Vaak wordt sport gepositioneerd als ‘de belangrijkste bijzaak in het leven’. De vraag is echter of sport feitelijk voor veel mensen niet veel méér is. Sport is in onze samenleving een heel belangrijke bron van zingeving. Christenen, maar ook moslims en joden, zoeken zingeving vooral in iets dat de mens overstijgt. Maar zingeving kan ook een werelds karakter hebben. Mensen kunnen de betekenis en de waarde van hun leven ook ontlenen aan aardse zaken. Dan blijkt dat voor velen sport het leven zin geeft, omdat via sport belangrijke menselijke waarden gerealiseerd kunnen worden: gezondheid, presteren, genot, samenwerking en gezelligheid. In het verleden werd godsdienst een samenbindende kwaliteit en functie toegedicht in de samenleving. De grote socioloog Émile Durkheim wees erop dat mensen een wezenlijke behoefte hebben om 'deel uit te maken van een groter samenlevingsverband'. Godsdienst heeft in de geschiedenis altijd een belangrijke rol gespeeld in het bevredigen van deze behoefte, aldus Durkheim. De vraag is of sport deze rol (deels) heeft overgenomen. Volgens Ruud Stokvis draagt sport bij aan morele vorming, sociale binding én zingeving. Ook de wereld van de sportmarketing maakt gebruik van het feit dat sport een belangrijke bron voor zingeving is
LINK
Een van die nieuwe ontwikkelingen van de Sport- en Beweegsector naar aanleiding van de veranderende maatschappij om ons heen is de start van de Master of Sports. Het is een feit dat de docent LO zijn grenzen namelijk steeds meer buiten de gymzaal verlegd. Voorbeelden hiervan zijn het functioneren als combinatie functionaris of leefstijladviseur, het organiseren van naschoolse sport en het participeren in stimulerings- en beweegprogramma's. Deze verbreding van het vak vereist professionalisering van het beroep. Onder professionalisering wordt onder andere verstaan het kunnen onderbouwen van keuzes. Bijvoorbeeld: wáárom wordt een bepaald beweegprogramma aangeboden, wanneer bepaal je of een programma effectief is en kun je dit meten? Kortom: wat is de maatschappelijke fundering van ons handelen? Het gaat verder dan 'gewoon doen wat je altijd doet en maar hopen dat het werkt'. Mogelijke antwoorden op deze vragen worden aangereikt tijdens de Master of Sports. Meer inhoudelijke en praktische informatie over de opleiding, evenals reacties van docenten en studenten kunt u terugvinden in dit themanummer 'Master of Sports. Professionalisering van de sport- en beweegsector'.
Inaugurele rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van lector aan Hogeschool van Hall Larenstein, 16 juni 2023. Partners uit verschillende sectoren werken samen met het lectoraat Duurzame Paardenhouderij en Paardensport om bruggen te slaan tussen wetenschap, praktijk en diverse stakeholders. De focus ligt op het ontwikkelen van transitietrajecten naar een duurzame paardensector en het laten zien van de bijdrage die de sector kan leveren aan een duurzaam en diervriendelijk Nederland. Het lectoraat richt zich op drie onderzoekslijnen: - duurzame omgang met paarden - duurzaam ondernemen - een duurzame omgeving voor paard en mens Door de integrale benadering van kennisdeling en samenwerking met nationale en internationale kennispartners, praktijkorganisaties, ondernemers en paardensporters, streeft het lectoraat naar blijvende gedragsverandering en duurzame ontwikkeling. Het lectoraat sluit bovendien aan bij de transities van Hogeschool Van Hall Larenstein, waarbij onder andere de mogelijkheden voor biodiversiteit, natuurinclusie en klimaatadaptatie op paardenbedrijven worden verkend. Daarnaast worden nieuwe inzichten omtrent de welzijnsgerichte omgang met paarden toegepast, waarbij het paardenerf dienst kan doen als natuurlijke overgang tussen bebouwde omgeving en natuur, met positieve gevolgen voor biodiversiteit en (dieren)welzijn.
