Over het Energieakkoord. In het energieakkoord voor duurzame groei is afgesproken dat in 2020 14 procent van de opwek hernieuwbaar moet zijn en in 2023 16 procent. De doelstelling is een uitdagende opgave waarbij de eerste vraag is: "Hoeveel hernieuwbare energie wordt er op dit moment opgewekt in Nederland?" Deze website geeft antwoord op de vraag voor de actueel opgewekte windenergie, zonne-energie en biogas.
LINK
Bij elke levenscyclusanalyse komt het voer naar voren als de meestmilieubelastende component van de aquacultuursector. Een van de oorzaken daarvan is het gebruik van eiwitbronnen. Plantaardige ingrediënten vragen land, water en energie, en de vangst van vis voor vismeel en visolie is energieintensief en draagt bij aan de verstoring van de biodiversiteit in zee. In een NWO-KIEM project vanuit het lectoraat INVIS inventariseerden onderzoekers, samen met studenten van de HAS Hogeschool, de kansen en uitdagingen van het gebruik van meel van insecten die groeien op afval. De kennis die is opgedaan tijdens het eenjarige project is gedeeld met geïnteresseerden tijdens een webinar.
DOCUMENT
De eiwittransitie is de transitie van het gebruik van dierlijke eiwitten naar plantaardige eiwitten. Naast de groei van de wereldbevolking en de welvaart, zijn duurzaamheid en dierenwelzijn belangrijke drijfveren achter deze transitie. De bovengenoemde definitie van eiwittransitie geeft gelijk de grenzen van mijn lectoraat aan. Het gaat over de eiwittransitie van dierlijk naar plantaardig. Dit sluit het gebruik van insecten als alternatieve eiwitbron uit van het onderzoek binnen het lectoraat. Insecten zijn dieren, wel is waar met een gunstige voederconversie, maar als dierlijk eiwit draagt de consumptie van insecten niet bij aan de eiwittransitie. De tweede afbakening ligt in de toevoeging ‘in voeding’. Hiermee wordt de focus van mijn lectoraat aangegeven. Binnen mijn lectoraat richten wij ons op de toepassing van plantaardige eiwitten in humane voeding en niet op de toepassing van alternatieve of plantaardige eiwitten in diervoeder. Tot slot, richten wij ons op de eiwittransitie in de volle breedte van de voeding, dus op de vervanging van alle dierlijke eiwitten, zoals die uit melk, ei en vlees.
DOCUMENT
Trends in eiwittransitie kunnen regionaal verschillen. In groeiende economieën verschuiven diëten wereldwijd van plantaardige naar dierlijke eiwitten. In veel economisch ontwikkelde regio's gebeurt echter het tegenovergestelde vanwege de zorg voor milieu en gezondheid. Wij onderzochten de relatie tussen vijf drijvende krachten en eiwittransitietrends zoals deze worden ervaren door jongvolwassenen in ontwikkelde regio's in China (Shanghai) en Nederland (Amsterdam, lees: de Randstad). De onderzochte drijvende krachten waren: milieubewustzijn; het beleid; cultuur; geld; en gezondheid. De gegevens zijn verkregen door 200 vragenlijsten te laten beantwoorden in beide regio's. De resultaten geven aan dat jongvolwassenen in Shanghai meer dierlijke eiwitten consumeren dan plantaardige eiwitten, maar dat er een verandering naar plantaardige eiwitten is ingezet, terwijl de trend van jongvolwassenen in Amsterdam om plantaardig eiwit te consumeren al verder ontwikkeld is. De rangschikking van de drijvende krachten in Shanghai was Geld> Milieubewustzijn> Gezondheid> Cultuur> Beleid, en in Amsterdam Gezondheid> Milieubewustzijn> Geld> Beleid> Cultuur. Eiwitkeuzes in de voeding van jongvolwassenen worden dus in Shanghai door andere drijvende krachten bepaald dan in Amsterdam
MULTIFILE
Er is toenemende aandacht voor bodemvruchtbaarheid door het gebruik van organisch materiaal, waaronder plantaardige reststromen zoals bermgras. Bokashi, een bodemverbeteraar gemaakt van deze reststromen, wordt gezien als een duurzame oplossing voor lokale kringlooplandbouw. Hoewel bokashi potentieel biedt, zijn de toepassingsmogelijkheden beperkt door wet en regelgeving. Er is ook zorg over mogelijke vervuiling (i.e. plastic, onkruiden, zware metalen) in bokashi, wat kwaliteitscontroles vereist. Samen met Mulder Agro, Wetterskip, NFW, deelnemende agrariers en Van Hall Larenstein hebben we sinds 2018 veldproeven lopen. Daarnaast hebben we gezamenlijk een blauwdruk opgezet waarin we onder andere de toepassingsmogelijkheden, wet en regelgeving en laatste kennis van de literatuur uiteenzetten.
