Verkenning: Naar een programmalijn Circulaire Economie vanuit het Economisch domein. De provincies Overijssel en Gelderland zetten in op het (door) ontwikkelen van de regio(*) tot een duurzaam en goed vestigingsklimaat. Dit doen zij door het ondersteunen en ontwikkelen van innovatieve bedrijven en overheden waardoor toonaangevende en impactvolle steden en regio’s ontstaan, waardoor haar concurrentiepositie binnen Nederland en Europa versterkt kan worden. Circulariteit is hierbij een belangrijk thema. Saxion ziet mogelijkheden om hieraan bij te dragen door sterk onderzoek en onderwijs op het gebied van circulaire economie. Daarbij staat de succesvolle ontwikkeling en toepassing van innovaties centraal. De complexiteit van innovaties vraagt om technologische kennis maar ook inzicht in de behoeften bij consumenten, het inspelen op nieuwe trends in de (internationale) markt, bedrijfskundige toepassingen en good governance. Om gezamenlijk met andere partijen tot vernieuwing te komen, is bundeling van onderzoek en synergie tussen economie en technologie een voorwaarde. Voor deze vernieuwing is samenwerking en synergie tussen de lectoraten uit het technisch en economisch domein belangrijk. Samengevat kan praktijkgericht onderzoek binnen de programmalijn (het zwaartepunt) circulaire economie van Saxion als volgt worden samengevat: Kennis van technologie: lectoraten uit het technisch domein Innovaties ontwikkelen en toepassen: lectoraten uit technisch en economisch domein Managen van deze innovaties: lectoraten uit het economisch domein
MULTIFILE
In dit artikel beschrijven wij de voorlopige resultaten van het moresprudentieproject, waarin casuïstiek wordt verzameld over de moraal van de beroepsgroep in het sociaal werkveld. Een belangrijke aanleiding voor de start van het project waren de positieve reacties van sociale professionals op het essay Hulpverlening mist moraal van lector Lia van Doorn in de Volkskrant (Vk, 24-08-2009). Zij agendeerde hierin de zwakke, morele basis van het social werk. Daarnaast leefde in het HBOonderwijs de vraag naar voorbeelden van morele vragen uit de praktijk, zoals ‘Wel of niet ingrijpen bij onveilige situaties waarin kinderen betrokken zijn?’ en ‘Hoe lang ga ik nog door met contact zoeken?’. De antwoorden van hulpverleners op dergelijke vragen zijn vaak intuïtief en op ervaring gebaseerd. De morele component wordt meestal niet uitgesproken. In het moresprudentieproject willen we de impliciete moraal en de ervaringskennis van professionals boven water krijgen. Daartoe verzamelen we systematisch opvattingen over hoe met morele aspecten om te gaan.