In 2012 is de iPad geïmplementeerd in het voorgezet middelbare onderwijs van Piter Jelles de Dyk in Leeuwarden. Sowijs volgde de implementatie van de iPad. In dit whitepaper wordt beschreven hoe ouders van leerlingen het iPad-gebruik op school ervaren. Welke voor- of nadelen zien zij in het iPad-gebruik en is er voldoende voorlichting over hoe de iPad geïmplementeerd moet worden in het onderwijs?
DOCUMENT
Wetenschappelijk artikel over de toegankelijkheid van het opvoedprogramma Triple P Tieners en de motivatie van ouders om deel te nemen. De resultaten van 50 half-gestructureerde interviews laten zien dat ondanks verschillende redenen voor deelname en wijze van aanmelding, deelgenomen ouders de bijeenkomsten en de cursusleiding waarderen. Wel zijn ze kritisch over de groepssamenstelling. Die is vaak onevenwichtig door verschil in leeftijd van tieners en zwaarte van de gedrags- en opvoedproblematiek die ouders inbrengen.
LINK
Op twee basisscholen in de stad Groningen wordt onderzocht of en hoe een ouderconsulent kan bijdragen aan de verbetering van de relatie tussen school en (kansarme) gezinnen in de wijk. Het uitgangspunt is dat thuis ontwikkelingsondersteuning vooral gunstig is. De voorlopige uitkomst: de ouderconsulent werkt drempelverlagend voor contact tussen ouders en school.
DOCUMENT
Het boek geeft waar mogelijk antwoord op vragen die de scheiding van hun ouders kan oproepen bij kinderen en jongeren. Er komen jongeren aan het woord die vertellen over hun eigen ervaringen.
DOCUMENT
De gemeente Utrecht is sinds de invoering van de Jeugdwet in 2015 verantwoordelijk voor alle hulp en ondersteuning aan de Utrechtse jeugd. Het doel hiervan is een inhoudelijke vernieuwing van de jeugdhulp. Een belangrijk uitgangspunt voor de gemeente Utrecht is daarbij ‘normaliseren en uitgaan van de mogelijkheden’. In de praktijk bleek het begrip normaliseren echter complex te zijn, en niet iedereen had er eenzelfde beeld bij. Daarnaast heeft het woord soms een negatieve lading, bijvoorbeeld als het mensen doet denken aan problemen niet serieus nemen. Dit bemoeilijkte het gesprek over normaliseren en wat daarvoor nodig en gewenst is. In de Kenniswerkplaats Jeugd Utrecht Stad (KJUS) werken mensen vanuit allerlei verschillende perspectieven, zoals jongeren, ouders, professionals die met jongeren werken, beleidsmedewerkers, onderzoekers en opleidingsprofessionals, samen om zorg en ondersteuning voor jongeren en gezinnen in de stad Utrecht te verbeteren. De kern hierbij is dat gebruik wordt gemaakt van verschillende kennisbronnen: kennis vanuit onderzoek, professionele kennis en ervaringskennis. De gemeente Utrecht heeft daarom de KJUS gevraagd om samen met betrokkenen vanuit verschillende perspectieven de belangrijkste aspecten van normaliseren in kaart te brengen.
DOCUMENT
In dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op het thema van het boek: Onderwijsachterstandenbeleid en hoe je via onderwijs kansen kunt bieden in plaats van uitsluiten, bijvoorbeeld door middel van het stimuleren van ouderbetrokkenheid en betere samenwerking tussen ouders en leerkrachten
DOCUMENT
Eén op de zes basisschoolkinderen wordt wel eens gepest. Dat zijn gemiddeld vier leerlingen per klas. Pesten kan, zeker als het langer duurt, niet alleen negatieve gevolgen hebben voor het leven van het kind dat gepest wordt, maar ook voor het kind dat pest en de andere kinderen in de klas. Om pesten te voorkomen is elke school verplicht beleid op sociale veiligheid te voeren. Veel scholen maken daartoe gebruik van een programma voor het versterken van de sociale veiligheid (zoals KiVa en PRIMA). Hoewel in veel programma's er aandacht is voor het informeren en betrekken van ouders bij het voorkomen van pesten, is het opvallend dat in de meeste programma's samenwerking met ouders niet of nauwelijks aan bod komt als er sprake is van een pestsituatie. Terwijl onderzoek uit het buitenland laat zien dat de aanpak van pesten effectiever is als leerkrachten en ouders samenwerken en dat programma's voor het versterken van sociale veiligheid met oudercomponenten effectiever zijn in het terugdringen van pesten dan programma's zonder samenwerking met ouders.Deze handreiking biedt leerkrachten praktische handvatten om samen met ouders pesten te voorkomen, te herkennen en aan te pakken. De handreiking is daarmee een aanvulling op de programma's om pesten samen met leerlingen in de klas te stoppen.
