRM’s coworkership (programme users being supported by HRM department) and HRM’s accessibility (HRM department being contactable for programme users). The interview outcomes confirm the expectations about the impact of each of the levers. In addition to that, they articulate those expectations by highlighting a variety of mechanisms that explain the impact. They furthermore also point to instances of reversed impact, that is either a negative impact of the presence of a lever or a positive impact of the absence of a lever. Mechanisms that produced reversed impact were identified for all levers except HRM’s accessibility. The remaining ones thus can be said to have a bright side (as was expected) but a dark side as well.
DOCUMENT
Interview met Sjoerd van den Heuvel. Tientallen bedrijven bespioneren hun medewerkers, meldde onderzoeksplatform Investico begin oktober. De publicaties over de stiekeme analyse van personeelsgegevens veroorzaken veel ophef. Terecht, zeggen twee experts op het gebied van HR Analytics. ‘Schandalen zetten de wetgeving aan het werk.’
MULTIFILE
Interview van Scorius met Sjoerd van den Heuvel over de stand van zaken in data gedreven HR en hoe de toekomst van dit vakgebied eruit ziet. Scorius is een organisatie die opereert op het snijvlak van IT, data en HR en werkt daarin samen met de HU, de VU en PWC.
MULTIFILE
Rede in verkorte vorm uitgesproken door Ben Emans bij diens installatie als lector Duurzaam HRM-beleid bij het Kenniscentrum Arbeid van de Hanzehogeschool Groningen
DOCUMENT
Op 28 juli 2014 is Ben Fruytier overleden. Hij was lector Organisatieconfiguraties en Arbeidsrelaties bij het Kenniscentrum Sociale Innovatie (KSI) van Hogeschool Utrecht (HU). Tevens was hij als universitair hoofddocent werkzaam bij de Faculteit der Managementwetenschappen van de Radboud Universiteit (RU Nijmegen). Aan deze universiteit heeft hij arbeid- en organisatiesociologie gestudeerd en is hij cum laude afgestudeerd. Hij was leerling van Ulbo de Sitter en heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de verdere ontwikkeling en toepassing van de sociotechniek in Nederland. In 1987 heeft hij de werkgroep Productie Organisatie en SocioTechniek (‘POST-groep’) opgericht, waarin wetenschappers, organisatieadviseurs en stafmedewerkers van bedrijven en vakbonden werkten aan de professionalisering van het vak van (sociotechnische) organisatieverandering.
MULTIFILE
Hoewel het aantal sporters in Nederland ieder jaar toeneemt, zien sportverenigingen hun ledental dalen. Er is veel onderzoek gedaan om het tij te keren. Daarin werd vaak geconcludeerd dat het 'clubgevoel van leden' een belangrijke factor is. Wat dat is, het clubgevoel van leden, en hoe je dat kunt stimuleren, bleef echter onduidelijk. Nanny Kuijsters greep dit aan om het 'clubgevoel van leden' te bestuderen in het kader van haar promotieonderzoek voor de Universiteit van Tilburg en Fontys Economische Hogeschool in Tilburg.
LINK