Leidt de democratiseringsambitie van de gemeente Amsterdam tot fundamentele verandering van de manier waarop zij haar bewoners bij het besturen van de stad betrekt, of blijft het bij geïsoleerde experimenten? Wij betogen dat de experimenten in de stad leiden tot spanningen tussen de participatieve democratie en de institutionalisering van de representatieve democratie en stellen dat echte vooruitgang in participatief en co-creatief bestuur niet is gelegen in het vinden van 'olifantenpaadjes', maar in het agenderen van die spanning in discussies over systeemvernieuwing.
LINK
Dit rapport richt zich op de vraag hoe empowerment bijdraagt aan het versterken van eigen regie en participatie van cliënten in Beschermd Thuis en van (sociaal) professionals in Utrecht. Deze twee pijlers zijn essentieel voor duurzaam wonen in de wijk. Op basis van interviews, literatuurverkenning en herhaalde deelname aan de trainingen ‘Maak je Eigen Thuis Training’ (METT) en ‘Skillslab landen in de wijk’, blijkt dat empowerment zowel de participatie als eigen regie vergroot. Beide trainingen hebben een positieve impact: direct op het functioneren en de kwaliteit van leven van cliënten, en indirect op de werkwijze van professionals in Beschermd Thuis en de wijk.
DOCUMENT
Achtergrond: Door klimaatverandering worden in stedelijke gebieden steeds vaker normen en/of acceptatiegrenzen voor neerslag, hitte en droogte overschreden. Gemeenten en waterschappen hebben de taak om te zorgen voor een klimaatbestendige inrichting. Samenwerking met bewoners is hierbij voor hen essentieel. Vraagarticulatie: Om de stap naar uitvoering te kunnen maken hebben professionals van gemeenten en waterschappen behoefte aan inzicht in: • effecten op microniveau (straten/gebouwen); • lokale ervaringen en beleving door burgers; • hoe burgers betrokken kunnen worden bij maatregelen. Hoofdvraag en doelstelling: Hoe kunnen professionals van gemeenten en waterschappen met inzet van burgers klimaatadaptatie in stedelijk gebied in praktijk brengen? Het doel is om een praktisch toepasbare werkwijze te ontwikkelen voor ‘burgerparticipatie in klimaatadaptatie’. Aanpak: Het onderzoek wordt uitgevoerd in 5 living labs waarin 10 keer een participatieproces op straat/buurtniveau wordt doorlopen. Hierbij worden verschillende benaderingen uit de burgerwetenschap toegepast. Professionals en bewoners voeren samen metingen uit (participatieve monitoring), verzamelen in een korte periode gegevens over fysieke en sociale kwetsbaarheid (city climatescan) en werken maatregelen uit (cocreatie workshops). De werkwijzen worden via een vergelijkingskader binnen en tussen living labs gemonitord, geëvalueerd en aangescherpt. Resultaat: Het resultaat is een praktisch toepasbare werkwijze voor ‘burgerparticpatie in klimaatadaptatie’. Deze kan worden toegepast door professionals van gemeenten en waterschappen in samenwerking met buurtbewoners, maar ook actoren zoals scholen, lokale bedrijven en woningcorporaties kunnen hierbij worden betrokken. Consortium: Het consortium betreft een unieke samenwerking tussen vier hogescholen (HZ University of Applied Sciences, Hogeschool Rotterdam, Hogeschool Van Hall Larenstein, Hanzehogeschool Groningen), vijf gemeenten (Vlissingen, Middelburg, Rotterdam, Leeuwarden, Groningen) en twee waterschappen (Wetterskip Fryslân, Waterschap Noorderzijlvest). Het consortium is ontstaan uit het Lectorenplatform Delta en Water en verstevigt de strategische samenwerking tussen praktijkprofessionals, onderzoek en onderwijs. Doorwerking wordt gerealiseerd via een expertgroep waarin diverse sleutelspelers zijn vertegenwoordigd (o.a. City Deal, Deltaprogramma, Global Centre on Excellence for Climate Adaptation).
