Dit eindrapport doet verslag van een door ZonMw gesubsidieerd, ontwerpgericht onderzoek (looptijd maart 2022 – juni 2024) met de volgende onderzoekvraag: Wat zijn de ontwerpprincipes voor jeugdparticipatieve pedagogische vrijplaatsen, die bijdragen aan een veerkrachtige identiteitsontwikkeling van jongeren? Jongeren en professionals uit de brede jeugdsector werkten samen aan het ontwerpen van fysieke en online pedagogische vrijplaatsen. Het resultaat is een blauwdruk met ontwerpprincipes voor het jeugdparticipatief ontwerpen van pedagogische vrijplaatsen. Het rapport beschrijft de aanleiding voor het onderzoek, doel- en vraagstelling, een theoretische duiding van de centrale concepten, de methodesectie, analyse en resultaten en ten slotte de conclusie, reflectie en samenvatting.
DOCUMENT
In deze deelstudie is literatuuronderzoek gedaan naar het concept 'vrijplaatsen' binnen diverse maatschappelijke contexten, ook in historisch perspectief. Vervolgens wordt op twee vragen een antwoord gezocht: Wat maakt vrijplaatsen pedagogisch? Wat kan de waarde en rol zijn van de kunsten bij het ontwerpen van een pedagogische vrijplaats.
DOCUMENT
Op Landgoed Sparrenhof in Tilburg wordt met diverse partners uit het brede jeugdveld gewerkt aan pedagogische vrijplaatsen. Jongeren groeien op in een samenleving waar prestatiedruk en kansenongelijkheid hoogtij viert. Als tegenbeweging worden pedagogische vrijplaatsen ontworpen om te ONT-moeten en ONT-wikkkelen. Niet een curriculum of beleidsdoel is het uitgangspunt, maar de dromen, wensen en brede talenten van kinderen en jongeren. In dit Fundament worden de uitgangspunten beschreven op basis waarvan er op Sparrenhof wordt gewerkt aan het ontwikkelen van een pedagogische vrijplaats, aan de rand van de stad en toch midden in de natuur.
DOCUMENT
In deze deelstudie wordt verslag gedaan van de oriëntatie en empatiefase van het ontwerpgericht onderzoek Empty Farm to Fill. Wat zijn de dromen, wensen en ideeën van kinderen en jongeren voor het ontwerpen van een pedagogische Vrijplaats op Landgoed Sparrenhof in Tilburg. Het onderzoeksverslag gaat uitgebreid in op het concept jeugdparticipatie, beschrijft de gehanteerde jeugdparticipatieve onderzoeksmethode en rapporteert de resultaten van het onderzoek.
DOCUMENT
dr. Maike Kooijmans sprak op 21 februari 2025 haar afscheidsrede uit. De afscheidsrede geeft een overzicht van acht jaar onderzoek in haar lectoraat Opvoeden voor de Toekomst. Verhalen en resultaten van acht jaar lectoraatswerk, met een vooruitblik in de toekomst.
DOCUMENT
In deze inaugurele rede wordt in het eerste hoofdstuk het concept 'Pedagogiek van Hoop' behandelt en worden de sleutelthema's van pedagogisch leiderschap en inclusiever onderwijs verkent. In hoofdstuk 2 wordt dieper ingegaan op pedagogisch leiderschap en de verantwoordelijkheid om duurzame veranderingen te bewerkstelligen. Hoofdstuk 3 bespreekt inclusiever onderwijs, waarbij een brede definitie wordt gehanteerd die zich richt op mensen en niet-menselijke dingen. Het belang van gelijkwaardigheid in een diverse samenleving wordt benadrukt. In hoofdstuk 4 wordt het onderzoek in het lectoraat besproken, gevolgd door een conclusie in hoofdstuk 5 met de titel 'Een hoopvolle toekomst. Hoe dan?'. Elk hoofdstuk begint met een citaat dat de essentie van het thema weergeeft. De tekst benadrukt ook het belang van ervaringen en beelden, met name in relatie tot onderwijspraktijken, om reflectie mogelijk te maken.
