IJmond werkt! geeft groepsgewijze trainingen aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. In dit onderzoek komt naar voren op welke manier er wordt gewerkt aan empowerment bij de deelnemers. Het versterken van empowerment draagt bij aan een succesvollere re-integratie en aan de duurzaamheid daarvan. Uit het onderzoek blijkt dat er in de trainingen geen expliciete aandacht is voor het begrip empowerment. Toch zit het werken hieraan in alle bijeenkomsten en gesprekken verweven. Het is manier van benaderen en contact leggen en het zit in kleine dingen. Empowerment is overal bij IJmond werkt!
DOCUMENT
De energietransitie heeft invloed op iedereen, waarbij we anders zullen gaan wonen, werken en produceren. Het is een collectieve en transformatieve opgave waar veel verschillende stakeholders bij betrokken zijn. Om de energietransitie te laten slagen, is draagvlak nodig. Om deze reden kiezen steeds meer gemeenten voor een wijkgerichte aanpak. Een wijkgerichte aanpak komt tegemoet aan de wens van lokale bewoners om (ruimtelijk) beleid mede vorm te geven. Wanneer dit lukt, neemt het vertrouwen in de overheid toe.
LINK
Waarom dit onderzoek? In de gemeente Den Haag lopen verschillende programma’s die tot doel hebben de sociale en fysieke leefbaarheid en veiligheid van wijken en straten te verbeteren. De Wijkagenda’s en de Aanpak Prioritaire Gebieden zijn in dit kader twee belangrijke, elkaar deels overlappende, programma’s. Beide gemeentelijke programma’s hebben samenwerking met bewoners, ondernemers en partnerorganisaties als uitgangspunt. Bewonersparticipatie speelt een belangrijke rol. De Wijkagenda’s worden in alle Haagse wijken ontwikkeld. Hierin staat wat voor een periode van vier jaar de belangrijkste verbeterpunten zijn. De Aanpak Prioritaire Gebieden richt zich op specifieke straten en pleinen waar ‘wicked problems’ spelen: ingewikkelde vraagstukken waarbij veel verschillende partijen betrokken zijn, er geen eenduidige probleemdefinitie bestaat, en er geen eenvoudige oplossingen voorhanden zijn. Dit is in eerste instantie een tweejarig programma. Het onderzoek heeft als doel de voortgang van deze programma’s te monitoren en evalueren, en aanbevelingen te doen voor structurele monitoring.
DOCUMENT
In de versterking van het voorkomen en aanpakken van (gewelddadig) extremisme en terrorisme is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd. Zowel internationale als nationale strategieën richten zich op preventie, bescherming, vervolging en reactie. Centraal in veel beleid staat samenwerking en informatie-uitwisseling op lokaal, nationaal en internationaal niveau. Nederland geeft hieraan vorm door middel van de zogenoemde ‘brede benadering’. Die bestaat uit een combinatie van preventieve en repressieve maatregelen. De lokale persoonsgerichte aanpak gericht op (religieus) extremisme, vormt een onderdeel van de brede benadering. Ook zet men interventies in die gericht zijn op het risico dat individuen of groepen zouden vormen. De gemeente voert de regie en de aanpak wordt uitgevoerd door lokale professionals uit de gemeente, politie, Geestelijke GezondheidsZorg (GGZ) en andere (zorg)partners binnen een multidisciplinair overleg. Vaak is er overleg met het Openbaar Ministerie en de nationale overheid. Over het effect van de lokale persoonsgerichte aanpak is weinig bekend. Het doel van dit verkennende onderzoek is meer zicht te krijgen op de lokale geïntegreerde benadering.
DOCUMENT
In Nederland streven het ministerie van VWS en het ZonMw ondersteuningsprogramma Gezonde Slagkracht bij overgewichtpreventie op lokaal niveau naar een samenhangend en integraal beleid, bij voorkeur volgens de beginselen van de EPODE aanpak. In dit onderzoek is gekeken hoe de EPODE aanpak zich verhoudt tot de praktijk, met als voorbeeld de via Gezonde Slagkracht gesubsidieerde gemeente Raalte. De EPODE aanpak is gestoeld op vier pijlers: politiek draagvlak, stevige wetenschappelijke steun, sociale marketing en publiek-privaat partnerschap. De gemeente Raalte heeft, met de ondersteuning van GGD IJsselland, een goede stap gezet om aansluiting te vinden bij EPODE. De pijlers bestuurlijk draagvlak en publiek-privaat partnerschap blijken relatief eenvoudig ingevuld te kunnen worden. De gemeente is bewust van het belang van deze pijlers en heeft er concrete ideeën voor. De moeilijkste pijlers om te realiseren, blijken wetenschappelijke steun en sociale marketing. Daar heeft de gemeente dan ook extra ondersteuning nodig. De EPODE aanpak biedt via de vier pijlers een nuttig framework om initiatieven te ordenen en mogelijkheden te signaleren. Maar om de aanpak ten volle te kunnen benutten, is een betere en concretere beschrijving van de pijlers nodig, en meer ondersteuning bij de praktische invulling. Voor de ontwikkeling van een succesvolle, lokale, integrale aanpak en het daarvoor benodigde ondersteuningsaanbod is het waardevol om meer te weten over de ontwikkelingen in verschillende gemeenten die met de EPODE aanpak (of de Nederlandse variant: JOGG) bezig gaan met het bevorderen van een gezonde leefstijl.
