Lectorale rede, uitgesproken bij aanvaarding van het ambt als lector Studiesucces aan Hogeschool Inholland te Haarlem op 23 maart 2017. Ze bevat een synthese van de studiesuccesliteratuur, resultaten van praktijkgerichte onderzoeken naar succesvolle opleidingen, interventies, aanpakken en werkende principes. En tot slot het leggen van verbinding als een oplossingsrichting voor het duurzaam verbeteren van het studiesucces.
DOCUMENT
Dit hoofdstuk beschrijft een driejarig samenwerkingsproject van Fontys Lerarenopleiding Tilburg en het Stedelijk College Eindhoven rond professionaliseringstrajecten voor zittende docenten. In het traject bestudeerden leraren hun eigen lespraktijk met behulp van video opnamen en gerichte praktijkonderzoeken.
DOCUMENT
Onderzoekend vermogen hoort bij professionals in de onderwijssector. Zelf onderzoek doen is daarvan een onderdeel (Van den Berg, 2016). De module Onderzoek van betekenis is een professionaliseringtraject in het kader van het OnderwijsVernieuwingsProgramma (OVP) in de groene sector. Professionals uit groen vmbo, mbo en hbo doen onderzoek naar vraagstukken in hun eigen werkpraktijk. Poster.
DOCUMENT
For delayed and long-term students, the education process is often a lonely journey. The main conclusion of this research is that learning should not be an individual process of the student connected to one lecturer, but rather a community where learning is a collective journey. The social interaction between lecturers, groups of delayed students and other actors is an important engine for arriving at the new knowledge, insights and expertise that are important to reach their final level. This calls for the design of social structures and the collaboration mechanism that enable the bonding of all members in the community. By making use of this added value, new opportunities for the individual are created that can lead to study success. Another important conclusion is that in the design and development of learning communities, sufficient attention must be paid to cultural characteristics. Students who delay are faced with a loss of self-efficacy and feelings of shame and guilt. A learning community for delayed students requires a culture in which students can turn this experience into an experience of self-confidence, hope and optimism. This requires that the education system pays attention to language use, symbols and rituals to realise this turn. The model ‘Building blocks of a learning environment for long-term students’ contains elements that contribute to the study success of delayed and long-term students. It is the challenge for every education programme to use it in an appropriate way within its own educational context. Each department will have to explore for themselves how these elements can be translated into the actions, language, symbols and rituals that are suitable for their own target group.
DOCUMENT
Deze film geeft een impressie van bedrijfskundige innovatie projecten in de SABE buitenwerkplaats met bouw-mkb bedrijven in de aardbevingsbestendige bouw in de regio Groningen. De film is vertoond bij de keynote presentatie op het slotcongres van het RAAK MKB programma Bedrijfskundige Innovatie in de Aardbevingsbestendige Bouw
VIDEO
De melkveehouderij draagt bij aan klimaatverandering via broeikasgassen, verarming biodiversiteit via uitstoot van ammoniak, en slechte waterkwaliteit door nitraat, fosfor en pesticiden. Broeikasgassen worden veroorzaakt door pens fermentatie, mestopslag en -aanwending en door veenoxidatie. De kwaliteit van oppervlaktewater, lucht en bodem staan zwaar onder druk. Daarom is de melkveehouderij genoodzaakt om een systeemtransitie aan te gaan en mee te bewegen richting een toekomstbestendige melkveehouderij, volgens de kaders van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) en het Frysk Programma Landelijk Gebied (FPLG). De huidige bedrijfsvoering past niet bij doelen die gesteld zijn in het NPLG voor de toekomst.Fieldlabs worden ontworpen om kennis- en innovatiebehoeften te vervullen door samenwerkingsverbanden te creëren voor innovaties in een realistische experimentele omgeving, waarbij co-creatie centraal staat. In Friesland ontwerpen wij een fieldlab voor melkveehouderij op veen-, klei- en zandgrond, waarbij nog 15 melkveehouders betrokken zullen worden. Er wordt gezocht naar enthousiastelingen en voorlopers voor dit project. Tijdens dit project gaan wij verder uitzoeken of dit één overkoepelend fieldlab met de drie verschillende grondsoorten (klei, veen en zand) als sub-fieldlabs gaat worden, of drie losse, en of het gebied wordt uitgebreid naar Noord-Nederland (dus inclusief Groningen en Drenthe).Het ontwerpplan omvat inventarisatie, analyse en anticipatie op nichevorming en structurele veranderingen, met ontwerpen voor fieldlabs en functies, inclusief randvoorwaarden zoals financiering en evaluatie. In het kader van PPLG worden innovaties ondersteund via fieldlabs in verschillende transitiepaden, waaronder hightech open systemen, duurzame landbouw en versterking van de relatie tussen landbouw en maatschappij. Het transitiepad 'Natuur en landschap' richt zich op behoud en ontwikkeling van natuurlijke waarden. Door middel van deze transitiepaden en ondersteuning van PPLG wordt innovatie gestimuleerd en draagt men bij aan een toekomstbestendige landbouwsector.
