Sinds het begin van de eenentwintigste eeuw is aanzienlijk in achterstandsbuurtengeïnvesteerd, vaak met weinig blijvende sociaal-economische verbeteringen. Met de huidige economische voorspoed en de toenemende vraag naar betaalbarewoningen komt in veel gemeenten een nieuwe ronde van investeringen op gang.Net als in de recente geschiedenis bestaat ook nu vaak de wens bewoners enandere belanghebbenden bij het maken van plannen te betrekken. Maar bestaandeplanprocedures en organisatieculturen van gemeenten zitten vaak in de weg.
DOCUMENT
Amsterdam heeft zich aangesloten bij het WHO netwerk Age Friendly Cities. In het verlengde daarvan initieerde Hogeschool van Amsterdam een onderzoek wat vanuit ruimtelijk perspectief de opgaven zijn om wijken in de stad ouderenvriendelijk te maken. Een gesprek over dit onderzoek met Frank Suurenbroek, lector Bouwtransformatie, en Sophie van Ginneken, onderzoeker, beiden van Hogeschool van Amsterdam, Urban Technology.
DOCUMENT
Bewegen in de openbare ruimte krijgt steeds meer aandacht in onder andere gemeentelijk beleid mede door de Omgevingswet, GALA en de Landelijke nota gezondheidsbeleid 2020-2024. Tevens heeft bewegen in de openbare ruimte een boost gekregen gedurende de coronapandemie. Meer mensen zijn buiten gaan bewegen omdat het niet anders kon. Ze genieten van ‘ommetjes’ in de natuur. Fitness in de buitenlucht heeft met bootcampaanbieders een vlucht genomen en urban sports vormen al langer trendsporten (Prins, Hoekman,& van de Poel, 2021) . Bewegen in de openbare ruimte sluit daarnaast aan bij de trend om meer informeel en ook individueel te bewegen. Voor een succesvolle beweegvriendelijke omgeving is een samenspel van hardware, software en orgware noodzakelijk. Werken volgens het Beweegvriendelijke omgevingsmodel (BVO-model) van het Kenniscentrum Sport & Bewegen (Hoyng & Eck, 2021) is aan te bevelen. Echter, dat BVO-model toepassen in de praktijk lukt nog niet optimaal.
DOCUMENT
AanleidingHvA Urban Management werkt langjarig en intensief samen met de gemeente Amsterdam in het planproces voor de Ontwikkelbuurten. DoelDe gevoelskaart bundelt signalen, sferen, trends en ontwikkelingen op het snijvlak van de fysieke omgeving en de sociale leefkwaliteit in de Rechte H-Buurt. Daarmee lokaliseert het knelpunten en tracht een integraal beeld te geven van de plekken en routes waar een ingreep mogelijk bijdraagt aan het oplossen van vraagstukken voor verschillende sectoren, actoren en betrokkenen, op de korte en langere termijn.Opbouw De gevoelskaart is een reeks kaarten die vanuit een hoog schaalniveau (de H-Buurt en omgeving) en een integrale analyse stapsgewijs inzoomen op enkele specifieke knelpunten. GebruikDe gevoelskaart probeert door de integrale blik en beeldende manier van communicatie het gesprek mogelijk te maken. In die zin is het geen eindpunt, maar een startpunt, bij voorkeur voor een betere buurt.
DOCUMENT
De energietransitie heeft invloed op iedereen, waarbij we anders zullen gaan wonen, werken en produceren. Het is een collectieve en transformatieve opgave waar veel verschillende stakeholders bij betrokken zijn. Om de energietransitie te laten slagen, is draagvlak nodig. Om deze reden kiezen steeds meer gemeenten voor een wijkgerichte aanpak. Een wijkgerichte aanpak komt tegemoet aan de wens van lokale bewoners om (ruimtelijk) beleid mede vorm te geven. Wanneer dit lukt, neemt het vertrouwen in de overheid toe.
LINK
Een gezamenlijke publicatie van het Lectoraat Crossmedia en het Lectoraat Overheidscommunicatie, beiden onderdeel van het Kenniscentrum Communicatie & Journalistiek van de Hogeschool Utrecht.
DOCUMENT
Bijna de helft van de Nederlandse volwassenen voelt zich eenzaam. Tussen 2012 en 2022 is het percentage dat zich matig of sterk eenzaam voelt toegenomen van 39% naar 49%. Het percentage volwassenen dat zich sterk eenzaam voelt, nam toe van 8 naar 14% (VZinfo, 2023). De inrichting van de openbare ruimte kan bijdragen aan het verlichten van gevoelens van eenzaamheid. Het doel van dit onderzoek is om te achterhalen welke kenmerken van de openbare ruimte het sterkst samenhangen met gevoelens van eenzaamheid onder jongvolwassenen.
