Deze literatuurstudie is opgezet om meer te weten te komen over de betrokkenheid van ouders bij het schoolleren van hun kinderen. Het doel is een aantal sleutelpublicaties te vinden waarin de belangrijkste factoren van ouderbetrokkenheid bij het schoolleren van hun kinderen aan de orde komen. Hiermee kunnen we tot aanbevelingen voor praktijksituaties komen waar informatie over en het versterken van ouderbetrokkenheid aan de orde is. Uit een vooronderzoek bleek dat over het onderwerp ‘ouderbetrokkenheid’ erg veel gepubliceerd is. Door het werken met een afgebakend aantal zoektermen in de literatuurdatabanken en door het formuleren van drie deelvragen is dit onderzoek daarom verder ingekaderd. De drie deelvragen waarop het onderzoek zich heeft gericht waren: 1) Hoe is de betrokkenheid van ouders in de situatie thuis; 2) Hoe is de betrokkenheid van ouders op school en 3) Hoe is het met de betrokkenheid van laaggeletterde ouders in deze situaties? In verschillende databanken is gezocht met zoektermen als: ouderbetrokkenheid, ongeletterde/laaggeletterde ouders, ouders en school, ouders en leraren en Engelse equivalenten daarvan. Uiteindelijk zijn vooral publicaties van de afgelopen 10 jaar geselecteerd die gekenmerkt worden door een hoge citatiegraad. De opbrengsten van dit onderzoek worden direct gebruikt bij het RAAK-project ‘Didactisch partnerschap tussen leerkrachten en ouders’. De Almeerse Scholengroep (ASG) en de lectoraten van de Hogeschool van Amsterdam ‘School en omgeving in de grote stad’ en ‘Maatwerk primair’ werken vanaf 2009 tot 2011 samen binnen dit project aan praktische oplossingen voor basisscholen om ouders beter te betrekken bij het leren en de ontwikkeling van hun kinderen, met name op het gebied van lezen en rekenen in de onderbouw. Dit literatuuronderzoek biedt een theoretische basis en praktische handvatten voor de ontwikkeling van instrumenten en methoden voor ouderbetrokkenheid die binnen dit RAAK-project door leraren, directies en docent-onderzoekers van de HvA op de Almeerse basisscholen worden ontwikkeld en uitgeprobeerd. Het initiatief voor en de uitvoering van dit onderzoek lag bij het lectoraat ‘School en omgeving in de grote stad’, dat deel uitmaakt van het Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding van de Hogeschool van Amsterdam. Het lectoraat doet onderzoek naar het beroep van de leraar en naar schoolorganisatie in de grote stad en de verschillende partijen die daarbij betrokken zijn. Veel onderzoek laat zien dat kinderen voor het leren en hun ontwikkeling gebaat zijn bij een samenhang tussen hun wereld thuis, hun wereld in de buurt en de wereld van de school. Het lectoraat ‘School en omgeving in de grote stad’ concentreert zich op de rol van het onderwijs bij het tot stand komen van die samenhang. Behalve voor leraren en scholen levert dit onderzoek ook informatie op voor de curricula van de lerarenopleidingen primair en voortgzet onderwijs waar de betrokkenheid van ouders bij het onderwijs steeds vaker onderwerp van discussie is. Uit onderzoek blijkt dat (toekomstige) leraren die zich bewust zijn van de positieve effecten van de rol die ouders bij het onderwijs kunnen spelen, op school ook effectief gebruik weten te maken van die betrokkenheid
DOCUMENT
Ouderbetrokkenheid heeft een positief effect op de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen. Leraren van nieuwkomers geven aan het moeilijk te vinden ouders te bereiken. Wel is duidelijk dat een responsieve houding naar de thuistaal en de culturele achtergronden nodig is. Ook leiden een persoonlijke benadering, eigen inbreng, ondersteuning bij praktische zaken, duidelijke uitnodigingen en de inzet van bruggenbouwers tot een beter contact.
DOCUMENT
In Nederland is ouderbetrokkenheid een gegeven in het basis- en voortgezet onderwijs, maar in het mbo lijkt deze betrokkenheid vaak op de achtergrond te raken. De nadruk in het mbo ligt traditioneel meer op de zelfstandige beroepsontwikkeling van studenten, waarbij de rol van ouders op de achtergrond is. Toch wijst onderzoek uit dat ouderbetrokkenheid ook in het mbo een positieve invloed kan hebben op de studieprestaties, de motivatie en het welzijn van studenten. Ondanks dit potentieel blijft ouderbetrokkenheid in de mbo-praktijk vaak slechts bij losse initiatieven.