DOCUMENT
Sommige ouders krijgen in hun leven te maken met een opeenstapeling van omstandigheden die hun welbevinden negatief beïnvloeden, zoals schulden, gezondheidsproblemen en werkloosheid. Het kan voor deze ouders lastig zijn om te focussen op opvoeden. Zij kunnen profiteren van groepsgerichte opvoedingsondersteuning: preventieve activiteiten bedoeld om opvoedingscompetenties te vergroten en zo opvoedingsomstandigheden te verbeteren. Dit artikel beschrijft een onderzoek naar de factoren die door ouders, vrijwilligers en jeugdprofessionals als werkzaam worden ervaren in het versterken van ouders en het ontstaan van steunende netwerken, en de rol die jeugdprofessionals en vrijwilligers hierin spelen. Er werd een participatief, narratief onderzoeksdesign gehanteerd. Uit de analyse van de ervaringen van de betrokkenen komen drie inhoudelijke ervaren werkzame factoren naar voren: (1) uitwisselen en leren, (2) ontmoeten en steunen, en (3) ontspannen en opladen. Daarnaast komen er drie procesmatige ervaren werkzame factoren naar voren: (4) professionele vaardigheden van jeugdprofessionals en vrijwilligers, (5) structuur, en (6) groepsdynamiek. Deze zes ervaren werkzame factoren dragen er gezamenlijk aan bij dat ouders een steunend netwerk ontwikkelen en zich gesterkt voelen in hun ouderrol.
MULTIFILE
Pesten op school is een beladen onderwerp dat de relatie tussen leerkracht en ouders flink op de proef stelt. Een gesprek over pesten ligt gevoelig omdat het raakt aan de opvoeding thuis. Bovendien zien leerkrachten en ouders een kind vanuit een verschillend perspectief en proberen zij vanuit verschillende invloedssferen het pesten te beteugelen. Er zijn de afgelopen jaren verschillende maatregelen genomen om het pesten op basisscholen tegen te gaan. Voor basisscholen zijn er verschillende sociale veiligheidsprogramma’s ontwikkeld. Daarnaast bestaat er een breed scala aan werkwijzen, trainingen en tools om leerkrachten te helpen in de samenwerking met ouders om de schoolse ontwikkeling van hun kind te versterken. In de meeste programma's voor sociale veiligheid ontbreekt het echter aan handvatten voor de leerkracht om met ouders samen te werken als er daadwerkelijk sprake is van een pestsituatie. Dit onderzoek heeft laten zien dat een doeltreffende aanpak voor de samenwerking tussen leerkrachten en ouders rond pesten niet kan bestaan uit een enkel instrument of protocol, maar een samenhangend geheel moet vormen van gedeelde definities, heldere communicatie, een vertrouwensband en constante afstemming. Literatuurstudie heeft laten zien dat samenwerking een cyclisch proces is dat beïnvloed wordt door persoonlijke, interpersoonlijke, organisatorische en maatschappelijke factoren. Een sociale netwerkstudie liet zien dat ouders over het algemeen redelijk goed zicht hebben op de positieve relaties en vriendschappen van hun kind, maar dat ze een minder scherp beeld hebben van subtiele of negatieve interacties. De kwalitatieve studie maakte duidelijk welke knelpunten en succesfactoren ouders, leerkrachten en kinderen ervaren, en onderstreept het belang van context, nuance en relationele aspecten.In een ontwerpstudie is op basis van deze inzichten, in co-creatie met ouders en leerkrachten, een strategie ontwikkeld die resulteerde in een handreiking. Deze handreiking biedt scholen en leerkrachten praktische handvatten om doelgerichter en met meer vertrouwen met ouders samen te werken rond pesten. Voor het vervolg zou het waardevol zijn bewijs te zoeken (evidence based) dat deze aanpak voor de samenwerking met ouders rond pesten effectief is.
DOCUMENT