Het handelen van docententeams heeft grote invloed op de kwaliteit van het onderwijs en het succes van studenten. Toch wordt in het hoger beroepsonderwijs relatief weinig aandacht besteed aan de vraag of en onder welke omstandigheden teams van docenten goed functioneren. In dit artikel worden aan de hand van twee praktijkcases uit een longitudinaal actie-onderzoek de totstandkoming van het handelingsvermogen van teams verkend. We richten ons daarbij op de invloed van de kenmerken van het team zelf en van de organisatiestructuur. We sluiten af met de vraag hoe het vermogen tot handelen van docententeams versterkt kan worden en wat de rol van HRM daarin is.
DOCUMENT
Ziekenhuizen behoren tot wat Mintzberg professionele bureaucratieën noemt. Ze worden geconfronteerd met problemen op het gebied van kwaliteit, patiëntvriendelijkheid, veiligheid en efficiency. Een belangrijke vraag is of ze voor het bereiken van deze doelen de juiste structuur bezitten. In zijn boek Structure in fives (1983) presenteert Mintzberg een ontwerptheorie waarmee deze vraag beantwoord zou kunnen worden. Structuurparameters spelen hierin een belangrijke rol. In het samen met Glouberman geschreven artikel (2001) past hij zijn ontwerptheorie toe op het ziekenhuis. In dat artikel wordt de vraag beantwoord: aan welke knoppen moet de ontwerper draaien om de problemen van ziekenhuizen op te lossen? In deze bijdrage vergelijk ik de opvattingen van Mintzberg met recente opvattingen over een patiëntgerichte en procesgestuurde organisatie van het ziekenhuis. Ik kom tot de conclusie dat wat hierin voorgesteld wordt, overeenkomt met 1) wat volgens Minztberg niet kan (het kantelen van de ziekenhuisorganisatie van een functionele naar een marktgerichte structuur) en 2) wat volgens Minztberg niet mag (het standaardiseren van output en processen). Dat is praktisch belangrijk, immers, volgens Mintzberg krijgen we nooit de zo gewenste multidisciplinaire, patiëntgerichte en proces- gestuurde ziekenhuisorganisatie. In deze bijdrage beperk ik mij nadrukkelijk tot het ziekenhuis als vraagstuk van structuurontwerp. Ik kan, binnen dit bestek, niet ingaan veranderingskundige vraagstukken op meso- en met vraagstukken van institutioneel herontwerp op macroniveau. Deze bijdrage is onderdeel van een vergelijkend onderzoek van de sterke en zwakke punten van verschillende organisatieontwerpbenaderingen (zie Achterbergh, Vriens, 2009; Christis, 2005, 2009 en 2011).
DOCUMENT
Veel organisaties ontdekken dat organiseren veel meer is dan een organisatiestructuur inrichten met managers, afdelingen en functies. De ‘organisatiehark’ met ‘boven en onder’ heeft natuurlijk betekenis, maar het samenwerken wordt pas effectief door naar de collega’s ‘links en rechts’ te kijken: ‘Wat moet ik doen, zodat jij er goed mee verder kunt?’ Dan gaat het om horizontaal organiseren in processen die dwars op de organisatiehark staan (Bakker en Hardjono, 2011 en 2013). Die aandacht voor processen lijkt heel logisch en dat is het ook. Maar de invoering daarvan heeft vaak een dwars karakter: velen voelen zich thuis bij een hiërarchische baas die hiërarchisch medewerkers aanstuurt. Denken en werken in processen vraagt om een goede afstemming, een professionele houding en vooral ook vertrouwen ontwikkelen in elkaars vakmanschap. Dat weten ze bij Hogeschool Utrecht maar al te goed.
DOCUMENT
De organisatiestructuur van de gemeente Amsterdam leent zich niet goed voor het werken aan domeinoverstijgende grootstedelijke vraagstukken. Vaak worden daarom (externe) procesbegeleiders aangesteld om samenwerking tot stand te brengen tussen partijen met uiteenlopende belangen. De positie die deze procesbegeleiders innemen roept een interessante spanning op: wanneer de opdracht afgerond is, verdwijnt met hen ook veel cruciale kennis, en daarmee wordt het lerend vermogen van betrokken directies belemmerd; verantwoordelijkheid voor leren wordt immers uitbesteed. Wij onderzochten daarom: welke rol spelen (externe) procesbegeleiders in domeinoverstijgende projecten en wat leert de gemeentelijke organisatie daarbij?