DOCUMENT
Het debat rond politiserende praktijken is steeds luider te horen (Kaulingfreks, 2022; Van Bouchaute & Vanderhulst, 2022), hoewel nog regelmatig ‘over de hoofden’ van werkers gevoerd. Sociaal werkers geven hun normatieve professionaliteit vorm in ‘rommelige’ of ‘modderige’ contexten, waarbij door reflectie op en in praktijkervaringen diens competenties van ‘artistery’ (kunstenaarschap/ambachtelijkheid) worden verfijnt (Schön, 1983, Van Ewijk, 2019). Ze kunnen daarin een machteloze acrobatische spagaat ervaren tussen hun doelgroep en de systeemwereld (Van den Dries, 2022). Individuele werkers gaan op verschillende manieren om met die spagaat, met als wellicht meest extreme coping het verlaten van het beroepsveld (Hoijtink, 2022). Dat is zorgwekkend omdat de aard van het werk juist vraagt om langdurige investering in de complexe relaties met en tussen burger en overheid. De morele spanning kan individueel lijken, maar is verbonden met collectieve processen. Als sociaal werker en kersverse promotieonderzoeker veronderstel ik dat de spanningen waarmee sociaal werkers worden geconfronteerd bij het werken aan sociale rechtvaardigheid, dehumaniserende en vervreemdende effecten kunnen hebben, wat hen paradoxaal genoeg verder weg kan drijven van dat doel. Ik ben geïnteresseerd in de impact die dit heeft op hen als professional, burger en als mens. Mijn stellingname is dat velen willen bijdragen aan sociale rechtvaardigheid, hoewel wellicht niet altijd onder die terminologie of met een gevoel erop toegerust te zijn. Samen met drie community werk praktijken zou ik via een participatieve en etnografische aanpak op zoek willen gaan naar kansen om collectief sociale rechtvaardigheidspraktijken te versterken. Het zoeken naar ‘best goed werk’ (Mattingly, 2013) in alledaagse modderige morele werkpraktijken – hoe taai, fragiel en riskant ook - kan dienen als morele laboratoria en wegwijzers van hoe het werk ‘bewerkt’ kan worden, of het leven geleefd kan worden. Ik geloof dat we gezamenlijk ‘kooltjes van hoop’ (Kunneman, 2009) kunnen vinden om aan te blazen.
MULTIFILE
In dit onderzoek stonden de ervaring en beleving van jongeren (specifiek middelbare scholieren) rondom het opgroeien in de huidige digitale wereld – meer specifiek met sociale mediasites – centraal. Middels dit onderzoek beoogden we enerzijds een bijdrage te leveren aan het begrijpen van de veronderstelde relatie tussen sociale mediagebruik en identiteitsontwikkeling van jongeren, en anderzijds jongeren te positioneren om adviezen te geven aan ouders en professionele opvoeders rondom dit thema. In de rapportage wordt beschreven wat de aanleiding voor dit onderzoek was, waarna de onderzoeksvraag, doelstelling, onderzoeksmethoden en resultaten achtereenvolgens worden weergegeven. Het rapport sluit af met een door de jongeren geformuleerd advies voor een lyceum.
MULTIFILE
In de Veenkoloniën, het gebied in Oost-Groningen en Zuidoost-Drenthe, is armoede een hardnekkig probleem. Verschillende initiatieven proberen daarom de armoede in deze regio armoede te doorbreken of te verzachten. Nu het levensonderhoud door de stijgende prijzen steeds moeilijker te betalen wordt, raken sommige gezinnen verder en andere gezinnen voor het eerst afhankelijk van de hulp van anderen. Wij pleiten daarom voor betere evaluaties van de effectiviteit van interventies en meer overzicht in het aanbod zodat de ruimschoots aanwezige inzet in de Veenkoloniën de situatie van arme gezinnen kan verbeteren.
LINK