Dit rapport gaat over hoe formele en informele politieke participatie van adolescenten en jongvolwassenen (16-27 jaar) in Amsterdam Noord, Nieuw-West en Zuidoost zich verhouden tot participatieve ongelijkheid in de stad. We stellen ons in dit rapport de vraag welke rol lokale (zelf)organisaties, bewonersinitiatieven en jongerenplatforms kunnen spelen in het bestrijden van participatieve ongelijkheid. Om de vraag te kunnen beantwoorden in hoeverre praktijken van politieke participatie ook daadwerkelijk leiden tot meer invloed van jongeren op politieke besluitvorming maken we gebruik van het concept ‘linking sociaal kapitaal’. We hebben ons specifiek gericht op groepen jongeren tussen de zestien en zevenentwintig jaar voor wie de opkomstcijfers laag zijn. Welke ervaringen hebben zij met participatie en hoe verhouden hun ervaringen zich tot de ervaringen en verwachtingen van politici, bestuurders en beleidsmakers? Wie speelt een rol in het verbinden van jongeren aan overheidsinstellingen en hoe gaan deze sleutelfiguren te werk? Hoe verlopen ontmoetingen tussen jongeren en representanten van de overheid, en in hoeverre lukt het initiatieven die (in)formele participatie van jongeren willen versterken om hun invloed te vergroten? Dit onderzoek is tot stand gekomen met behulp van financiering door Het Kenniscentrum Ongelijkheid. Onderzoekers: Sietske Zweegman, Femke Kaulingfreks, Floris Vermeulen, Sharifah Redan, Zulia Rosalina, Elena Ponzoni, met medewerking van Charissa Leiwakabessy, Reyhan Bencan en Malisa Agyeiwaa
DOCUMENT
"Snapt u wat u ziet? Of zijn we gevangen in een nieuwe ideologie? " Lector Frans van der Reep daagde de toehoorders bij de Pieter Teyler van der Hulstlezing bij Inholland Haarlem uit tot kritische reflectie op innovatie en het recht op offline leven. "Pas vanuit een begrip wat er gebeurt als gevolg van nieuwe tech, en dat wij de crowd zijn, kunnen we positie kiezen en onszelf echt organiseren."
MULTIFILE
Jonas Staal: In de kern beschouw ik het kunstenaarschap in termen van ‘visuele geletterdheid’: het is een engagement met als kern het vraagstuk van representatie. Hoe wij de wereld vertegenwoordigen, verbeelden, is een inherent politieke daad, want het is door die verbeelding dat wij ons capabel zien en de moed vinden om tot nieuwe vormen van handelen te komen. Artistieke verbeelding en politieke actie vormen in die zin elkaars voorwaarden. Aangepaste versie van het artikel ‘Een wereld maken’ dat verscheen in Metropolis M, nr.1 (2015).
MULTIFILE
Dit paper onderzoekt de oorsprong van Geert Wilders' media-appeal. Geen Nederlandse politicus heeft in de voorbije vijf jaar zoveel journalistieke aandacht gegenereerd als de leider van de Partij voor de Vrijheid (PVV). Althans, dat is een wijdverbreid idee onder politici, academici en journalisten zelf. Hier staat de vraag centraal wat Wilders aantrekkelijk maakt als onderwerp en bron van nieuws voor Nederlandse journalisten. Daartoe wordt eerst een overzicht gegeven van theorieën die verklaren hoe (rechts-) populistische politici media-aandacht verkrijgen. In het algemeen geldt daarbij dat zij - om succesvol te zijn - evenwicht trachten te vinden tussen een outsiderpositie die hen nieuwswaardig maakt, en een establishment-positie die hen geloofwaardigheid verschaft bij zowel publiek, medepolitici als media. In een secundaire analyse worden vervolgens 62 studies onderzocht die in de voorbije jaren zijn gedaan naar Wilders en naar zijn verhouding met de media. Hieruit blijkt dat Wilders in sterke mate voldoet aan het profiel van de rechts-populistische politicus uit de literatuur, maar dat hij tegelijkertijd een autoriteit, effectiviteit en legitimiteit bezit die hem mainstream maken. Beide - ogenschijnlijk tegenstrijdige - beelden van de PVV-leider verklaren zijn aantrekkingskracht voor journalisten: dat van outsider én dat van insider. Hij komt daarmee vergaand tegemoet aan medialogica en wat deze van politici vraagt. Bovendien verschaffen de felle reacties van tegenstanders hem extra publiciteit: reacties die hij vaak zelf oproept door zijn emotionele, provocatieve en confronterende boodschap.
DOCUMENT
Since independence in 1961, Tanzania’s political ideology (known as Ujamaa-familyhood) has gone hand in hand with the country’s education philosophy. The most important feature of this combination is that people should be educated to fit in Tanzania’s environment and culture. Education should emancipate man from mental slavery inherited from colonialism and help this very person to be master and conqueror of own environment. This is education for self-reliance introduced in 1967 during the Arusha declaration. It sounds ideal: But, where are we standing now? Has Tanzania’s education succeeded in its mission to transform Tanzanians into both African socialists as well as being able to develop from own resources?
