Roel van Goor en Marte Wiersma gaan in dit boekhoofdstuk in op de vraag hoe jongeren in overgang naar volwassenheid adequaat ondersteund kunnen worden. Alle partijen willen volgens Van Goor en Wiersma jongeren in deze cruciale levensfase centraal zetten, maar hanteren verschillende perspectieven op wat dat inhoudt. Uit verhalen van de jongeren zelf leiden de auteurs een nieuw perspectief af dat aanknopingspunten biedt om de jongeren centraal te stellen. In dit relationeel perspectief gaat het om oprechte interesse van de hulpverlener in diens persoonlijke verhouding tot de jongere. Om de belangen van de jongeren te dienen moet de kwaliteit van de hulpverleningsrelatie centraal staan. Die kwaliteit is volgens de auteurs voorwaardelijk om jongeren te kunnen helpen bij de verschillende uitdagingen waarvoor zij zich gesteld zien.
LINK
De overgang naar volwassenheid verloopt voor veel jongeren niet vanzelf. Dit geldt zeker voor jongeren die moeilijkheden ervaren op een of meerdere leefgebieden, zoals in de relatie met ouders of vrienden, op gebied van school, werk of financiën, jongeren die worstelen met psychische of lichamelijke klachten of het gebruik van verdovende middelen. OJOV – Ondersteuning Jeugd in Overgang naar Volwassenheid – is een onderzoeksprogramma dat middels onderzoek naar de leefwereld en het perspectief van jongeren bijdraagt aan het verbeteren van de begeleiding van en hulp aan oudere jeugd en jongvolwassenen met ondersteuningsbehoeften. In deze rapportage worden de resultaten gepresenteerd van de semigestructureerde interviews met jongeren van 16 en 17 jaar die in het kader van het OJOV-onderzoek zijn afgenomen. Voor al deze jongeren geldt dat ze gebruik maken van een vorm van professionele hulp voor ondersteuning op een of meerdere leefgebieden.
MULTIFILE
De manier waarop hulpverleners met jongeren omgaan, is een kernelement van de kwaliteit en effectiviteit van professionele hulp. Die zogenoemde bejegening wordt door jongeren niet altijd als positief ervaren. Hoe kan dit anders en beter? Contact met deze leeftijdsgroep vraagt een specifieke manier van benaderen omdat jongeren niet meer als kinderen aangesproken willen worden, maar ook nog niet als volwassenen. In de overgang naar volwassenheid verlangen jongeren naar zelfstandigheid en zelf zaken regelen, maar hebben ze ook een vangnet nodig voor als het mis gaat. Voor het Kennisportaal van NEJA is in samenspraak met het Jeugdplatform en het MBO-Jeugdteam in Amsterdam de volgende vraag geformuleerd: Wat kunnen professionals in de begeleiding van oudere jeugd (16-23 jaar) doen om de kans op een goed contact en een werkzame werkrelatie te bevorderen? In dit rapport geven we antwoord op deze vraag en wat er nodig is om goede bejegening een structureel onderdeel te maken van de alledaagse werkpraktijk van professionals. Het onderzoek is gefinancierd vanuit KeTJA.
DOCUMENT
In 2050 streven we naar een 100% circulaire economie. Maar wat betekent dat voor organisaties? Dit project ontwikkelt een meetinstrument om circulaire prestaties inzichtelijk en vergelijkbaar te maken. Met een langdurig onderzoek balanceren we continu tussen wetenschappelijke grondigheid en praktische toepasbaarheid, om organisaties gericht te ondersteunen op hun circulaire reis.
In 2030 moet de CO2 uitstoot minimaal 49% teruggedrongen worden. De Nederlandse industrie dient daarbij veel meer circulair te gaan werken. Dit betekent dat er kennis en nieuwe concepten ontwikkelt moeten worden om duurzame logistieke oplossingen te realiseren.Doel Dit onderzoek is de start van langdurig onderzoeksprogramma naar de adaptatie van logistieke oplossingen die de overgang naar een circulaire economie en verschillende bedrijfsmodellen daarbinnen bevorderen. Als eerste stap in de langdurige ambitie is in dit project gewerkt aan ontwikkeling van een netwerk en een eerste concept meetinstrument. Momenteel is het tweede project gestart waarbinnen het meetinstrument wordt getest bij diverse bedrijven en waarin ook beslissingsondersteunende methoden worden ontwikkeld die kunnen helpen bij het definiëren van acties naar aanleiding van de uitkomsten van metingen. Resultaten Een beschrijving van het ontwikkelproces van het meetinstrument is gepubliceerd in Logistiek+. Looptijd 01 juni 2019 - 31 juli 2020 Aanpak Om een degelijke en gevalideerd benchmark instrument te ontwikkelen dat gebruikt kan worden om jaarlijks de voortgang van de overgang naar een circulaire economie in kaart te brengen is het van belang dat eerst de volgende vraag wordt beantwoord: Welke kenmerken karakteriseren een circulaire bedrijfsmodel in de logistiek en hoe kan de volwassenheid hiervan worden gemeten? Vervolgens wordt gekeken hoe hier een goed gevalideerd benchmark instrument van gemaakt kan worden.
De overgang naar volwassenheid verloopt voor veel jongeren niet vanzelf. Dit geldt vooral voor kwetsbare jongeren die moeizaam hun weg vinden naar opleiding, werk en sociaal leven. Bij het ontbreken van passende ondersteuning lopen zij het risico op maatschappelijke marginalisering. Sinds de drie grote transities in het sociale domein zijn gemeenten verantwoordelijk voor het bieden van die ondersteuning. Juist voor de doelgroep kwetsbare jongeren blijkt het een lastige opgave passende, integrale hulp te bieden op verschillende levensgebieden. Doel van dit onderzoek is verbetering van de professionele ondersteuning van deze doelgroep en daarmee vergroting van hun (kansen op) maatschappelijke participatie. De centrale onderzoeksvraag is: Hoe kan professionele ondersteuning aansluiten bij de leefwereld van kwetsbare jongeren in de overgang naar volwassenheid (16-20 jaar) en bijdragen aan hun veerkracht en maatschappelijke participatie? Centrale rol in het onderzoek speelt het begrip veerkracht, dat verwijst naar de mate waarin jongeren in staat zijn om individuele, relationele en contextuele hulpbronnen te gebruiken om beperkingen en tegenslagen te overwinnen. Het onderzoeksdesign bestaat uit een kwalitatief deel en kwantitatief deel, die beide cross-sectionele en longitudinale componenten bevatten. Door vragenlijstafname en interviews met een brede doelgroep jongeren in Amsterdam, Haarlem en Rotterdam, waarvan een selectie gevolgd wordt in de tijd, wordt inzicht opgedaan hoe hun kwetsbaarheid zich op verschillende leefgebieden manifesteert, welke belemmeringen zij ervaren in hun maatschappelijke participatie en welke (informele en formele) vormen van steun hen helpen. Uitvoering Amsterdam, Haarlem en Rotterdam geeft zicht op een diversiteit aan doelgroepen, beleidscontexten en uitvoeringspraktijken. Benutten van de onderzoeksresultaten door beleidsmakers en werkveldpartners die deel uitmaken van het consortium moet leiden tot verbetering van de (lokale) professionele ondersteuning van jongeren. De samenwerking tussen drie hogescholen en een gerenommeerd nationaal kennisinstituut waarborgt de kwaliteit van het onderzoek en de verankering van de resultaten in het werkveld en de opleiding van professionals.