MULTIFILE
Op basis van een uitgebreide literatuurstudie, 25 interviews met gebiedspartijen in Midden-Delfland en een aantal multi-stakeholders workshops is in kaart gebracht hoe een gebiedsgerichte aanpak gericht op landschapinclusieve kringlooplandbouw in Midden-Delfland vorm krijgt dan wel versterkt kan worden. Hiervoor is de Transitiebloem-aanpak (TBA) gebruikt als holistische, transdisciplinaire en praktijkgerichte transitiebenadering. Deze benadering helpt gebiedspartijen bij het realiseren van een integrale systeemaanpak en collectief handelingsperspectief gericht op de samenhang van verschillende gebiedsopgaven met betrekking tot landbouw, water, voedsel, bodem, biodiversiteit, energie, klimaat, erfgoed, stadplattelandrelaties en economie.
DOCUMENT
Een meertalige aanpak – die ruimte biedt aan alle thuistalen – kan ons onderwijs toegankelijker, rijker en eerlijker maken. Toegankelijker, omdat zo’n aanpak meertalige leerlingen in staat stelt om volledig mee te doen in ons onderwijs, en gebruik te maken van kennis en vaardigheden die zij in andere talen dan het Nederlands hebben ontwikkeld. Daarnaast zullen ouders-verzorgers makkelijker hun weg vinden naar het Nederlandse onderwijs, net zoals het onderwijs naar hen, en zullen ouders-verzorgers hun kinderen beter kunnen ondersteunen. Rijker, in de eerste plaats, omdat meertaligen zich meer gezien en gehoord voelen wanneer hun thuistaal welkom is in ons onderwijs en omdat we daarmee allemaal meer te zien en te horen krijgen van de diverse wereld om ons heen. Rijker, in de tweede plaats, wanneer thuistalen een plek krijgen in betekenisvol, interactief en taalondersteunend onderwijs, waarin deeltaalvaardigheden (zoals lezen, spreken en schrijven) én vakinhoudelijke kennis (van primair tot hoger onderwijs) niet afzonderlijk maar in samenhang met elkaar worden ontwikkeld. Eerlijker, tot slot, omdat ruimte voor thuistalen bijdraagt aan gelijkere onderwijskansen en uiteindelijk dus ook bevorderlijk is voor passende doorstroom tussen onderwijssectoren en van school naar werk.
DOCUMENT
Het schooljaar 2011-2012 wordt gezien als de beginfase van de Haagse Aanpak Gezond Gewicht (HAGG) in de wijk Bouwlust/Vrederust. Tijdens deze fase is onderzoek verricht naar het bereik, adoptie en effect van de activiteiten van de HAGG. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van een activiteitenmonitor, interviews met kinderen, ouders en scholen en observatiegegevens van de consumptie van eten/drinken tijdens de ochtendpauze. In totaal zijn twaalf activiteiten georganiseerd gericht op het eten van fruit, het drinken van water of bewegen. De activiteiten hebben met name de doelgroep in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar kunnen bereiken. De mate van participatie van wijkpartners in de HAGG activiteiten verschilt per thema, waarbij de participatie voor het thema water het grootste was. Door het instellen van een fruit- of watermoment lijkt het mogelijk om gezond gedrag te stimuleren tijdens schooltijd. ABSTRACT The 2011-12 school year is seen as the initiation phase of "HAGG", the Dutch Healthy Weight community programme in the city of The Hague. During the initiation phase of the programme, data were collected on reach, adoption and effectiveness of the HAGG activities, using an activity database, interviews among children, parents, and schools and observational data on fruit and water consumption during school time. In total, twelve activities were organized. The activities were directed towards fruit consumption, water consumption or physical activity. The activities reached the target population in the age of 4-13 years, especially. At the community level the degree of participation of different community partners was the highest for the drinking water activities. Fruit and drinking water breaks are likely to increase fruit and water consumption during school time.
DOCUMENT
Op basis van een literatuurstudie biedt dit rapport een overzicht van sleutelvariabelen voor de transitie naar Natuur-inclusieve Landbouw (NIL) vanuit een multi-level en multi-dimensionaal systeemperspectief. Het doel van de literatuurstudie is om te analyseren welke succes- en faalfactoren in de literatuur genoemd worden om de transitie naar een natuurinclusieve landbouw mogelijk te maken dan wel te versnellen. Deze studie geeft daarmee handen en voeten aan een handelingsperspectief voor NIL. Dit handelingsperspectief vergt maatwerk per gebied, en kan verschillen afhankelijk van het schaalniveau waarop geacteerd wordt, en is afhankelijk van de mate waarin sleutelfactoren en betrokken actoren elkaar versterken of beperken.
DOCUMENT