This textbook is intended for a basic course in problem solving and program design needed by scientists and engineers using the TI-92. The TI-92 is an extremely powerful problem solving tool that can help you manage complicated problems quickly. We assume no prior knowledge of computers or programming, and for most of its material, high school algebra is sufficient mathematica background. It is advised that you have basic skills in using the TI-92. After the course you will become familiar with many of the programming commands and functions of the TI-92. The connection between good problem solving skills and an effective program design method, is used and applied consistently to most examples and problems in the text. We also introduce many of the programming commands and functions of the TI-92 needed to solve these problems. Each chapter ends with a number of practica problems that require analysis of programs as well as short programming exercises.
DOCUMENT
Een aantal studieonderdelen van de Fontys-opleiding Technische Informatica, met name op het gebied van de Industriële Automatisering worden nader toegelicht. In het begin van de opleiding zijn er oriënterende eenheden, zoals de module Productiesystemen (PRS) en het project Industriële Automatisering (ProIA). Bij PRS wordt het onderwijs uitgevoerd in de vorm van theorie- en practicumopdrachten, respectievelijk individueel en in groepen. Bij ProIA wordt een praktijkproject nagebootst. In het vierde jaar zijn er voor studenten die de afstudeervariant Industriële Automatisering hebben gekozen specialisatiemodulen en een project op dit gebied. Er wordt vooral aandacht besteed aan de onderwijsvormen, die in het eerste deel van de opleiding worden toegepast. In de loop der jaren is een lesmodule op gebied van Industriële Automatisering "uitgeëvolueerd" tot zijn huidige vorm. Sinds IA een afstudeervariant is geworden binnen de opleiding Technische Informatica zijn daar nog een aantal onderwijsvormen bij gekomen met name in de vorm van practica en projecten op dit gebied.
DOCUMENT
Studentassistenten verrichten verschillende soorten onder-wijstaken in het hoger onderwijs. Deze systematische literatuurstudiebracht het onderzoek in kaart naar hoe studentassistenten worden voor-bereid op hun inzet in het onderwijs, welke soorten onderwijs ze ver-zorgen en wat dit oplevert voor de studentassistenten en hun studenten.De studentassistenten werden vooral bij praktisch vaardigheidsonder-wijs en laboratoriumonderwijs in medische en scheikundige opleidingeningezet, en in mindere mate ook bij casusonderwijs en studievaardig-heden. Qua voorbereiding hadden ze het meeste baat bij een trainingwaar het verwachte gedrag voorgedaan wordt, waar ze kunnen oefenenen hier feedback op krijgen. Wanneer onderwijs door studentassisten-ten als aanvulling op het bestaande onderwijs wordt georganiseerd leidthet tot hogere studenttevredenheid en betere prestaties bij de studen-ten die dit aangeboden krijgen t.o.v. wie dit niet krijgt aangeboden. Deprestaties en tevredenheid van studenten die practica van studentas-sistenten versus docenten zijn vergelijkbaar. Bij de organisatie van stu-dentassistenten in het onderwijs kan geleerd worden van de twee stro-mingen die nu prevaleren: Supplementele Instructie (si-pass ) enPeerAssistedLearning(pal ). Centrale coördinatie van het opleiden van bege-leiders en studentassistenten, duidelijke complementaire functieprofie-len, inzet bij praktische vakken, en inbedding binnen de opleidingen opbasis van passende leeruitkomsten kunnen bijdragen aan duurzame bor-ging.Students perform various types of educational tasks in higher education as teaching assistants. This systematic literature review mapped out the research on how teaching assistants are prepared for their tasks,what types of instruction they provide, and what this yields for both teaching assistants and students. The teaching assistants were primarily deployed in practical skills education and laboratory education in medical and chemistry programs, and to a lesser extent also in case-based education and metacognitive education. In terms of preparation, they benefited most from training that demonstrates expected behaviour, provides opportunities for practice, and offers feedback. The deployment of teaching assistants in education, as a supplement to regular instruction, resulted in higher student satisfaction and better performance. Regarding practical sessions, students taught by teaching assistants did not perform differently or express less satisfaction than those taught by teachers. In organizing student assistants in education, lessons can be learned from the two prevailing approaches: SI-PASS and PAL. Both central coordination with clear complementary job profiles for student assistants or integration within programs based on appropriate learning outcomes can contribute to sustainable implementation.
DOCUMENT
Boekbespreking literatuur over studeren
DOCUMENT
In Juli 2005 zijn de eerste studenten van de Hogere Beroepsopleiding Orthopedische Technologie afgestudeerd als Orthopedisch Technoloog.
DOCUMENT
In 2004 is aan de Fontys Hogescholen de nieuwe opleiding Applied Science gestart en in juli 2008 hebben we de eerste afgestudeerden kunnen feliciteren. Applied Science is een competentiegestuurde, breed natuurwetenschappelijke opleiding die zich richt op het microbiologische, chemische en chemisch technologische werkveld. Na een brede instroom kan een student door de vele keuzemogelijkheden zich specialiseren in een van de zeven beroepsdomeinen. Een belangrijk ontwerpprincipe is de verwevenheid van het werkveld in de opleiding. De eerste afgestudeerden hebben zeer succesvol de opleiding afgerond. In het vervolg van dit tijdschrift worden samenvattingen van een aantal afstudeeropdrachten gepresenteerd.
