De uitvoering van regionaal economisch beleid draait voor een belangrijk deel om het bewaren van een werkbare balans tussen competitie en samenwerking. Hoewel schijnbaar in tegenspraak vormen deze begrippen in feite twee kanten van dezelfde medaille. Ondernemers in de binnenstad zijn onderlinge concurrenten, maar hebben elkaar ook nodig om de vitaliteit van het centrum te waarborgen. Samenwerking is noodzakelijk om gemeenschappelijke doelen te realiseren, zoals het beperken van overbewinkeling, investeringen in aantrekkelijkheid, of de herstructurering van aanloopstraten. Een binnenstad waarin iedere partij alleen zijn eigen belangen najaagt, presteert per saldo slechter dan een centrum waar actoren bereid zijn om van tijd tot tijd over hun schaduw heen te stappen.
Hoe kunnen we voorbij een maatschappelijke verhouding tot handicap die gebaseerd is op verschil en exclusie? ‘Willen we een ander soort engagement met handicap aangaan, dan volstaat bewustwording niet langer’, stelt Andries Hiskes. Hij ontdekt een vruchtbaar alternatief in de filosofie van Spinoza, die de potentie van een lichaam ziet als inherent relationeel van aard.
MULTIFILE
Inleidende vragen: Is inspiratie van belang voor sociaal werk? Kun je dit werk (goed) doen zonder geïnspireerd te zijn? Heeft u als sociaal werker behoefte aan inspiratie? Waarom heeft u gekozen voor het beroep sociaal werk? Hoe bent u in dit werk terecht gekomen? Waarom oefent u dit beroep nog steeds uit? Waarom bent u er niet mee gestopt en iets anders gaan doen? Wat inspireert u? Ervaart u een roeping of intrinsieke motivatie voor uw werk?