Little has been published regarding the training of academic developers themselves to support internationalization of the curriculum (IoC) initiatives. However, higher education institutions around the globe are responding to strategic demands for IoC which prepare students as ‘world-ready’ graduates. We employed qualitative research synthesis to identify recent journal articles which consider current trends in academic development to support IoC. Despite their diversity, we found common themes in the five selected studies. Our discussion and recommendations weave these themes with Betty Leask’s five-stage model of the process of IoC and Cynthia Joseph’s call for a pedagogy of social justice. “This is an Accepted Manuscript of an article published by Taylor & Francis in International Journal for Academic Development on 19/11/15, available online: https://doi.org/10.1080/1360144X.2019.1691559.
MULTIFILE
Bijlage in Freitag, T., I. Leene en C. Tenhaeff, Buurtgerichte sociale activering. Methodiek voor een gebiedsgerichte aanpak Methodiekbeschrijving voor een gebiedsgerichte aanpak. Buurtgerichte sociale activering/BSA is een methodiek voor lokale overheden, maatschappelijke organisaties en particuliere instellingen om in gezamenlijkheid inhoud te geven aan een gebiedsgerichte vorm van sociale activering. Een kernelement van BSA is de buurt benutten als vindplaats van en springplank voor sociale activering. Dit betekent activering van sociaal kwetsbare buurtbewoners en van de sociale netwerken en voorzieningen in en rond hun omgeving
DOCUMENT
“Dit project/onderzoek/living lab/leer- en innovatienetwerk is medegefinancierd door het Centre of Expertise Preventie in Zorg en Welzijn” Een blauwdruk voor een living lab collectieve belangenbehartiging is enigszins paradoxaal. Het wekt al snel de indruk dat er een pasklaar antwoord ligt dat in elke situatie in praktijk gebracht kan worden en enkel uitgevoerd hoeft of dient te worden. Maar een living lab is, zoals het begrip al suggereert, levendig van aard. Het is inherent aan een living lab dat er ruimte blijft bestaan om te onderzoeken en nieuwe ideeën te vormen over de aard van het lab zelf, zonder vast te zitten in een blauwdruk. Daarom presenteren we hier een aantal uitgangspunten en ideeën die meegenomen kunnen worden om een living lab collectieve belangenbehartiging vorm en inhoud te geven.
DOCUMENT
Ik ben realist genoeg om te beseffen dat het individualisme en hedonisme, dat zich diep in onze samenlevingen heeft geworteld, niet zomaar uit onze cultuur zal verdwijnen. Toch moet er iets gebeuren. Er moet een veel grotere inspanning van de oudere generaties in het onderwijzen van de jonge generatie gevraagd worden. Maar andersom mag en moet van de jongere generatie ook een veel grotere inzet in hun eigen onderwijs gevraagd worden. Het feest is over! Van de leerling en student vragen we een grotere concentratie op school en universiteit, 40 uur per week studeren zou de werkelijkheid moeten zijn en van ouders vragen we grotere financiële offers evenals dat ze hun kinderen moeten helpen bij hun leerproblemen, hoe eerder des te beter. En uiteraard zullen we voor degenen die uit de lage sociaaleconomische milieus komen veel hogere beurzen beschikbaar stellen dan voor de kinderen uit de midden- of hogere klassen. Soms is ongelijke behandeling de beste en snelste weg naar gelijke kansen.
DOCUMENT
Morele vorming kan een niet-beoogd gevolg zijn van onderwijs. Maar het kan ook nadrukkelijk wél beoogd worden en doel zijn van het onderwijsproces. Daarover gaat dit artikel. We beginnen met de verduidelijking van de relatie tussen morele vorming en Bildung (par. 2). Vervolgens behandelen we drie verschillende vormen van doelbewuste morele beïnvloeding in het onderwijs: morele vorming als vak, de voorbeeldfunctie van de docent en een positieve schoolcultuur (par. 3). Morele vorming als vak betreft de vorming in waarden en normen van de leerling. Daarbij kunnen verschillende accenten worden gelegd: waardenoverdracht, waardenverheldering en waardencommunica¬tie. Deze accenten worden toegelicht en we geven aan in welke leeftijdsgroep het zwaartepunt zou kunnen liggen in het onderwijs (par. 4). We ronden dit artikel met de vijf elementen van een moreel proces: morele gevoeligheid, morele analyse, moreel oordeel, morele motivatie en moreel handelen. Daarbij laten we zien hoe morele vorming in het onderwijs kan interveniëren om de competenties van de leerling met betrekking tot deze vijf elementen te versterken (par. 5).
