De roddel domineert al maandenlang het nieuws en de echte vechtsportliefhebbers raken er maar niet over uitgesproken: een gevecht tussen MMA-vechter Conor McGregor en bokser Floyd Mayweather. Totaal ondenkbaar, want twee verschillende gevechtsdisciplines, maar tegelijkertijd ook heel logisch. Want deze 'Fight of the century' zou weleens diverse (media)records kunnen gaan breken.
DOCUMENT
On the basis of an empirical analysis of the recent emergence, spread and transformation of No Holds Barred fighting contests, it is argued that Norbert Elias's model of sportization provides a fruitful but insufficiently differentiated framework for understanding the development of sports and sport-like contests. Although the successive transformations of martial arts in the twentieth century provide various examples of sportization and para-sportization, the emergence of No Holds Barred events in the 1990s represents an opposing trend, a process of de-sportization. The analysis of No Holds Barred contests demonstrates that the balance between sportization and de-sportization depends primarily on the interests of the organizers, and in particular on the degree to which they rely on the perspectives of practitioners, spectators, or viewers. The decisive factor for the predominance of the latter perspective was the formation of a new market for visual material, which emerged with pay-per-view television. This allowed - at least temporarily - the commercialization of non-sanctioned events, suggesting that new markets for visual material are likely to become an important factor in the development of spectator sports and sport-like forms of entertainment.
DOCUMENT
In beleidsnotities en publicaties in Nederland komt men de laatste jaren regelmatig de stelling tegen dat van het kunstonderwijs verwacht mag worden dat het haar studenten equipeert op hun toekomstige rol als cultureel ondernemer. Deze publicatie doet verslag van een onderzoek naar de relatie tussen cultureel ondernemerschap en het kunstonderwijs. Allereerst gaat de tekst in op de definitie van cultureel ondernemerschap en op de kwaliteiten ofwel competenties waar een cultureel ondernemer over dient te beschikken. Vervolgens staat de auteur stil bij de (vermeende) risico's van dit fenomeen. Als laatste komt de vraag aan de orde of en hoe het kunstonderwijs aandacht kan besteden aan dit onderwerp. De eindconclusie van dit onderzoek luidt: "Ze kunnen beter als Rapunzel hun vlecht uit het torenraam hangen om Prins Fortuin een handje te helpen dan lijdzaam wachten tot het lot hen gunstig gezind is." Het boek is bedoeld voor studenten en docenten van Kunstvakopleidingen, zoals conservatoria en academies voor beeldende vorming, drama, dans, circus en popmuziek, die meer over het onderwerp cultureel ondernemerschap willen weten. Het is geschreven in opdracht van het lectoraat "Kunstpraktijk in de samenleving" van Fontys Hogeschool voor de Kunsten. Studenten en docenten van de verschillende academies leverden naast kunstenaars en cultureel ondernemers een bijdrage in het onderzoek.
MULTIFILE