Presentatie op netwerkbijeenkomst over HAVO-didactiek, ITS-Academy, Amsterdam. Ontwikkelingen in samenleving en onderwijs, verkenning van de leerprocessen in het hbo, (onderzoek) naar effectieve inzet van technologie in het leerproces, herontwerp onderwijs.
DOCUMENT
Beide bestuurders gaan ervan uit dat Hogescholen vooral toegepast onderzoek doen. Hun accent lijkt daarbij iets anders dan onze accenten bij praktijkgericht onderzoek doen. Beiden zijn overtuigd van het belang van onderzoek voor hogescholen: voor de kwaliteit van de opleidingen, voor de kwaliteit van de docenten en, zeker niet in de laatste plaats, voor de kwaliteit van de (startende) professionals die van de opleidingen af komen.
DOCUMENT
Onderzoeker Philip Marcel Karré bespreekt twee recente rapporten die sociale innovatie in de stadslandbouw belichten. De auteurs beschrijven en analyseren Rotterdamse projecten vanuit twee resp. invalshoeken: als burgerinitiatief in de buitenruimte en als sociale onderneming, en schetsen zo een beeld van de stand van zaken in de praktijk.
LINK
Deze vier artikelen uit verschillende hoeken van de HU illustreren uiteenlopende ervaringen met de koppeling tussen onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk. Uit hun verhalen blijkt dat deze verbindingen steeds meer vorm krijgen en dat de ervaringen met de HU als kennisinstelling vooral positief zin. Uitgegeven op het HU onderwijscongres 2008 als Passie & Precisie deel 02.
DOCUMENT
Vanuit identiteitstheorieën richt dit onderzoek zich op de identiteitsontwikkeling van jongeren en het maken van keuzes, in het bijzonder de studiekeuze.
MULTIFILE
Begin 2020 heeft de gemeente Den Haag aan De Haagse Hogeschool (Lectoraat Urban Ageing) gevraagd om samen met Hulsebosch Advies en AFEdemy een integrale monitor te ontwikkelen en uit te voeren waarbij, door middel van kwalitatieve en kwantitatieve methoden, onderzoek wordt gedaan naar de stand van zaken van Den Haag als seniorvriendelijke stad en tevens te kijken naar huidige trends aangaande ouderen. Tevens vroeg de gemeente om de ontwikkeling van een meetinstrument dat in de toekomst eenvoudig bij herhaling kan worden ingezet voor onderzoek: de standaard Age Friendly Cities and Communities Questionnaire (AFCCQ) voor ouderen1. In een stadsenquête en in zogenaamde stadsateliers zijn ouderen gevraagd naar hun bevindingen. In totaal hebben 393 Haagse ouderen meegedaan aan de enquête en 50 aan de stadsateliers. De aan de ouderen gestelde vragen gingen over de volgende acht onderwerpen die volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gezamenlijk de seniorvriendelijkheid van een stad bepalen: ●Huisvesting; ●Sociale participatie; ●Respect en sociale inclusie; ●Burgerschap en werkgelegenheid; ●Communicatie en informatie; ●Sociale en gezondheidsvoorzieningen; ●Buitenruimte en gebouwen; ●Transport; ● en aanvullend, een negende domein: Financiën. CC-BY NC ND https://www.dehaagsehogeschool.nl/onderzoek/lectoraten/details/urban-ageing#over-het-lectoraat
MULTIFILE
Programma 4e HRM praktijk & onderzoek congres
DOCUMENT