LINK
Al geruime tijd wordt geprobeerd om gezondheid te verbeteren via de inrichting van de leefomgeving. De leefomgeving heeft op verschillende manieren invloed op gezondheid. Denk hierbij aan omgevingsfactoren als luchtvervuiling, het stedelijk hitte-eiland effect, wandel- en fietsinfrastructuur, ontmoetingsplekken, groenstructuren en het voedselaanbod. De rijksoverheid stimuleert lokale overheden, woningcorporaties, gezondheidsinstellingen en private partijen om invulling te geven aan gezonde en leefbare buurten. Ondanks de toegenomen aandacht voor de ruimtelijke aspecten van gezondheid, bestaat er nog veel onduidelijkheid over de vraag welke inrichtingsmaatregelen het meest effectief zijn voor het verbeteren van gezondheidsuitkomsten. Wat is er bekend over de samenhang tussen de leefomgeving en gezondheid? Op welke wijze kan ruimtelijke ordening bijdragen aan een gezonde leefomgeving? En hoe is aandacht voor ruimtelijke gezondheidsverschillen momenteel verankerd in beleid en praktijk? Deze themareeks zoekt antwoorden op deze vragen vanuit onderzoek en praktijk. Dit artikel begint met een beschrijving van de relatie tussen ruimtelijke ordening en gezondheid in Nederland en introduceert daaropvolgend de themareeks.
LINK
Afgelopen zomer lanceerden wij een nieuwe themareeks over de gezonde leefomgeving op Rooilijn platform. Gezondheidsvraagstukken krijgen veel aandacht in het nieuws, beleid en wetenschap. Het meest recente voorbeeld is de publicatie van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM, 2024), waaruit blijkt dat het aantal mensen met overgewicht in Nederland zal oplopen tot ruim 64 procent in 2050. Ter vergelijking: in 2022 was dat percentage nog 50. Dergelijke gezondheidsproblemen in de samenleving zijn complex en worden door een veelvoud van factoren beïnvloed, zoals genetische aanleg, leefstijl en leefomgeving. In deze themareeks stond de relatie tussen gezondheid en de leefomgeving centraal.
LINK
Den Haag heeft duinen en paleizen, heeft een hofvijver en een tribunaal. Maar naast dit alles is er meer. Er staat zo'n kwart miljoen woningen, er zijn winkels en er zijn bedrijventerreinen. Over het grootste bedrijventerrein van Den Haag, de Binckhorst, gaat dit rapport. Het is een centraal gelegen gebied in Den Haag, zo'n 130 hectare groot. Het gebied mag zich de laatste jaren verheugen in veel aandacht van stedelijke beleidsmakers. De Binckhorst is een grote toekomst toegedicht met een groot aantal nieuwe woningen, een park, kantoren, winkels, verbetering van de verkeersverbindingen en nog veel meer. Ook is er reden om bij vernieuwing van het gebied te zoeken naar verbetering van duurzaamheid (waaronder CO2-uitstoot en energievoorziening). Met een groot accent op binnenstedelijke woningbouw kan ook de druk op verdere stadsuitleg worden verzacht. In het lectoraat Grootstedelijke Ontwikkeling van De Haagse Hogeschool willen we meer weten hoe in Den Haag de maatschappelijke vraagstukken leven en aangepakt worden. Eerder (2000) was het lectoraat betrokken bij de vraag hoe de Binckhorst zich zou kunnen ontwikkelen tot een duurzaam bedrijventerrein. In de publicatie 'Zeker in de stad'(2008) keken we naar de vernieuwing van Den Haag Zuidwest. In de aanpak van Haagse krachtwijken (zoals de Schilderswijk en Transvaal) speelt de vraag wat de lokale overheid in het samenspel met andere partijen vermag om vraagstukken in de wijk op te lossen. In dit rapport wordt de maakbaarheid van de stad nader onderzocht aan de hand van de Binckhorst. Louis Kanneworff, lid van de kenniskring van het lectoraat, gaat in op de planontwikkeling van de Binckhorst. In tweede instantie levert hij in dit rapport ideeën en suggesties hoe de Binckhorst, 'het best bewaarde geheim van Den Haag', een duurzame stadswijk kan worden. Met dit rapport wil het lectoraat bijdragen aan het debat over de ontwikkeling van de stad in het algemeen en van Den Haag in het bijzonder. Reacties zijn welkom.
DOCUMENT