DOCUMENT
John Lewis Gaddis doceert militaire- en politieke strategie aan de Yale University en wordt gezien als de meest vooraanstaande historicus over de Koude Oorlog. In zijn recente studie over Herodotus, Sun Tzu, Von Clausewitz en andere grote strategen probeert de Amerikaan uiteen te zetten waarom bepaalde leiders succesvol waren en andere niet. Wat vergt een geslaagde Grand Strategy? https://spectator.clingendael.org/nl/publicatie/wie-zijn-de-beste-strategen LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/martijn-lak-71793013/
MULTIFILE
Voor iedereen die meer wil weten over de rol van taal en tekst in de vorm- en betekenisgeving van onze maatschappij is dit boek een aanrader. Het geeft een inleiding op de kritische discoursanalyse (KDA), een discipline die in de jaren negentig is ontwikkeld en taalkunde en sociologie met elkaar combineert. Kritische discoursanalyse richt zich op de analyse van de relatie tussen taal en de instandhouding van machtsrelaties binnen de maatschappij, binnen organisaties en binnen familieverbanden. U komt in dit boek verschillende filosofen tegen, zoals Foucault, Bourdieu, Habermas en Gramsci. U raakt vertrouwd met centrale begrippen uit de kritische discoursanalyse zoals narratieven, frames, articulatie, intertextualiteit en interdiscursiviteit. Door de vele voorbeelden uit de praktijk en de actualiteit raakt u snel met deze begrippen vertrouwd en zult u ze ook zelf gaan herkennen. U zult zien dat taal niet alleen een instrument is om te communiceren over deze wereld, maar ook een middel om de werkelijkheid vorm te geven. Door taalgebruik legt u een verband tussen uzelf en anderen; u construeert uw beeld van de werkelijkheid en presenteert dit beeld aan uw gesprekspartners. Kritische discoursanalyse richt zich zowel tot het brede publiek als tot (praktijk)onderzoekers en is van belang voor iedereen die zich interesseert voor het verband tussen taal en maatschappelijke en politieke processen. "Met dit eerste boek in het Nederlands over Kritische Discours Analyse (KDA) verschaffen de auteurs een waardevolle bijdrage aan theorie en praktijk van de analyse van de fundamentele rol van tekst en taalgebruik in de vorming en bestendiging van machtsmisbruik in de samenleving." (Teun van Dijk) "This book is a thorough introduction to Critical Discourse Analysis (CDA) and an illustration of its practical application ( ) It is a substantive contribution to the CDA literature ( )" (Norman Fairclough) "This book is an excellent updated and very well written overview and introduction to relevant approaches to Critical Discourse Studies. ( ) The authors have succeeded in writing a book which will become a necessary companion for graduate students and scholars throughout their research." (Ruth Wodak)
DOCUMENT
Technologie staat niet centraal in het werk van agogen. Maar technologie biedt ons wel een kader om structurele vraagstukken inzake sociale kwaliteit van de samenleving en de professionele situering door hulpverleners aan de orde te stellen. Het brandpunt moet verschuiven naar het sociale kwaliteit van alle burgers - ook als het gaat om deelname aan ICT en internettechnologie. We zullen er bovendien naar moeten streven die burgers te engageren als co-producenten. Dat betekent een aanzienlijke vergroting van de bandbreedte waarin de sociale sector werkt en heeft dus budgettaire consequenties. Extra investeringen in de sociale infrastructuur van Nederland zouden dan ook het logische gevolg moeten zijn van de politieke keuzes. In de geest van de informatiesamenleving kan voor die bredere opvatting van sociaal agogisch handelen gebruik gemaakt worden van de term breedband-hulpverlening.
DOCUMENT
'Europa, wie wil daar nu over weten? Dat is toch een saai verhaal!' - een uitspraak van een deelnemer aan het Europa-debat op 5 oktober 2005 in de Haagsche Kluis, die meteen een reactie bij me oproept. Wat is er aan de hand met Nederland, vraag ik me af. Eerst een 'nee' tegen de Europese Grondwet, dan een afwijzen van een breed nationaal debat over Europa 'omdat dit toch niemand interesseert'. Vervolgens allerlei opmerkingen op straat, op de werkvloer, op televisie, artikelen in kranten en tijdschriften - ze getuigen telkens opnieuw van een Europa in crisis, 'ontzield', niets dan een geldzuiger en een product van enkele politici en anderen die er profijt van hebben.
DOCUMENT
Sociaal werk is een kunde, vergelijkbaar met gezondheidskunde en onderwijskunde. Dat wil zeggen een interdisciplinaire integratie van kennisontwikkeling en praktijkverbetering vanuit een eigenstandige focus. Belangrijke toeleverende disciplines voor sociaal werk zijn met name economie, ethiek, gezondheidskunde, kennistheorie, pedagogiek, psychologie, recht en sociologie. Als onderdeel van een landelijk project gericht op het vaststellen van de gemeenschappelijke theoretische kennisbasis voor sociaal-werkopleidingen interviewden wij, de auteurs van dit artikel, academische specialisten over toeleverende disciplines. De geïnterviewden benoemen niet alleen een onderscheidende disciplinaire blik die relevant is voor sociaal werk, maar onderscheiden binnen zo’n blik ook meerdere paradigmatische perspectieven. Daarbij valt op dat wel vaker één perspectief binnen de disciplinaire blik een bijzondere positie inneemt. Redenen daarvoor zijn dat zo’n perspectief een meer omvattend karakter bezit (maatschappelijk, historisch, internationaal, intercultureel), de grenzen van het vakgebied overschrijdt (interdisciplinair) en/of een expliciete (ethische, politieke) stellingname insluit (engagement).
DOCUMENT