In de afgelopen eeuw ondergingen professionals – ook maatschappelijk werkers – een dramatische rolwisseling, zo beargumenteert Ed de Jonge. Hij vergelijkt deze verschuivingen met de dramadriehoek en de dialectische ontwikkeling en concludeert dat professionals in onze tijd de rol van slachtoffer vervullen.
DOCUMENT
OBJECTIVE: To determine whether student characteristics, lower-extremity kinematics, and strength are risk factors for sustaining lower-extremity injuries in preprofessional contemporary dancers.DESIGN: Prospective cohort study.SETTING: Codarts University of the Arts.PATIENTS: Forty-five first-year students of Bachelor Dance and Bachelor Dance Teacher.ASSESSMENT OF RISK FACTORS: At the beginning of the academic year, the injury history (only lower-extremity) and student characteristics (age, sex, educational program) were assessed using a questionnaire. Besides, lower-extremity kinematics [single-leg squat (SLS)], strength (countermovement jump) and height and weight (body mass index) were measured during a physical performance test.MAIN OUTCOME MEASURES: Substantial lower-extremity injuries during the academic year were defined as any problems leading to moderate or severe reductions in training volume or in performance, or complete inability to participate in dance at least once during follow-up as measured with the Oslo Sports Trauma Research Center (OSTRC) Questionnaire on Health Problems. Injuries were recorded on a monthly basis using a questionnaire. Analyses on leg-level were performed using generalized estimating equations to test the associations between substantial lower-extremity injuries and potential risk factors.RESULTS: The 1-year incidence of lower-extremity injuries was 82.2%. Of these, 51.4% was a substantial lower-extremity injury. Multivariate analyses identified that ankle dorsiflexion during the SLS (OR 1.25; 95% confidence interval, 1.03-1.52) was a risk factor for a substantial lower-extremity injury.CONCLUSIONS: The findings indicate that contemporary dance students are at high risk for lower-extremity injuries. Therefore, the identified risk factor (ankle dorsiflexion) should be considered for prevention purposes.
DOCUMENT
Voor wie is deze handreiking? Met deze handreiking willen we professionals ondersteunen bij het cultuursensitief omgaan met onbegrepen gedrag bij mensen met dementie thuis en hun mantelzorgers. We focussen ons daarbij op mensen met een migratieachtergrond. Wijkverpleegkundigen en casemanagers zorgen steeds vaker voor mensen met dementie met een migratieachtergrond en hun mantelzorgers. Onbegrepen gedrag zoals agressie of apathie komt veel voor bij mensen met dementie. De beroepsgroep weet vaak onvoldoende hoe om te gaan met onbegrepen gedrag bij deze doelgroep. Uit de praktijk blijkt echter dat de handreiking ook aansluit bij een bredere doelgroep. De term ‘cultuursensitief’ verwijst naar een brede sensitiviteit van professionals voor de invloed van cultuur, leefsituatie, (migratie)geschiedenis, minderheidspositie en achterstand op iedere persoon of groep. Deze handreiking is vooral bedoeld voor wijkverpleegkundigen en casemanagers dementie, maar ook andere professionals uit zorg en welzijn kunnen hier hun voordeel mee doen. Hierna gebruiken wij daarom de term ‘professional’.
DOCUMENT
Ballet en moderne dans zijn een vorm van topsport. De druk op dansers is enorm. Lange en intensieve werkdagen, veel reizen en verschillende werkplekken maken het lastig om lichaam en geest goed te verzorgen. Hierdoor liggen blessures en mentale klachten op de loer. Nederlandse dansgezelschappen willen meer aandacht gaan besteden aan preventieve maatregelen om fysieke en mentale problemen bij hun dansers te voorkomen. Het ontbreekt hen echter aan kennis en kunde om dit innovatieve vraagstuk op te kunnen pakken. Het Nationale Ballet en het Scapino Ballet hebben het lectoraat Performing Arts Medicine van Codarts (Hogeschool voor de Kunsten Rotterdam) benaderd om antwoord te krijgen op de vraag hoe dansers op de hoogste podia, op gezonde wijze, hun beste performance kunnen laten zien. Gezamenlijk is deze praktijkvraag omgevormd naar drie onderzoeksdoelstellingen: 1. Opstellen van meetinstrumenten om de fysieke en mentale gezondheid van dansers te screenen en te monitoren; 2. Ontwerpen van een web-based systeem dat automatisch en real-time informatie uit de ontwikkelde meetinstrumenten kan inlezen, analyseren en interpreteren; 3. Ontwikkelen van een Fit to Perform protocol dat aanbevelingen geeft ten aanzien van het verbeteren van de fysieke en mentale gesteldheid van de danser. Het consortium bestaat uit de volgende organisaties: - Praktijkgerichte onderzoeksinstellingen: Codarts Rotterdam en Hogeschool van Amsterdam; - Universiteiten: ErasmusMC, Technische Universiteit Eindhoven en Vrije Universiteit Amsterdam; - Praktijkinstellingen: Het Nationale Ballet en het Scapino Ballet; - Overige instellingen: het Nederlands Paramedisch Instituut (NPi) en het Nationale Centrum Performing Arts (NCPA). Bij de samenstelling van het consortium is gekozen voor een goede mix tussen praktijkorganisaties, onderzoeksinstituten en onderwijsinstellingen. Daarnaast is er sprake van cross-sectorale samenwerking doordat kennis vanuit de podiumkunsten, sport, gezondheidszorg, onderwijs en technologie met elkaar verbonden wordt.