Door klimaatverandering worden in stedelijke gebieden steeds vaker normen en/of acceptatiegrenzen voor neerslag, hitte en droogte overschreden. Gemeenten en waterschappen hebben de taak om te zorgen voor een klimaatbestendige inrichting. Samenwerking met bewoners is hierbij voor hen essentieel.Vraagarticulatie Om de stap naar uitvoering te kunnen maken hebben professionals van gemeenten en waterschappen behoefte aan inzicht in: effecten op microniveau (straten/gebouwen); lokale ervaringen en beleving door burgers; hoe burgers betrokken kunnen worden bij maatregelen.Hoofdvraag en doelstelling Hoe kunnen professionals van gemeenten en waterschappen met inzet van burgers klimaatadaptatie in stedelijk gebied in praktijk brengen? Het doel is om een praktisch toepasbare werkwijze te ontwikkelen voor ‘burgerparticipatie in klimaatadaptatie’.Aanpak Het onderzoek wordt uitgevoerd in 5 living labs waarin 10 keer een participatieproces op straat/buurtniveau wordt doorlopen. Hierbij worden verschillende benaderingen uit de burgerwetenschap toegepast. Professionals en bewoners voeren samen metingen uit (participatieve monitoring), verzamelen in een korte periode gegevens over fysieke en sociale kwetsbaarheid (city climatescan) en werken maatregelen uit (cocreatie workshops). De werkwijzen worden via een vergelijkingskader binnen en tussen living labs gemonitord, geëvalueerd en aangescherpt.Resultaat Het resultaat is een praktisch toepasbare werkwijze voor ‘burgerparticipatie in klimaatadaptatie’. Deze kan worden toegepast door professionals van gemeenten en waterschappen in samenwerking met buurtbewoners, maar ook actoren zoals scholen, lokale bedrijven en woningcorporaties kunnen hierbij worden betrokken.Consortium Het consortium betreft een unieke samenwerking tussen vier hogescholen (HZ University of Applied Sciences, Hogeschool Rotterdam, Hogeschool Van Hall Larenstein, Hanzehogeschool Groningen), vijf gemeenten (Vlissingen, Middelburg, Rotterdam, Leeuwarden, Groningen) en twee waterschappen (Wetterskip Fryslân, Waterschap Noorderzijlvest). Het consortium is ontstaan uit het Lectorenplatform Delta en Water en verstevigt de strategische samenwerking tussen praktijkprofessionals, onderzoek en onderwijs. Doorwerking wordt gerealiseerd via een expertgroep waarin diverse sleutelspelers zijn vertegenwoordigd (o.a. City Deal, Deltaprogramma, Global Centre on Excellence for Climate Adaptation).
De re-integratie heeft de laatste jaren een aantal ingrijpende veranderingen (o.a. de invoering van de Particpatiewet) onder-gaan. Nu de gevolgen van deze veranderingen steeds duidelijker worden, geven re-integratieprofessionals aan dat de geijkte werkwijze van cliënten matchen aan functie-eisen niet meer toereikend is in het huidige werkklimaat. Recente inzichten in de wetenschappelijke literatuur bieden aanknopingspunten, maar momenteel ontbreekt het bij re-integratieprofessionals aan dergelijke kennis en een werkwijze/methodiek om deze kennis op een efficiënte wijze in te passen in het werkproces. Meer kennis en inzicht in belangrijke kenmerken van een duurzame plaatsing en instrumenten om deze in kaart te brengen (een –digitale– toolkit) zijn wenselijk. Doelstelling van dit project is het ontwikkelen van handvatten voor en met re-integratieprofessionals om het te ondersteunen bij het bewerkstelligen van een duurzame plaatsing van men-sen met een arbeidsbeperking bij een reguliere werkgever. Om deze doelstelling te bereiken zal gebruik worden gemaakt van een multidisciplinair consortium waarbij publieke partijen intensief worden betrokken bij de uitvoering van de werkpakketten en zal worden gewerkt vanuit een recent en innovatief theoretisch raamwerk, namelijk de person-environment fit theorie. Door een co-creatie proces in samenwerking met experts, re-integratieprofessionals en werkgevers zal een (digitale) toolkit worden ontwikkeld die re-integratieprofessionals zal ondersteunen met het in kaart brengen van de (zachte) factoren om het plaatsen van een persoon met een arbeidsbeperking te verduurzamen. De beoogde output van dit project zal zijn: • Inzicht in bepalende kenmerken van een duurzame plaatsing, onderverdeeld in persoons-, werkomgeving-, en functiekenmerken • Inzicht in de inpasbaarheid en hanteerbaarheid van een te ontwikkelen (digitale) toolkit • Een digitale toolkit voor re-integratieprofessionals