De klimaatcrisis is niet alleen een planetaire crisis maar ook ‘een crisis van de verbeelding’, schreef Amitav Ghosh in 2016 in zijn boek The Great Derangement. We kunnen ons maar moeilijk voorstellen dat het klimaat dat we nu kennen op termijn drastisch kan veranderen. Maar het voorstellingsvermogen is wel een belangrijke voorwaarde voor gedragsverandering en het accepteren van (beleids)maatregelen voor duurzaamheid, is uit onderzoek gebleken.
Begin 2020 heeft de gemeente Den Haag aan De Haagse Hogeschool (Lectoraat Urban Ageing) gevraagd om samen met Hulsebosch Advies en AFEdemy een integrale monitor te ontwikkelen en uit te voeren waarbij, door middel van kwalitatieve en kwantitatieve methoden, onderzoek wordt gedaan naar de stand van zaken van Den Haag als seniorvriendelijke stad en tevens te kijken naar huidige trends aangaande ouderen. Tevens vroeg de gemeente om de ontwikkeling van een meetinstrument dat in de toekomst eenvoudig bij herhaling kan worden ingezet voor onderzoek: de standaard Age Friendly Cities and Communities Questionnaire (AFCCQ) voor ouderen1. In een stadsenquête en in zogenaamde stadsateliers zijn ouderen gevraagd naar hun bevindingen. In totaal hebben 393 Haagse ouderen meegedaan aan de enquête en 50 aan de stadsateliers. De aan de ouderen gestelde vragen gingen over de volgende acht onderwerpen die volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gezamenlijk de seniorvriendelijkheid van een stad bepalen: ●Huisvesting; ●Sociale participatie; ●Respect en sociale inclusie; ●Burgerschap en werkgelegenheid; ●Communicatie en informatie; ●Sociale en gezondheidsvoorzieningen; ●Buitenruimte en gebouwen; ●Transport; ● en aanvullend, een negende domein: Financiën. CC-BY NC ND https://www.dehaagsehogeschool.nl/onderzoek/lectoraten/details/urban-ageing#over-het-lectoraat
MULTIFILE
Zelfstandig wonende oudere volwassenen kunnen verschillende problemen hebben die hun levenskwaliteit beïnvloeden. Zo hebben veel oudere volwassenen slechte voedingsgewoontes en bewegen onvoldoende. Dit kan leiden tot spierverlies, verminderde mobiliteit en een hoger risico op vallen. Deze problemen zijn nog groter bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden. Juist deze groep is vaak minder ontvankelijk voor het bespreken van gezondheidskwesties, daarnaast zijn ze minder goed bereikbaar. Dit kan komen doordat deze groep andere problemen heeft die leefstijl niet op de eerste plaats zet, zoals zorgen over geldzaken, huisvesting en andere zaken die meer onmiddellijke aandacht vereisen. Het is bekend dat een wijkgerichte aanpak meer impact oplevert in het bereiken van resultaten. Om deze groep te bereiken en te stimuleren hun leefstijl blijvend te verbeteren willen wij i.s.m. lokale partners een keuzetool (WP1) en leefstijlloket (WP2) ontwikkelen in de wijk Amsterdam Nieuw-West. Binnen dit loket zal een prototype van een online keuze instrument worden gebruikt om vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen. Het leefstijlloket inclusief keuzetool (TRL 4) wordt in een kleinschalige lab opstelling getest en doorontwikkelt (WP3). Het onderzoek levert nieuwe kennis op over hoe we (technisch) de kenmerken van ouderen kunnen matchen met verschillende leefstijlactiviteiten en hoe professionals met de (blended –online en offline begeleiding) keuzetool ouderen beter kunnen ondersteunen in de keuze van leefstijlactiviteiten. Goed aansluitende leefstijlactiviteiten verminderen de kans op vroegtijdig stoppen met de activiteiten. Het leefstijlloket zal samenwerken met lokale partners, zoals bewonersorganisaties, welzijnsorganisaties, huisartsen, fysiotherapeuten en diëtisten om de diensten te leveren die nodig zijn om deze groep te ondersteunen en resultaten te boeken. Het leefstijlloket kan al deze partners ondersteunen. Bovendien geeft studenten en docent-onderzoekers de kans vragen op te halen en te leren in de praktijk en wijkbewoners, professionals en stakeholders te profiteren van de nieuwe kennis en kunde binnen de Hogescholen.
Er zijn steeds meer kinderen in Nederland met bewegingsarmoede, overgewicht en geringe motorische vaardigheden. Om kinderen gezonde en fitte volwassenen te laten worden, is het van belang om hen te stimuleren meer te bewegen. Dit heeft het meeste effect als die beweging wordt ingebed in hun dagelijks leven. Een van die manieren om dat te bereiken is het stimuleren en beter faciliteren van buitenspelen: het onbegeleid spelen van kinderen in de buitenruimte. Buitenspelen heeft niet alleen een positief effect op de lichamelijke en geestelijke gezondheid van kinderen, maar ook op hun motorische, cognitieve en sociale vaardigheden. Gemeenteambtenaren willen inspelen op deze voordelen van buitenspelen, maar weten onvoldoende hoe zij hun stad speelvriendelijker kunnen maken. Deels komt dit doordat er een gebrek is aan kennis over de vraag waar, wanneer, hoe en met wie kinderen buiten spelen en hoe zij dit beleven en ervaren. Daarnaast ontbreekt het vaak aan tijd en instrumenten bij gemeenten om de ideeën door te vertalen naar beleid en de praktijk. Door participatief en kwalitatief onderzoek uit te voeren met en vanuit het perspectief van kinderen, willen we antwoord geven op de vraag welke factoren een bijdrage leveren aan een speelvriendelijke stad. Deze inzichten toetsen we aan de ideeën en huidige beleidsinstrumenten van gemeenteambtenaren, waarna we hier gezamenlijk een verbeterslag in maken en instrumenten aanreiken en handelingsperspectieven formuleren voor het ontwerpen, programmeren en beheren van speelvriendelijke steden. Naast deze tools worden de inzichten gedeeld in een eindrapport, kennisclips, symposium en publieksvriendelijke infographics.