Deelname aan en interesse voor de medezeggenschapsraad bij Hogeschool Inholland is momenteel niet optimaal. Dit zorgt voor moeilijkheden bij het vullen van posities binnen de verschillende (deel)raden en leidt er in sommige gevallen toe dat er vroegtijdige verkiezingen moeten worden uitgeschreven en dat het functioneren van medezeggenschap vertraagd of door een onderbezet team moet worden waargenomen. Met deze achtergrondinformatie kwam de voorzitter van de medezeggenschapsraad bij Inholland begin 2023 in contact met het Lectoraat Studiesucces met daaraan gekoppeld de vraag: wat speelt hierin een rol en hoe kunnen we hier iets in veranderen? Het lectoraat houdt zich al langere tijd bezig met o.a. participatievraagstukken binnen Inholland. Zodoende kwam het verzoek of er mogelijk eens gekeken kon worden naar wat een rol speelt bij deelname aan medezeggenschap en of onderzoek inzicht kan bieden in hoe gehandeld kan worden om teruglopend animo voor deelname om te keren. In overleg tussen het lectoraat en de voorzitter is een onderzoeksvoorstel opgesteld. Voorafgaand aan de uitvoer hiervan is het voorstel ook nog voorgelegd aan grotere groep deel)raadsleden. Deze rapportage is de uitkomst van het onderzoek en bedoeld voor de HMR om verder mee aan de slag te gaan en gewenste aanpassingen te maken.
DOCUMENT
Het lectoraat richt zich op participatie en stedelijke ontwikkeling. De uitdagingen en problemen die spelen in stedelijke omgevingen gaan vaak over ‘delen’ en ‘verdelen’, en over de voortdurende spanningsverhouding tussen de verscheidenheid én verbondenheid die daarbij hoort. De stad zijn wij. Voor die sociale stedelijke ontwikkeling zet het lectoraat zich in door onderzoek te doen naar de mogelijkheden om de kracht van relaties en netwerken in de stad te versterken. Dat doen we vanuit onderzoek en onderwijs samen met de praktijk en het beleid. We werken ingebed, als embedded practice-based researchers. We willen relaties en netwerken niet alleen beter proberen te begrijpen, zoals de voortdurende en intrigerende spanningsverhouding tussen eenheid en verscheidenheid van mensen die daar deel van uitmaken. Ook willen we ze een positieve impuls geven, de kracht ervan benutten. Dat doen we mede door ook zelf met betrokkenen samen te werken, door samen te ‘zwermen’ tijdens het onderzoek, met als doel maatschappelijke participatie en stedelijke ontwikkeling te bevorderen. Want, zo zien wij het: voor de 21ste eeuw is er geen andere optie dan te delen. Na het inleidende eerste hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 uiteen gezet wat de kernbijdrage van het lectoraat is. Waar richt het lectoraat zich precies op als het gaat om participatie en stedelijke ontwikkeling? En waarom? In Hoofdstuk 3 werken we die bijdrage verder uit, door in te gaan op de doorontwikkeling van het lectoraat en het onderzoeksprogramma met drie onderzoekslijnen. Onze belangrijkste drijfveer is het realiseren van maatschappelijke impact. We besluiten de tekst in hoofdstuk 4 met een aantal slotbeschouwingen.
DOCUMENT
Na het uitbreken van de Covid-19 pandemie heeft digitale participatie een grote vlucht genomen. Door de pandemie was het niet of nauwelijks mogelijk om fysiek bij elkaar te komen. Informatie of inspraakbijeenkomsten konden niet langer op een locatie in de buurt worden georganiseerd. Noodgedwongen vond er een verschuiving plaats van offline naar online burgerparticipatie. Hierdoor is er de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan met digitale participatie. De verwachting is dat nu er weer van alles mogelijk is, er vaker gebruik gemaakt zal blijven worden van online participatievormen en - instrumenten. De koudwatervrees voor online participatie lijkt definitief overwonnen. In de toekomst zullen participatiestrategieën worden ontwikkeld waarin online- en offline-instrumenten vaker afwisselend en in onderlinge samenhang worden ingezet. Deze geïntegreerde inzet roept vragen op over de doorontwikkeling van digitale participatie. Hoe kunnen professionals op basis van de ervaringen met digitale participatie de afgelopen jaren de mogelijkheden hiervan in de toekomst beter benutten? En hoe kan er op basis van de ervaring die is opgedaan richting worden gegeven aan de doorontwikkeling van digitale tools?
DOCUMENT