DOCUMENT
Vlees eten is geworteld in onze eetcultuur. Het minderen van vlees vraagt tijd. Ondanks campagnes die plantaardige diëten promoten eet volgens CBS nog zo’n 95% Nederlanders vlees, en de meeste daarvan doen dat meerdere keren per week als een stukje vlees bij de maaltijd. Om op kortere termijn een verschil te maken, zal het stimuleren van consumentenkeuzes voor duurzaam geproduceerd vlees in belangrijke mate bijdragen aan ‘minder en beter’. Dit vraagt om specifieke tactieken, wetende dat consumenten in hun gedrag niet altijd doen dan wat hun intentie is met betrekking tot duurzaamheid: de wil is er, maar vertaalt zich onvoldoende in koopgedrag. Om dit te overkomen zijn marketinginterventies nodig die de capaciteit, gelegenheid en motivatie van consumenten verhogen/versterken. Deze rapportage bevat de resultaten – op hoofdlijnen – van een kwantitatieve segmentatiestudie onder Nederlandse vleeskopende consumenten
DOCUMENT
Rationale: The goal of the PROVE (Protein enriched vegan products to fight malnutrition) project is to innovate the assortment of plant-based energy and protein enriched products for dietary treatment of (risk of) malnutrition. We aimed to explore preferences of dietitians for plant-based products in the treatment of malnutrition.Methods: In this design-based research project, the Double Diamond model was applied. Contextual interviews were performed with 9 dietitians experienced in treating clients using a vegan diet (1 omnivore, 3 flexi-vegetarian, 1 vegetarian, 1 pescetarian, 3 flexi-vegan). Interviews focused on preferences regarding product type, size, nutrients, taste, packaging, price. Affinity mapping was used to code and analyze the transcripted interviews. The results were summarized into concept products.Results: Four product concepts were developed that represent preferences of dietitians for a plant-based energy and protein enriched product for clients with (risk of) malnutrition. Overall, pea or soy were preferred as a protein source and addition of vitamins and minerals was not preferred.Conclusion: Preferences of dietitians for plant-based protein and energy rich products for patients with risk of malnutrition largely vary. Within PROVE, we will enrich these results with patient perspectives, as basis to develop and deliver plant-based energy and protein enriched products for treatment of (risk of) malnutrition.
DOCUMENT
Een stripboek helemaal gewijd aan de veldboon! Waarom? In het project Bean me up! is drie jaar onderzoek gedaan naar de vraag: kan de Nederlandse veldboon als eiwitbron de soja uit verre landen vervangen? Is de Nederlandse veldboon geschikt om te verwerken in voedingsmiddelen? De resultaten zijn veelbelovend! Wist je bijvoorbeeld dat studenten nieuwe producten ontwikkelen van veldbonen? Wat dacht je van borrelbonen en kaasvervangers? Maar er is nog veel meer te vertellen over de veldboon. En dat allemaal verpakt in strips, afgewisseld door enkele infographics en interviews. Zie de veldboon schitteren als held die de aarde redt, vind de veldboon die groen ziet bij de dokter, geniet van de veldboon die op zoek gaat naar zijn ideale vrouw voor zijn nageslacht. Ervaar zelf waarom de oer-Hollandse veldboon dit stripboek verdient!
MULTIFILE
In dit rapport worden de resultaten besproken van twee studies die voedseleducatie-interventies op middelbare scholen in Flevoland evalueren. Beide studies hebben gebruik gemaakt van focusgroepen met scholieren. In de eerste studie worden vijf interventies rondom voedsel en gezondheid geëvalueerd, in de tweede studie is onderzocht hoe de leerlingen aankijken tegen de eiwittransitie en of een interventie rondom de veldboon die houding beïnvloedt.
DOCUMENT
Hoe maak je een optimaal voedingsproduct dat betaalbaar en duurzaam is en van hoge kwaliteit? Die vraag staat centraal in het werk van dr. Peter de Jong, principal scientist food processing bij NIZO Food Research. Met zijn kennis en ervaring van modelleren berekent De Jong onder andere ecologische voetafdrukken van voedingsmiddelen. Dat geeft verrassende inzichten.
DOCUMENT