In Amsterdam kampt een derde van de mensen met meerdere aandoeningen waaronder chronische gewrichtsaandoeningen. Mensen met chronische gewrichtsaandoeningen hebben vaak beperkingen in hun dagelijks functioneren. Leefstijlfactoren zoals overgewicht en inactiviteit spelen een belangrijke rol in het ontstaan van beperkingen in het dagelijks functioneren. Lector chronische gewrichtsaandoeningen dr. Martin van der Esch gaat in zijn rede in op de relatie tussen gewrichtsaandoeningen en beperkingen in dagelijks functionerenen de mogelijkheden om beperkingen te voorkomen of te verminderen. Hij zal hiaten in kennis toelichten en ingaanop de integratie van onderzoek in het onderwijs. Het bijzonder lectoraat chronische gewrichtsaandoeningen isingesteld in samenwerking met Reade, centrum voor revalidatie en reumatologie te Amsterdam
De performance van een groot streekziekenhuis is gebaat met de empowerment van verpleegkundigen. Empowerment moet dan worden opgevat als facilitering van verpleegkundigen om verantwoordelijkheid te aanvaarden niet alleen voor professionele, maar ook voor organisatorische issues. Dat is nu niet het geval. Dat vraagt om een andere dialoog waarin de verpleegkundige co-ontwerper wordt van procesinrichting en –besturing.
MULTIFILE
Het is essentieel dat cliënten na een opname in een ziekenhuis of revalidatiecentrum blijven werken aan een actieve leefstijl die bijdraagt aan preventie, participatie en kwaliteit van leven. Hoewel gezondheid en gedrag primair de verantwoordelijkheid is van mensen zelf, is niet iedereen in staat na thuiskomst het geleerde zelfstandig voort te zetten. Na een opname wordt de transitie naar de thuissituatie door patiënten als moeilijk ervaren, soms met achteruitgang en heropnames als gevolg. Zorgprofessionals herkennen dit ook en willen de transitie naar huis beter vormgeven. De centrale vraag die Hogeschool Leiden (Lectoraat Eigen Regie bij Fysiotherapie en Beweegzorg), Haagse Hogeschool (Lectoraat Revalidatie en Technologie), Hanze Hogeschool (Lectoraat Healthy Ageing, Allied Health & Nursing Care), zorginstellingen Basalt (revalidatiecentrum) en Nij Smellinghe (ziekenhuis) en fysiotherapiepraktijken Medifit en Havenfysio (MKB-bedrijf) willen beantwoorden is: WAT is, gezien vanuit het perspectief van de ervaringsdeskundige cliënt, bepalend voor het fysiek actief blijven en integreren van duurzaam beweeggedrag in de eigen thuissituatie tot 1 jaar na transitie vanuit de intramurale zorg. Vanuit positieve gezondheid wordt breed onderzocht hoe mensen de fysieke, sociale en emotionele uitdagingen in relatie tot fysieke activiteit hebben benaderd en ervaren in hun thuissituatie na intramurale zorgopname. Cliënten wordt gevraagd naar hun meest waardevolle en frustrerende ervaringen en activiteiten met betrekking tot fysiek actief blijven in de eerste 3 tot 12 maanden na thuiskomst. Door het gebruik van storytelling worden de ervaringsdeskundigheid en dieperliggende motivaties van cliënten centraal gesteld binnen hun persoonlijke thuissituatie. We brengen vervolgens beïnvloedbare factoren van fysieke activiteit in de thuissituatie van mensen in kaart vanuit de perspectieven positieve gezondheid, eigen regie en gedrag. Op basis van de bevindingen wordt in co-creatie een innovatieve interventie agenda opgeleverd over hoe de betrokken partners fysieke activiteit in de thuissituatie kunnen ondersteunen en hoe de samenwerking in de zorgketen beter georganiseerd kan worden.
Bij mensen met kuitspierzwakte als gevolg van spierziekten worden enkel-voetorthesen (EVOs) voorgeschreven om de loopfunctie te verbeteren. Om een maximaal effect te bereiken, moet de mate van stijfheid van de EVO worden afgestemd op de individuele patiënt. De huidige aanbevelingen van fabrikanten om de individuele EVO-stijfheid te bepalen zijn onvoldoende nauwkeurig. Om de individuele EVO-stijfheid wel nauwkeurig te bepalen, is het noodzakelijk om looptesten uit te voeren met verschillende EVO-stijfheden. Op basis van de uitkomsten van de looptesten en gebruikservaringen kan de optimale stijfheid worden geselecteerd. Deze procedure van individuele stijfheidsoptimalisatie kost echter veel tijd en is belastend voor patiënten. Om de individuele optimale EVO-stijfheid sneller te kunnen bepalen en de belasting voor patiënten te verminderen, heeft Amsterdam UMC met TU Delft en OIM orthopedie de ADJUST-EVO ontwikkeld. De ADJUST-EVO is een testorthese waarvan de stijfheid tijdens het lopen kan worden gevarieerd. Hiermee kan de optimale EVO-stijfheid binnen 30 minuten worden bepaald. Na een succesvolle pilot, is de ADJUST-EVO geïmplementeerd in de 3e-lijnszorg in Amsterdam UMC. Uit een recente knelpuntenanalyse onder revalidatieartsen en orthopedisch technologen bleek dat ook in de 2e-lijnszorg (revalidatie instellingen) en 1e-lijnszorg (orthopedische bedrijven) een sterke behoefte bestaat om de stijfheid van EVOs beter te kunnen bepalen, bijvoorbeeld zoals met de ADJUST-EVO. Echter, implementatie van de ADJUST-EVO wordt in deze settings bemoeilijkt doordat de benodigde technische kennis en dure testapparatuur doorgaans niet voorhanden zijn. Met een community of practice, bestaande uit revalidatieartsen, orthopedisch technologen, technici, onderwijsdeskundigen en patiënten richten we ons in dit project op het doorontwikkelen van de ADJUST-EVO, om individuele stijfheid-optimalisatie van orthesen breed toepasbaar te maken in de beroepspraktijk. In een pilotstudie evalueren we de bruikbaarheid en tevredenheid van de doorontwikkelde ADJUST-EVO onder zorgprofessionals en patiënten.