Vanuit het onderzoek werden vragen in de masterclass ingebracht,onder andere werd Wenger gevraagd over hoe je gelijktijdig een optimale leeromgeving en onderzoeksomgeving creeert.What does it mean to be part of the community you study?' Hoe vul je je eigen rol in? Welke in invloed heeft expertise? Wat doe je met de macht die je als expert hebt? Hoe kun je anderen daarin laten delen? De onderzoekssituatie waarbij je niet een buitenstaander bent maar zelf betrokken, is vergelijkbaar met actieonderzoek, merkte Wenger op. Je hebt dan een dubbelrol: als onderzoeker en als deelnemer in de praktijk. Daar is niets mis mee. Sterker nog: het is effectief om de andere praktijkdeelnemers mede te betrekken in het onderzoek. Maak van hen medeonderzoekers. Ook zij hebben immers belang bij het vinden van antwoorden op de onderzoeksvraag: hoe kun je video als leermiddel voor en door (aanstaande)leraren gebruiken ter verbetering van hun onderwijspraktijk? De invloed van expertise en macht kan verschillen voor de verschillende onderzoeks- annex praktijksituaties. Vaak wordt in het onderwijs voorbijgegaan aan of ongemakkelijk omgegaan met kwesties van expertise en macht, aldus Wenger. Leraren moeten niet over het hoofd zien dat zij in een machtsrelatie staan ten opzichte van hun studenten. Dat kan het lastiger maken om studenten te helpen zich te engageren in hun identiteitsontwikkeling als aankomende leraar. Anderzijds wordt ten onrechte een romantisch beeld van 'gelijkheid' gekoesterd waarin het belang van expertise wordt ontkend. Wie zich niet realiseert dat je van een meer ervaren expert iets kan leren, blokkeert eigen leermogelijkheden. Hoe creëer je een community of practice die niet alleen intern leert, maar ook bereid is om te leren van 'state of the art knowledge'? Hier is het belangrijk stil te staan bij het verschil tussen leren in de opleiding en leren in de praktijk. De opleiding is gericht op het verwerven van systematisch geordende, abstracte kennis. Het leren in de praktijk kent die systematiek en abstractie niet, maar biedt wel de plaats van engagement in 'het echte werk'. Video kan een middel zijn dat in de spanning tussen institutioneel en praktijkleren medieert, een instrument om systematischer (maar niet in abstracte termen) van de praktijk te leren. Voor de lerarenopleiding is het belangrijk om reflectief om te gaan met de spanning tussen leren in de opleiding en de schoolpraktijk. Je kunt video onderzoeken als middel ter ondersteuning van de identiteitsontwikkeling van studenten en ook van elkaars identiteitsontwikkeling als leraar. Vergelijking van die twee groepen kan interessant zijn. Natuurlijk zijn er meer aspecten aan de ontwikkeling tot leraar. Maar maak de onderzoeksvraag niet te omvangrijk, adviseert Wenger en focus op de vraag 'How can video be a reflective tool for professional development'.
DOCUMENT
interne publicatie; CD-ROM Professional in Beeld, aanbod aan scholenveld
DOCUMENT
Snelle ontwikkelingen in de maatschappij maken de toekomst onvoorspelbaar. Dit vraagt van individuen, van scholen en opleidingen, maar ook van organisaties en bedrijven dat zij flexibel zijn en zich kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden en behoeften. Er wordt voortdurend een beroep gedaan op het lerend vermogen, niet alleen van individuen, maar ook van scholen/opleidingen en organisaties. In vijf kennissyntheses, geschreven door vijf teams van lectoren en onderzoekers uit verschillende opleidingen, gaan we in op de kennis vanuit onderzoek van Fontys Hogescholen en ander nationaal en internationaal onderzoek. We koppelen deze kennis aan de betekenis ervan voor scholen, opleidingen en organisaties en bedrijven. Daarmee we willen concrete handvatten bieden, zodat docenten/opleiders, werkgevers, maar ook studenten en werknemers zelf onderbouwd kunnen werken aan een leven lang leren en veranderen. We verwijzen naar praktische tools die op basis van praktijkgericht onderzoek met name binnen Fontys zijn ontwikkeld. Tevens duiden we de hiaten die we zien in de beschikbare kennis en geven we suggesties voor vervolgonderzoek.
DOCUMENT