Het onderzoek binnen de Werkplaats Onderwijsonderzoek PO Amsterdam (WOA) is geen doel op zich. Het heeft tot doel om bij te dragen aan ‘het best mogelijke onderwijs’ voor leerlingen. Deze focus op de verbetering van de onderwijspraktijk maakt het onderzoek tot ‘praktijkonderzoek'. Die praktijk kan overigens zowel betrekking hebben op de praktijk van scholen als op de praktijk van de lerarenopleiding.
MULTIFILE
Het landschap van zorg, welzijn en educatie verandert voortdurend. Als professional moet je dagelijks kunnen werken met deze veranderende werkelijkheid. Hoe kun jij invulling geven aan nieuw beleid, goed inspelen op veranderende vragen van burgers, en actuele (maatschappelijke) gebeurtenissen? Op een manier die impact heeft en doorwerkt in meerdere domeinen, zoals de wetenschap, de beroepspraktijk, het onderwijs en de samenleving? Het antwoord is te vinden in nieuwe manieren van (samen)werken, leren en onderzoeken. Actieonderzoek is hierbij een niet meer weg te denken methodologie. Actieonderzoek vertrekt vanuit een kwestie die speelt in de praktijk en zoekt daar samen met de betrokkenen een antwoord op. De opgedane inzichten worden vertaald in acties in de praktijk. Door dit te onderzoeken wordt de kennis over en kwaliteit van praktijkvoering bevorderd. Vaak gaat het om complexe vraagstukken waar geen eenvoudige oplossing voor is. Actieve inbreng van diverse betrokkenen is noodzakelijk tijdens alle fasen. Tegelijkertijd ontwikkelen de betrokkenen zich doorgaans ook persoonlijk en professioneel. De taak van de onderzoeker is om deze ontwikkelingen te faciliteren, door onderzoek en verandering te integreren. Actieonderzoek biedt studenten en professionals handvatten om systematisch en methodisch de sociale praktijken te onderzoeken en te ontwikkelen. Het boek geeft inzicht in een participatieve benadering van actieonderzoek, met acht principes – waaronder participatie, persoonsgerichtheid en reflexiviteit – die helpen richting te geven aan het onderzoeks- en ontwikkelproces. Bijpassende onderzoeksmethoden en voorbeelden van actieonderzoeken bieden de lezer ideeën om een actieonderzoek vorm te geven, te bekritiseren en te faciliteren. Deze tweede, herziene editie bevat recente bronnen, nieuwe inzichten, onderzoeksmethoden en voorbeelden. Daarnaast staat deze editie meer stil bij de toepassing van de genoemde acht kernprincipes en bij de uitdagingen waar je als onderzoeker voor komt te staan. Ook is er specifieke aandacht voor rapporteren over actieonderzoek.
LINK
Postma, D.W. (2017). Hoezo Iepen Mienskip? Tussenrapportage van participatief onderzoek naar de sociale legacy van Culturele Hoofdstad LF 2018. In: Dijkstra, J. & Zwarter, IJ. (red). (2017). Werken aan Iepen Mienskip. Onderzoek naar de doorwerking van Leeuwarden-Friesland Europese Culturele Hoofdstad 2018. Nul-rapportage. Leeuwarden: NHL Hogeschool, Stenden Hogeschool & VanHall/Larenstein Hogeschool
Maatschappelijke ontwikkelingen als een stijgende zorgvraag, burgers die zo lang mogelijk gezond en onafhankelijk willen blijven en een positieve benadering van gezondheid stimuleren een denkomslag in de gezondheidszorg. De focus op ziekte en zorg verschuift naar een focus op preventie, gezondheid en gedrag en vervolgens naar mens en maatschappij. Gemeenschappen zijn daarin belangrijk; een gezonde wijk draagt bij aan de kansen die mensen hebben om zichzelf te ontwikkelen, te participeren in de maatschappij, en mede daardoor een versterking van hun gezondheid en welzijn. Wijkverpleegkundigen kunnen als gezondheidsbevorderaar gemeenschappen hierin ondersteunen. Volgens het beroeps- en expertiseprofiel is dit zelfs één van de belangrijkste rollen van wijkverpleegkundigen. De praktische invulling van deze rol, op zowel vakinhoudelijk als procesmatig gebied, is echter tot nu toe niet (h)erkend en in beeld gebracht. Als opleiding kunnen we daardoor onze studenten, verpleegkundigen van de toekomst, niet voldoende toerusten voor deze taak. Verpleegkundigen van onze praktijkpartners ervaren een handelingsverlegenheid ten aanzien van hun rol in wijkgerichte gezondheidsbevordering. Als CHE willen we door middel van praktijkonderzoek op deze rol reflecteren, en met en door hbo-verpleegkundigen handelingsmogelijkheden onderzoeken, waarbij de nieuwe inzichten direct terug te koppelen zijn in het onderwijs en bijdragen aan het verbeteren van de professionele praktijk van onze werkveldpartners. Het hier voorgestelde onderzoek zal zich richten op de vraag hoe wijkverpleegkundigen de nieuwe rol van wijkgerichte gezondheidsbevorderaar beschouwen, en wat zij nodig hebben om hun rol van gezondheidsbevorderaar in wijken vorm te geven. Door middel van participatief actieonderzoek zullen goede voorbeelden van wijkgericht handelen worden geïnventariseerd en beschreven. Daarnaast worden de ervaren barrières, faciliterende factoren en handelingsmogelijkheden in kaart gebracht. De opbrengsten van het onderzoek zullen worden ingezet in het onderwijs aan verpleegkundestudenten en verpleegkundigen in de betrokken praktijken. Daarnaast zullen de opbrengsten worden gedeeld in (inter)nationale publicaties, waaronder een handleiding Wijkgericht werken door verpleegkundigen.