DOCUMENT
Lunchseminar Onderwijsraad, 4 juni 2019. Op dinsdag 4 juni heeft Erica Bouw (promovendus lectoraat Beroepsonderwijs) op uitnodiging van de Onderwijsraad een lunchseminar gehouden over haar promotieonderzoek. De introductie is gegeven door Ilya Zitter (Lectoraat Beroepsonderwijs) in de rol van copromotor. Onderwerp van dit seminar was: Hoe verbind je onderwijs en beroepspraktijk goed met elkaar? Eén van de manieren om beroepsonderwijs en de beroepspraktijk goed met elkaar te verbinden is door leeromgevingen te ontwerpen op de grens van school en werk. Op die grens zijn veel verschillende leeromgevingen te vinden zoals werkpleksimulaties, regionale leeromgevingen en hybride leeromgevingen, waarin werken en leren stevig met elkaar worden verbonden. Inmiddels is steeds meer bekend over het ontwerpen van leeromgevingen op de schoolwerkgrens.
DOCUMENT
Fontys, met name de lerarenopleidingen in Tilburg en Eindhoven, voert sinds 1999 een duale opleiding uit ten behoeve van onderwijspersoneel voor het Bve. Bij de ontwikkeling van deze opleiding zijn tien Regionale Opleidingscentra (ROC s) betrokken uit Brabant en Limburg. De opleiding in het Bve-traject verloopt op een duale manier, waarbij werken en leren geontegreerd plaatsvinden. De student heeft een betaalde werkplek op het ROC. Fontys is verantwoordelijkheid voor de opleiding. Het verwerven van competenties vindt voor een belangrijk deel plaats via producerend leren. Bij producerend leren werkt de student aan een product dat bruikbaar is in de eigen ROC-werksituatie. De opzet van de duale opleiding Bve is relatief nieuw binnen de lerarenopleiding. Om die reden, maar zeker ook vanuit de noodzaak van permanente kwaliteitszorg, is het van belang de leerwinst en de leerzaamheid bij de duale trajecten te onderzoeken. In dit rapport worden de bevindingen uit diverse evaluaties gebundeld.
DOCUMENT
Internationalization and global citizenship are increasingly becoming the emerging focus of higher education worldwide as universities seek to incorporate global learning in their policies, curricula and strategies. Global engagement, international collaborations, strategic alliances and operations are all on the increase with the aim of delivering future-proof graduates with a global mindset and inter-cultural competences. Additionally, it can be noted that hybridity in education is acutely present through the digitalisation of delivery modes as well as the introduction of new mobility formats, such as faculty-led study abroad programmes and transnational education at branch campuses. So not only do we see more activity, but also more delivery modes of international education. While both digital delivery and new mobility structures transcend traditional boundaries of space and locality, it is precisely this point that can pose serious challenges to the success of international education. Both involve a “relocation” of education; however, when the physical locality, where the students and lecturers are rooted in certain value and beliefs systems, is not considered, the risk is that the educational experience remains one-sided despite the multidimensional context of which it should be a part. Locality is the key to successful and meaningful internationalisation. After presenting the case that locality is of paramount importance, this chapter will outline the conceptual model of intercultureality, which allows education programs to foster and nurture intercultural competence development of students in their own unique landscape from the ground up. Using the metaphor of a landscape, intercultureality provides tools to create an intercultural reality by utilising the unique hybrid of the physical locality, the disciplinary context, the dynamics of the (virtual) classroom as well as the infrastructures in place. The underlying idea is that programmes and institutions can grow any kind of landscape that works for their context, building on the soil of their own previously defined intercultural competence goals. This soil will be enriched by means of five features: the formal curriculum, the pedagogy, the student experience, the informal curriculum, and the organisational and strategic frameworks. The model is further elaborated upon and illustrated with examples of practices of The Hague University of Applied Sciences (THUAS), where the authors work.
DOCUMENT
De insteek van het CoE S2M is om vanuit vraaggestuurd onderzoek van bedrijven samen met professionals en studenten een voedingsbodem voor een passend onderwijsaanbod (bijvoorbeeld trainingen, (bij)scholingstrajecten, hybride leerkrachten en flexibele leerroutes) te creëren. Dit literatuuronderzoek naar alternatieve leeromgevingen en werkvormen heeft de volgende doelstellingen: • het identificeren van best practices op het gebied van inspirerende en activerende werkvormen passend bij de doelstelling van het CoE S2M en bij het NHL Stenden DBE onderwijsmodel; • het identificeren van best practices van inspirerende en activerende leeromgevingen passend bij de doelstelling van het CoE S2M en bij het NHL Stenden DBE onderwijsmodel; • de toepasbaarheid van deze werkvormen en leeromgevingen bij de doelstelling van het CoE S2M en het DBE onderwijsmodel.
DOCUMENT