LINK
Het project "werkplaats Oud-Oost" is opgezet om verkokering tussen organisaties te verkleinen, versnippering van aanpak en projecten te voorkomen en kennis die in het werkveld wordt ontwikkeld vast te houden. Het project beoogt daarmee een bijdrage te leveren aan ontschotting, professionalisering en de ontwikkeling van een gedeelde visie voor de aanpak van het gebied Oud-Oost. In dit plan van aanpak wordt de opzet van deze werkplaats verder uitgewerkt
DOCUMENT
Regeldruk onder docenten is een zeer actueel thema. Er is een discourse analysis verricht naar de wijze waarop er door docenten hierover gepraat wordt. Data is verzameld door beleidsambtenaren van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap mee te laten lopen met docenten in het onderwijs. Vervolgens is een discoursanalyse verricht. Hierbij is aandacht voor de wijze waarop mensen in gesprek met elkaar dingen doen met taal. De nadruk lag op de wijze(n) waarop medewerkers zelf praten over hoe zij regeldruk zich voorstellen. Onze resultaten laten zien dat er veel onduidelijk bestaat rond regelgeving en dat veranderingen te snel worden doorgevoerd. Ook de huidige organisatiestructuur wordt ter discussie gesteld.
DOCUMENT
Hoe ziet de toekomst van de Veluwe eruit? Jacques Vork, Associate Lector City Marketing & Leisure bij Hogeschool Inholland praat u bij. Samengevat is mijn advies kies voor een flexibel samenwerkingsmodel met wisselende teams van specialisten. Niet de organisatiestructuur is leidend, maar het probleem dat opgelost moet worden. Voor de Veluwe kan Veluwe Marketing het voortouw nemen, maar pak het ook lokaal op en als hotelier met een specifieke hobby of interesse kun je ook kijken of je dat netwerk kunt aanspreken. En vergeet niet dat alles staat of valt bij een kwalitatief goed product en persoonlijke service. Een nieuwe gast werven kost 7 keer meer dan een bestaande behouden, dus koester uw gasten.
DOCUMENT
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) in de sportbusiness betekent dat sportorganisaties in hun functioneren rekening houden met de belangen van belangrijke stakeholders binnen en buiten de eigen organisatie. Uiteindelijk raakt dat ook de vraag naar de verdeling van de macht bij een sportorganisatie, zoals bij een betaald voetbalclub. Feyenoord had de afgelopen jaren een goede naam wat betreft maatschappelijk verantwoord ondernemen door twee grote projecten. Sinds 2002 heeft Feyenoord een samenwerkingsverband met Unicef. Voor en met Unicef organiseert Feyenoord diverse fondswervende activiteiten. Daarnaast heeft Feyenoord sinds 2003 een overeenkomst met het Erasmus Medisch Centrum Sophia waarbij er speciale aandacht is voor Sophia-kinderen en hun families. Het lijkt er op dat Feyenoord door het recent ingezette nieuwe beleid op het gebied van organisatiestructuur - en de rol van de supporters daarin - een van de kartrekkers wordt van MVO in het betaald voetbal.
DOCUMENT
In 2020 wil de stichting Cycling Championships Northern Netherlands (hierna te noemen ‘de stichting’), graag het WK Wielrennen 2020 in Noord-Nederland organiseren. Een evenement waarmee zij de provincies Drenthe en Groningen en hun steden op de wereldkaart zetten. In deze haalbaarheidsstudie wordt objectief bekeken of het mogelijk of aantrekkelijk is om het WK Wielrennen uit te organiseren en of investeren in dit evenement vanuit maatschappelijk oogpuntaantrekkelijk is. Het onderzoek geeft een zo onafhankelijk mogelijk beeld van de benodigde investeringen, de maatschappelijke baten en de mogelijke risico’s van dit initiatief.
DOCUMENT