DOCUMENT
Co-teachers verzorgen samen onderwijs aan een groep leerlingen die aan hun zorg zijn toevertrouwd. Uit het promotieonderzoek van Dian Fluijt (docent en projectleider bij het Seminarium voor Orthopedagogiek en onderzoeker bij het Lectoraat Normative Professionalisering) blijkt dat co-teaching een effectieve wijze kan zijn om les te geven aan een hyperdiverse groep en tegelijkertijd tegemoet komt aan de behoefte aan meer handen voor de klas. Uit het onderzoek van Dian blijkt dat een klein netwerk van intensief samenwerkende leraren (co-teaching team) in staat is tot duurzame onderwijsinnovatie, waarvan zowel leerlingen als leraren kunnen profiteren. Het welbevinden van zowel leerlingen als leraren in een co-teaching groep groeit, omdat leerlingen meer aandacht krijgen en leraren hun verantwoordelijkheid kunnen delen. Leerlingen in een co-teaching groep presteren over het algemeen beter. Professionalisering op het gebied van co-teaching, gericht op het verkennen van eigen en gezamenlijke normen, waarden en overtuigingen van co-teachers, het leren om samen goed les te geven en het leren om goed samen te werken, is voorwaarde om co-teaching goed uit te kunnen voeren.
DOCUMENT
Traditionele digitale leeromgevingen in het hoger onderwijs sluiten niet meer goed aan bij de wensen van studenten en docenten. Twee onderzoekers van Sowijs deden in hun eigen onderwijspraktijk onderzoek naar het gebruik van Facebook in de klas. Hoe reageren studenten en docenten op het gebruik van Facebook? En wat is het effect op de betrokkenheid bij de onderwijsmodule?
DOCUMENT
De komst van ervaringsdeskundigen in de beroepspraktijk van de langdurige geestelijke gezondheidszorg is een relatief nieuw fenomeen. Hun komst wordt geduid als onderdeel van een paradigmaverschuiving (Goossens, 2010; Van Erp et al, 2012; Stam, 2012). Het betreft een verschuiving van een meer medisch georiënteerd model naar een model gericht op concepten als herstel, empowerment en zelfregie. Er bestaat over de inzet van ervaringsdeskundigen als onderdeel van het zorgaanbod nog veel onduidelijkheid. In twee onderzoeksprojecten staat de inzet van ervaringsdeskundigen centraal, namelijk in het project Who Knows?! aan de Hogeschool van Amsterdam en het project Vriend GGz aan de Hogeschool Utrecht. Beide projecten lopen nog; het praktijkgerichte gedeelte van Who Knows?! wordt afgerond in 2013, het gelijknamige promotietraject in 2015. Het onderzoeksproject Vriend GGz wordt in de loop van 2013 afgerond. In dit artikel willen we kennis delen over de wijze waarop wij kwalitatief onderzoek doen naar deze nieuwe ontwikkeling.
DOCUMENT
Hoofdstuk in Pedagoog in de spotlights. Opvoedingsidealen vanuit verschillende contexten. Pedagogiekstudenten van Hogeschool Utrecht (HU) doen onderzoek. Wat betekent dat voor de opleidingen en de beroepspraktijk? HU-onderzoekers Jurrius, Van Heijst en Gruiters beschrijven dat in een hoofdstuk van het boek ‘De pedagoog in de spotlights’. Ze beschrijven hun ervaringen met hbo-studenten bij onderzoek aan de hand van voorbeelden die zijn opgedaan met studenten pedagogiek, die deelnamen aan de projecten van het HU-lectoraat Participatie en Maatschappelijke Ontwikkeling. Uit die ervaringen blijkt dat de relatie van de studenten met de opdrachtgever van het praktijkgericht onderzoek beter kan. Soms is de opdrachtgever niet blij met de kwaliteit van de resultaten van het onderzoek. Daarnaast verwacht de student medewerking aan het onderzoek van professionals, maar die werken niet altijd direct mee. Volgens de drie onderzoekers is het van groot belang om goed met elkaar te communiceren over verwachtingen die leven bij onderzoek waaraan hbo-studenten deelnemen. Die studenten dienen in dat proces goed begeleid te worden, zo luidt de aanbeveling. De HU-onderzoekers Jurrius, Van Heijst en Gruiters doen ook andere aanbevelingen. Zowel hbo-docenten als –studenten moeten volgens hen beschikken over een breed palet aan onderzoeksmethoden om een goede aansluiting bij de pedagogische beroepspraktijk te realiseren. Waarom kiezen ze voor een bepaalde methode? Hoe kunnen ze de methode op een valide en betrouwbare manier inzetten?
DOCUMENT