This thesis presents an exploration of ‘how entrepreneurship education pedagogy can enhance undergraduate business students’ autonomous motivation for self-directed learning’. It has twin, equally valuable, purposes: to make an original theoretical contribution and to improve professional practice in this area. The work addresses the lack of pedagogical research in entrepreneurship education that focuses on learner development, with a specific aim at development of self-directed learning skills for lifelong learning. The research is approached with a concurrent, mixed methods design, comparing pre- and a post-EE, self-assessment survey results from 245 students, enrolled in a Young Enterprise venture creation programme, and a control group at a Dutch university. With the use of open-question surveys among the same population, during and after the EE modules, as well as from focus group discussions with a selection of participating students and teachers, explanation was sought for the observations drawn from the quantitative study. Significant relationships were found between students’ self-reported maturity of autonomy, self-efficacy, and motivation for learning, and in how these relate to self-directed learning readiness. Entrepreneurship education was found to significantly moderate the relationship between the learning characteristics and self-directed learning, and to strengthen of the students’ perceived readiness for self-directed learning. Explanation for the impact of EE were found to be related to the stage-wise, mixed pedagogy approach to learning, that combines authentic learning with a hierarchical approach to competence development, and supportive team dynamics. The research contributes to practice with a proposed conceptual framework for understanding how to prepare for self-directed learning readiness and a teaching-learning framework for its development in formal educational settings. It contributes to knowledge with its deeper understanding of how students experience learning in EE and how that affects their willingness to pursue learning opportunities.
MULTIFILE
Background: The prevalence of Substance Use Disorder (SUD) in people with Mild IntellectualDisability and Borderline Intellectual Functioning (MID-BIF) is high and evidence-basedtreatment programs are scarce. The present study describes the development of a personalised SUD treatment for people with MID-BIF.Method: The personalised SUD treatment is developed according to the steps of the InterventionMapping approach, based on literature review, theoretical intervention methods, clinicalexperience and consultation with experts in the field of addiction and intellectual disability care.Results: We developed a treatment manual called Take it Personal!+. Take it Personal!+ aims toreduce substance use, is based on motivational interviewing and cognitive behavior therapyand personalised based on the client’s personality profile. Furthermore, an mHealth application supports the treatment sessions.Conclusion: Take it Personal!+ is the first personalised SUD treatment for individuals with MID-BIF.Future research should test the effectiveness of Take it Personal!+ in reducing SU.
Dit onderzoeksrapport past in een nieuwe ontwikkeling in de gezondheidscommunicatie, waarbij medische wenselijkheden (hier: afvallen) worden verbonden met sociale omstandigheden. Het laatste betekent twee dingen. Ten eerste accepteren we hiermee dat veel mensen zelf niet actief op zoek gaan naar, en vaak ook niet zitten te wachten op, gezondheidsinformatie. De boodschap moet dus in een aantrekkelijke vorm en op een toegankelijke manier naar hen toe gebracht worden, waardoor deze toch (eventueel terloops) wordt meegenomen. Ten tweede accepteren we ook dat, in tegenstelling tot wat vaak wordt verondersteld, veel mensen niet leren en veranderen door een toename in kennis van het gezondheidskundige probleem en het gewenste gedrag. Een dergelijke leerroute is wel mogelijk, maar het alternatief gaat veeleer uit van de alledaagse praktijk, waarin mensen (soms) proberen gezonder te leven, in een bepaalde sociale omgeving, in relatie met anderen, waarin heel diverse zaken meespelen en motieven voor gezond gedrag botsen met verschillende concurrerende motieven (zoals bijvoorbeeld gemak, gewoonte, en geld). Hoe je in zo'n context dan van a naar b moet, hoe je je leven dan anders moet inrichten, dat is de inzet van die alternatieve leerroute. Een van de meest opvallende varianten van dit nieuwe denken is de Entertainment-Education (E&E) Strategy, waarbij educatieve boodschappen worden verweven met amusement. Dat is in Nederland geprobeerd in de TV-serie 'Voor dik & dun'. Deze serie is volgens de E&E formule ontwikkeld. De vraag was of dit werkt (zowel in de praktijk als met betrekking tot het effect). Om die vraag te beantwoorden hebben we - en dit wordt nog weinig gedaan - een opzet gekozen waarin meerdere perspectieven zijn geïntegreerd: het perspectief van de programmamakers, dat van gezondheidsprofessionals en (uiteraard) dat van de kijkers zelf. Bij de laatsten hebben we zowel een kwalitatieve als kwantitatieve onderzoekslijn gevolgd.
Aanleiding Nieuwsuitgeverijen bevinden zich in zwaar weer. Economische malaise en toegenomen concurrentie in het pluriforme medialandschap dwingen uitgeverijen om enerzijds kosten te besparen en tegelijkertijd te investeren in innovatie. De verdere automatisering van de nieuwsredactie vormt hierbij een uitdaging. Buiten de branche ontstaan technieken die uitgeverijen hierbij zouden kunnen gebruiken. Deze zijn nog niet 'vertaald' naar gebruiksvriendelijke systemen voor redactieprocessen. De deelnemers aan het project formuleren voor dit braakliggend terrein een praktijkgericht onderzoek. Doelstelling Dit onderzoek wil antwoord geven op de vraag: Hoe kunnen bewezen en nieuw te ontwikkelen technieken uit het domein van 'natural language processing' een bijdrage leveren aan de automatisering van een nieuwsredactie en het journalistieke product? 'Natural language processing' - het automatisch genereren van taal - is het onderwerp van het onderzoek. In het werkveld staat deze ontwikkeling bekend als 'automated journalism' of 'robotjournalistiek'. Het onderzoek richt zich enerzijds op ontwikkeling van algoritmes ('robots') en anderzijds op de impact van deze technologische ontwikkelingen op het nieuwsveld. De impact wordt onderzocht uit zowel het perspectief van de journalist als de nieuwsconsument. De projectdeelnemers ontwikkelen binnen dit onderzoek twee prototypes die samen het automated-journalismsysteem vormen. Dit systeem gaat tijdens en na het project gebruikt worden door onderzoekers, journalisten, docenten en studenten. Beoogde resultaten Het concrete resultaat van het project is een prototype van een geautomatiseerd redactiesysteem. Verder levert het project inzicht op in de verankering van dit soort systemen binnen een nieuwsredactie. Het onderzoek biedt een nieuw perspectief op de manier waarop de nieuwsconsument de ontwikkeling van 'automated journalism' in Nederland waardeert. Het projectteam deelt de onderzoekresultaten door middel van presentaties voor de uitgeverijbranche, presentaties op wetenschappelijke conferenties, publicaties in (vak)tijdschriften, reflectiebijeenkomsten met collega-opleidingen en een samenvattende white paper.