Lectorenplatform Voedsel en Gezondheid Het Lectorenplatform Voedsel en Gezondheid heeft in de afgelopen twee jaar gewerkt aan een onderzoekagenda bestaande uit een inhoudelijke en een kwaliteitspijler met betrekking tot toegepast onderzoek. Inhoudelijk kent het Platform drie pijlers gelieerd aan de thematiek Voedsel en Gezondheid, waarvan de eerste meer individueel gezond gedrag is gedreven, de tweede meer voedsel technologisch is ingestoken en de derde meer sociaal-maatschappelijk is georiënteerd. Wat betreft kwaliteit richt het platform zich op het professionaliseren van toegepast onderzoek binnen het HBO met betrekking tot methodiek, ethiek en databeheer. In de voorgaande periode is er al veel gerealiseerd in zowel samenwerking als programmering. Desalniettemin was Platform I vooral gericht op interne verkenning en afstemming. Het huidige voorstel bouwt voort op de in Platform I uitgezette weg, maar wel met nadrukkelijk een breder georiënteerd karakter: het door vertalen van kennis en expertise ten aanzien van onderzoekskwaliteit naar het onderwijs, het vergroten en verbreden van de zichtbaarheid en het uitdragen van kennis; het betrekken van bedrijfsleven en maatschappelijke partners bij de inhoudelijke agenda; het ontwikkelen van meer gezamenlijke onderzoeksprojecten. Nieuw voor de komende jaren is de ambitie om onderzoekskwaliteit beter meetbaar te maken. Hoe meet je kwaliteit in praktijkonderzoek: impact op de samenleving is een ander doel dan hoge impactfactoren van wetenschappelijke publicaties. Kenmerkend hierbij is de specifieke aandacht voor participatief onderzoek. Op basis van de verbondenheid van de Lectoraten binnen het platform bieden we een landelijk netwerk voor maatschappelijk geëngageerd toegepast onderzoek, inzetbaar voor samenwerkingsverbanden met overheden en bedrijfsleven, alsmede met universiteiten en andere onderzoeksinstellingen.
Om in de complexe praktijk te komen tot innoveren en verbeteren van onderwijs is samen onderzoekend werken (SOW) van belang: systematisch reflecteren, waarbij theorie en praktijk verbonden worden. Docenten die SOW, onderzoeken met elkaar een praktijkvraagstuk op basis van praktijk- én wetenschappelijke kennis. Zij reflecteren op hun werkwijze en verbinden hier handelingsconsequenties aan. Dit praktijkonderzoek levert nieuwe kennis op over hoe samen onderzoekend werken structureel versterkt kan worden in de dagelijkse praktijk binnen de voortgezet onderwijs scholen van Stichting Carmelcollege. SOW heeft betrekking op de werkwijze binnen docententeams op de scholen, maar vraagt ook iets van de individuele docent en de organisatiecontext die tot SOW uitnodigt. SOW vraagt tot slot om een faciliterende organisatiestructuur en onderzoekscultuur en doet daarmee een beroep op de organisatie als geheel. Om het SOW te versterken wordt praktijkonderzoek onderzoek gedaan op drie niveaus geïntervenieerd: individueel, team en organisatie. Met een ontwerpgerichte aanpak en in cocreatie met de teams worden interventies (her)ontworpen en getest. We kiezen voor een participatief actieonderzoek, waarbij het gaat om ‘knowledge for practice’ en niet ‘knowledge of practice’. Doorlopend worden nieuwe inzichten teruggekoppeld aan docenten, docententeams en een denktank. De aanpak kent drie fasen: 1: In docententeams samen betekenis geven aan ervaringen met SOW en daar lessen uit trekken. 2: Vier docententeams experimenteren en (her)ontwerpen in cocreatie. 3: We brengen betekenisvolle momenten samen tijdens een brede werkveldbijeenkomst. Concreet betekent dit dat acht teams verdeeld over drie scholengemeenschappen structureel aan de slag gaan met SOW over de periode van vier jaar. Het doel is om SOW te borgen en op te schalen op basis van geleerde lessen vanuit de interventies. Uitkomsten worden breed gedeeld met werkvelden en de wetenschap.