DOCUMENT
De werkgroep heeft een instrument ontwikkeld waarmee in de verschillende teams doelen, middelen, effectiviteit van middelen en wensen met betrekking tot ouderbetrokkenheid zijn geïnventariseerd. Hierbij is uitgegaan van de 4 vormen van ouderbetrokkenheid: informatievoorziening, ouderparticipatie, opvoedings-/onderwijsondersteunend gedrag en opvoedingsondersteuning. Daarnaast is er in verschillende opzetten onderzoek onder ouders gedaan naar hun verwachtingen en wensen. Hieruit is naar voren gekomen dat de teams verwachten dat ouders betrokken zijn bij hun kinderen en wat hun kinderen binnen de verschillende instellingen meemaken, een deel van de instellingen ziet zichzelf als partner in de opvoeding. Over het algemeen lijkt men nog zoekende hoe men ouders kan betrekken/meer betrokken kan krijgen. Vanuit de ouders is het beeld ontstaan dat men over het algemeen tevreden is over de instellingen, maar dat er verschillen zijn over de rol die de instelling in de opvoeding toebedeeld wordt. De volgende stap behelst de uitwisseling tussen de teams om tot een gezamenlijk beleid voor de Vensterschool te kunnen komen. Daarbij is het bepalen van de visie en doelstelling een belangrijk onderdeel, waarbij men een keuze moet maken of men zich op het kind gaat richten of op de community om via die weg de ontwikkelingskansen voor de kinderen in de wijk wil vergroten. Uit de professionals is de wens geuit het overleg met ouders en de training ‘communicatie met ouders’voort te zetten".
DOCUMENT
Dit rapport gaat over betrokkenheid van migrantenouders bij de school van hun kinderen en hoe zij aankijken tegen de verhouding tussen school en thuis inzake allerlei opvoedkwesties. Door middel van literatuurstudie, gesprekken met leiding, docenten en ouders van een havo/vwo-school in Amsterdam Nieuw West is beschreven hoe ouderbetrokkenheid vorm krijgt. Aan de orde komen positieve ervaringen, belemmeringen en verbeterwensen inzake partnerschap tussen ouders en school in de opvoeding van en het onderwijs voor jongeren. En welke rol preventieve opvoedsteun daarin kan vervullen.
LINK
De volgende drie onderzoeksvragen worden in dit rapport beantwoord:1. Welke verschillende definities zijn er allemaal van ouderbetrokkenheid en welke definitie hanteren we in dit onderzoek?2. Welke vormen van ouderbetrokkenheid zijn gunstig voor de ontwikkeling van kinderen?3. Hoe kunnen die vormen van ouderbetrokkenheid die succesvol zijn voor de ontwikkeling van kinderen gestimuleerd worden?
DOCUMENT
Er wordt in het artikel antwoord gegeven op de vragen die steeds opduiken als het gaat om ouderbetrokkenheid. Uit onderzoeken is gebleken dat leerlingen zich beter ontwikkelen als ouders, leerkrachten en anderen in hun omgeving samenwerken en de ontwikkeling van de leerlingen ondersteunen. Toch ontstaan er in de praktijk wrijvingen in de communicatie tussen ouders en school en leven er nog steeds vragen hoe alle ouders het beste betrokken kunnen worden in de dagelijkse praktijk van het onderwijs. Dit komt omdat er vanuit school vaak losse activiteiten worden opgezet en een aantal samenhangende factoren worden over het hoofd gezien of te weinig rekening mee gehouden. In: Wolters Kluwer, Basisschoolmanagement, 2014-08, 18-23
MULTIFILE
In dit hoofdstuk wordt de driehoeksrelatie besproken tussen kind, ouders en professionals in de context van de kinderopvang inclusief de buitenschoolse opvang en de school. Vanuit het theoretisch perspectief van Bronfenbrenner wordt het belang getoond van het verbinden van leefwerelden waarin kinderen opgroeien, Vervolgens wordt ingegaan op de stand van zaken in brede scholen en kindcentra. Tot slot wordt getoond wat ouderbetrokkenheid vraagt van professionals die werkzaam zijn in brede scholen/kindcentra.
LINK
Tien basisscholen doen mee aan twee projecten die er allebei op gericht zijn de ouderbetrokkenheid op de scholen te verbeteren. Veel scholen hebben een visie op de samenwerking met ouders en ontplooien vaak al verschillende activiteiten om daar invulling aan te geven. Toch verloopt de samenwerking tussen ouders en school niet altijd zoals de scholen voor ogen hebben of vinden leerkrachten het af en toe knap lastig. Op andere scholen zijn zowel de ouders als de leerkrachten tevreden, maar kan het natuurlijk altijd beter. Uitgangspunt in beide projecten is dat het voor alle scholen zinvol is om na te denken over de schoolspecifieke wijze waarop zij met ouders willen samenwerken en te weten wat ouders van de school verwachten. In deze startfoto wordt de beginsituatie op OBS De Noorderbreedte beschreven.
DOCUMENT
Tien basisscholen doen mee aan twee projecten die er allebei op gericht zijn de ouderbetrokkenheid op de scholen te verbeteren. Veel scholen hebben een visie op de samenwerking met ouders en ontplooien vaak al verschillende activiteiten om daar invulling aan te geven. Toch verloopt de samenwerking tussen ouders en school niet altijd zoals de scholen voor ogen hebben of vinden leerkrachten het af en toe knap lastig. Op andere scholen zijn zowel de ouders als de leerkrachten tevreden, maar kan het natuurlijk altijd beter. Uitgangspunt in beide projecten is dat het voor alle scholen zinvol is om na te denken over de schoolspecifieke wijze waarop zij met ouders willen samenwerken en te weten wat ouders van de school verwachten. In deze startfoto wordt de beginsituatie op OBS De Starter beschreven.
DOCUMENT