Deelnemers: 33 Een grote technische of strategische transitie vraagt vaak veel veranderingen en heeft hierdoor ook grote impact op een bedrijf. Vaak maken werknemers zich zorgen over wat dit betekent voor hen. Deze masterclass helpt u om deze veranderingen succesvol aan te pakken. lk project vereist zijn eigen verander aanpak. Deze aanpak hangt af van de inhoudelijke complexiteit en de veranderlijkheid van het project. Een veel voorkomend probleem is dat werknemers bij grote veranderingen bang zijn dat hun baan negatief veranderd: bij de transitie van EtO naar CtO zijn ze vaak bang dat ze hun kennis en kunde niet meer kunnen gebruiken en 'aan de lopende band' moeten staan. Bij de implementatie van een robot kunnen medewerkers angst hebben om hun baan te verliezen. Deze masterclass geeft je handvaten om medewerkers mee te nemen in deze transities. Projecten om de performance van organisaties naar een hoger plan te tillen vragen bijna altijd verandering in en van organisaties. Adviezen over hoe organisatieverandering te bewerkstelligen zijn vaak gericht op factoren die succesvolle verandering bevorderen – stimulerende factoren -, maar vergeten veelal de zogenoemde kritische factoren: factoren die organisatieverandering weliswaar niet direct bevorderen maar wel, wanneer ze niet gedekt zijn, onmogelijk maken. De juiste aandacht voor deze kritische factoren voorkomt in ieder geval het mislukken van organisatieverandering en dat is natuurlijk de eerste stap richting succes. De masterclass gaat met name in op deze kritische factoren: wat je in ieder geval (niet) moet doen wanneer je succesvolle organisatieverandering tot stand wil brengen. In de masterclass putten we voor een deel uit kennis die veel van ons impliciet al wel bezitten, maar die we vaak lijken te vergeten, wanneer het organisatieverandering betreft. Die kennis wordt aangevuld met de belangrijkste inzichten uit toegepast-wetenschappelijk onderzoek uit het project EtO/CtO dat o.a. HAN en Hanze gezamenlijk uitvoeren. Op basis hiervan komen we tot een praktische checklist voor het succesvol tot stand brengen van organisatieverandering. Doelgroep: Bedrijven die momenteel bezig zijn met een strategische transitie (van EtO naar CtO) en bedrijven waar een grote technische verandering plaats vindt (in hun proces) wat impact heeft op de taakverdeling van mensen (denk aan robotisering). Dr. Cees Reezigt promoveerde op de ontwikkeling van een diagnose-instrument voor interne organisationele communicatie. Tijdens zijn onderzoek ervoer hij dat een juiste diagnose en een verbeterd ontwerp weliswaar noodzakelijk zijn, maar geen garantie bieden voor daadwerkelijke verbetering. Zijn interesse voor project- en verandermanagement was daarmee gewekt. Momenteel is Cees lector Organisatieontwerp en -verandering aan de Hanzehogeschool waar hij onderzoek doet naar vragen rondom het thema wendbare organisaties.
De rollen en het taken van gemeenten zijn de afgelopen jaren flink uitgebreid. Om aan alle externe verwachtingen te voldoen, dienen gemeenten hun organisatie, denk- en werkwijzen aan te passen. Hiervoor worden tal van formele verandertrajecten opgestart. Deze leveren echter vaak niet op wat men ervan had verwacht. Toch zijn veel gemeenten de afgelopen jaren wel degelijk veranderd. Hoe is deze schijnbare tegenstelling te begrijpen? Thijs Homan dook in de wondere wereld van verandertrajecten binnen gemeenten en kwam terug met opmerkelijke inzichten. Een masterclass over ontkoppelen, veranderfonteintjes en kreetsurfing.
LINK
Dit onderzoek wil de interactie tussen begeleiders van organisatieverandering en betrokken stakeholders verbeteren, zodat deze begeleiders organisaties effectief kunnen faciliteren bij (complexe) organisatieverandering.Doel Het doel van dit onderzoek is om begeleiders van organisatieverandering handvatten te bieden voor effectieve interactie. Uiteindelijk moet dit bijdragen aan het verbeteren van de uitkomsten van de organisatieverandertrajecten. Resultaten Vergrote deskundigheid deelnemende consultants Bijdragen aan masteronderwijs en opleiding van professionals Suggesties voor curriculaontwikkeling van opleidingen Uiteindelijk: doeltreffender begeleiding van ingewikkelde organisatieveranderingen Wetenschappelijke bijdrage in de vorm van een dissertatie Looptijd 01 januari 2019 - 01 januari 2023 Aanpak Social construction, conversaties/personal coaching, observatie en vragenlijstonderzoek.
Aanleiding De somatische zorg voor patiënten met een ernstige psychische aandoening (EPA) schiet in de Nederlandse gezondheidszorg op een aantal punten ernstig tekort. Dit leidt ertoe dat deze patiënten eerder ziek worden en een beduidend kortere levensverwachting hebben dan gemiddeld. In navolging van de groeiende aandacht binnen de gezondheidszorg voor dit thema, zijn er landelijk twee multidisciplinaire richtlijnen ontwikkeld. De eerste richtlijn is voor somatische screening bij patiënten met EPA en de tweede voor de toepassing van leefstijlinterventies ter bevordering van de gezondheid van deze patiënten. De interventies vinden o.a. plaats op voeding, bewegen, roken, alcoholgebruik, middelenmisbruik, slaap en seksueel risicovol gedrag. In dit RAAK-project worden de twee richtlijnen aan de praktijk getoetst. Doelstelling Het RAAK-project beoogt implementatie en evaluatie van de reeds ontwikkelde richtlijnen in twee GGZ-instellingen bij een groep van 750 patiënten. De (post-)hbo-opgeleide verpleegkundig specialisten vervullen een spilfunctie bij de uitvoering van de screening en de leefstijlinterventies en hebben een coördinerende functie naar andere betrokken disciplines (arts, psychiater, diëtist, fysiotherapeut, etc.). Bij gebleken gezondheidsproblemen wordt effectieve behandeling ingezet, gemonitord en geëvalueerd. Ter ondersteuning van de verpleegkundigen zijn de belangrijkste aanbevelingen uit de richtlijnen vertaald in twee methodieken: de Verpleegkundige Monitoring bij Somatiek en Leefstijl (VMSL-GGZ) en Leefstijl in Beeld. Hierbij horen e-healthtools en een e-learningmodule. Een uitgebreide evaluatie zal uitwijzen of de richtlijnen rond somatiek en leefstijl effectief geïmplementeerd kunnen worden in de GGZ-beroepspraktijk. Boogde resultaten Het project brengt tot op het niveau van de patiënt de resultaten in beeld van het werken met richtlijnen en methodieken bij: 1) screening van patiënten met een ernstige psychische aandoening op dreigende gezondheidsproblemen; 2) toepassing van interventies als de gezondheid in gevaar is. De bij de methodieken horende e-healthtools en e-learningmodule zijn doorontwikkeld en breed inzetbaar. Verspreiding van kennis en ervaring die is opgedaan in het project vindt plaats via de netwerken van het consortium. Borging van de inzichten in het onderwijs is eveneens een primaire doelstelling.