MULTIFILE
Het practoraat "Dierenwelzijn en Gezondheid" van Aeres MBO Barneveld heeft, in het verleden, onderzoek gedaan naar de fysiologische belasting van paarden tijdens het rijden en longeren. Uit de hartslagmetingen bleek dat longeren meer inspanning vergt dan rijden. Deze bevinding leidde tot aanpassing van de belastingscoëfficiënt voor paarden, die wordt geregistreerd met behulp van de HTP-software (Hippisch Totaal Pakket). Twee ondernemers uit de hippische sector vroegen vervolgens om onderzoek naar de inspanning van manegepaarden in relatie tot het niveau van lessen en ruiters. Manegepaarden zijn cruciaal voor manegebedrijven en hun fysiologische belasting tijdens lessen moet gezond blijven. Het onderzoek richt zich op het meten van hartslag en het herkennen van verschillende gedragsindicatoren, zoals zweetproductie, gezichtsuitdrukkingen en lichaamsuitingen (het extreem bewegen met het hoofd, bokken, of steigeren, rennen of juist verzet). Inzicht krijgen in de fysieke en mentale belasting van de paarden tijdens de rijlessen, en hoe deze tijdig herkent kunnen worden door huidige en toekomstige instructeurs, moet vervolgens leiden tot gezondere en comfortabelere werkomstandigheden voor de paarden. De samenwerking omvat de Goudsemanege en Hippisch Centrum Nootdorp, beide bedrijven zijn FNRS-lid en SBB-erkend, PPHO, een bedrijf dat advies en producten biedt voor de hippische ondernemer, en het lectoraat Duurzame paardenhouderij en paardensport van de Hogeschool Van Hall Larenstein. Deze innovatievraag is vernieuwend vanwege de integratie van praktijk en onderzoek, de multidisciplinaire benadering, focus op duurzaamheid, gebruik van technologie en versterking van (bestaande en nieuwe) netwerken. Het stimuleert ethisch en maatschappelijk verantwoord ondernemen, wat steeds belangrijker wordt voor klanten en de samenleving.
De kern van de paardensport is een harmonieuze interactie tussen paard en ruiter. Daarbij is paardenwelzijn van groot belang. Binnen het practoraat ‘Circulaire Maneges en Hippische Innovaties’ ligt de focus eveneens op het welzijn van het paard. In het verleden zijn regelmatig zorgen geuit omtrent paardrijden en paardenwelzijn, en de paardensport ligt vanwege het paardenwelzijn onder een vergrootglas. In het kader van paardenwelzijn is het essentieel dat ruiters goed opgeleid worden. Daarvoor is het noodzakelijk dat een instructeur weet waar hij op moet letten aangaande een harmonieuze interactie tussen paard en ruiter. Echter lijkt het erop dat de basiskennis van instructeurs over de bewegingen van het paard nog vaak ondermaats is, en dat zij hun instructie vaak baseren op basis van ervaring en gevoel. Doordat de objectieve beoordeling en instructie van de gang van het paard ontbreekt, is het tevens moeilijk om studenten te leren hoe ze juiste instructies kunnen geven. Dit kan erin resulteren dat paarden slecht bereden worden. Het is dan ook van groot belang om meer inzicht te verkrijgen de dynamiek tussen paard en ruiter, om zo het welzijn van het paard te kunnen vergroten. In dit project worden, door middel van bewegingsanalyses van meerdere beweegcombinaties, parameters onderzocht die indicatief zijn voor een harmonieuze interactie binnen de basisgang draf. Het doel is om deze biomechanische kennis te verwerken in een techniekbeschrijving. Het project zal leiden tot de ontwikkeling van opleidingsmateriaal, dat de belangrijkste parameters en een visuele representatie van kwalitatieve diagnose van techniek bevat. De verwachting is dat instructeurs beter in staat zijn om te herkennen wat wel of niet verkeerd gaat in de beweging en wat er eventueel verbeterd moet worden. Nieuwe instructeurs kunnen daardoor nog beter worden opgeleid, en bewegingspatronen die het welzijn van het paard in het geding brengen kunnen hierdoor doorbroken worden.