DOCUMENT
Morele vorming kan een niet-beoogd gevolg zijn van onderwijs. Maar het kan ook nadrukkelijk wél beoogd worden en doel zijn van het onderwijsproces. Daarover gaat dit artikel. We beginnen met de verduidelijking van de relatie tussen morele vorming en Bildung (par. 2). Vervolgens behandelen we drie verschillende vormen van doelbewuste morele beïnvloeding in het onderwijs: morele vorming als vak, de voorbeeldfunctie van de docent en een positieve schoolcultuur (par. 3). Morele vorming als vak betreft de vorming in waarden en normen van de leerling. Daarbij kunnen verschillende accenten worden gelegd: waardenoverdracht, waardenverheldering en waardencommunica¬tie. Deze accenten worden toegelicht en we geven aan in welke leeftijdsgroep het zwaartepunt zou kunnen liggen in het onderwijs (par. 4). We ronden dit artikel met de vijf elementen van een moreel proces: morele gevoeligheid, morele analyse, moreel oordeel, morele motivatie en moreel handelen. Daarbij laten we zien hoe morele vorming in het onderwijs kan interveniëren om de competenties van de leerling met betrekking tot deze vijf elementen te versterken (par. 5).
DOCUMENT
Environmental unsustainability is due to both structural features and historically specific characteristics of industrial capitalism resulting in specific patterns of production and consumption, as well as population growth. Sustainability literature criticises the established corporate and political power hegemonies, interested in maintaining economic growth, as well as inability or unwillingness of citizen-consumers to counteract these hegemonic tendencies. Yet, official policies are still targeted at social and economic ‘development’ as a panacea for unsustainability challenges. Instead, renewed accent on social and economic objectives are outlined by a set of sustainable development goals (SDG) that include objectives of fighting poverty, promoting better health, reducing mortality, and stimulating equitable economic growth. What is less commonly critiqued is the underlying morality of unsustainability and ethical questions concerned with the ‘victims of unsustainability’ outside of socioeconomic discourse. The achievement of SDG goals, as will be further elaborated on in this article, is unlikely to lead to greater social equality and economic prosperity, but to a greater spread of unsustainable production and consumption, continuous economic as well as population growth that has caused environmental problems in the first place and further objectification of environment and its elements. This article argues that an invocation of ethical duty toward environment and its elements is required in order to move beyond the current status quo. Such ethical approach to unsustainability can effectively address the shortcomings of the mainstream sustainability discourse that is mainly anthropocentric and therefore fails to identify the correct locus of unsustainability. This is an Accepted Manuscript of an article published by Taylor & Francis in International "Journal of Sustainable Development & World Ecology" on 2015 available online: http://www.tandfonline.com https://doi.org/10.1080/13504509.2015.1111269 https://www.linkedin.com/in/helenkopnina/
MULTIFILE
In het najaar van 2007 bezoek ik in de V.S. een internationaal vermaard centrum uit de zeventiger jaren: Esalen in Big Sur. Ter voorbereiding op dit bezoek herlees ik in april 2007 een boek uit 1973. In dit boek staan reisbrieven over ervaringen van Leo Lion in 1971 met Esalen. Ik ontdek dan nog meer in dit boek. De Amerikaanse begintijd van TGI en twee workshops die de auteur volgde bij Ruth Cohn worden beschreven.
DOCUMENT
In deze inaugurele rede wordt in het eerste hoofdstuk het concept 'Pedagogiek van Hoop' behandelt en worden de sleutelthema's van pedagogisch leiderschap en inclusiever onderwijs verkent. In hoofdstuk 2 wordt dieper ingegaan op pedagogisch leiderschap en de verantwoordelijkheid om duurzame veranderingen te bewerkstelligen. Hoofdstuk 3 bespreekt inclusiever onderwijs, waarbij een brede definitie wordt gehanteerd die zich richt op mensen en niet-menselijke dingen. Het belang van gelijkwaardigheid in een diverse samenleving wordt benadrukt. In hoofdstuk 4 wordt het onderzoek in het lectoraat besproken, gevolgd door een conclusie in hoofdstuk 5 met de titel 'Een hoopvolle toekomst. Hoe dan?'. Elk hoofdstuk begint met een citaat dat de essentie van het thema weergeeft. De tekst benadrukt ook het belang van ervaringen en beelden, met name in relatie tot onderwijspraktijken, om reflectie mogelijk te maken.
DOCUMENT