Ergens halverwege de winkelpassage zijn een man en een vrouw in gesprek. De vrouw draagt een rode winterjas en heeft een vouwfiets aan de hand. De man is gehuld in ruimzittend donker pak met op de revers een zilverkleurig insigne. De vloer strekt zich onder hun voeten uit als een vers geboende ijsbaan. Na een korte woordenwisseling werpt de vrouw vertwijfeld haar handen in de lucht en begint sputterend haar fiets op te vouwen. Nadat de vouwfiets volledig is ingeklapt geeft de beveiliger, die al die tijd bewegingloos heeft staan toekijken, een instemmend knikje en kan de vrouw haar weg richting het station vervolgen.
Het hoger beroepsonderwijs heeft het opleiden van studenten tot professionals die in staat zijn om kritisch te denken en zo kunnen bijdragen aan vernieuwing van de beroepspraktijk hoog in het vaandel staan. Wat ‘kritisch denken’ inhoudt, blijft echter vaag. In dit artikel wordt het kritische, ontregelende en bevrijdende denken van Friedrich Nietzsche, zoals verwoord in De vrolijke wetenschap (1999/1887), als uitgangspunt genomen om te onderzoeken hoe ‘kritisch denken’ een bij het hoger beroepsonderwijs passende inhoud kan worden gegeven. Wat zou het voor hedendaagse hbo-studenten en -docenten betekenen als studenten tot deze radicale vorm van kritisch denken worden opgeleid? De voor- en nadelen van het radicale, nietzscheaanse kritische denken worden afgewogen om zo tot een opvatting van kritisch denken te komen dat zowel recht doet aan de vrije, experimenterende en creërende geest van Nietzsche als aan de educatieve doeleinden van het hedendaagse hoger beroepsonderwijs.
MULTIFILE